Mijnals ontkent betrokkenheid Valk bij coup 1980
12 Dec 2015, 02:34
foto
Chas Mijnals op een persconferentie vrijdag in het Lallah Rookgebouw. (Foto: René Gompers)


Chas Mijnals ontkent net als Desi Bouterse de betrokkenheid van wijlen kolonel Hans Valk bij de coup van 25 februari 1980. “Meneer Valk is exact zoals Bouterse dat gezegd heeft, van geen waarde geweest bij de machtsovername. De planning, het idee komt van mij, niet van Valk, niet van Nederland, maar van mij,” benadrukt Mijnals. Hij geeft aan dat het contact met Valk slechts om tactische redenen is geweest.

Voor de coup was er onenigheid tussen de regering en militairen, maar ook binnen het leger waren er problemen. De militairen hadden moeite met Yngwe Elstak, de eerste bevelhebber van het Surinaamse leger. Hij was belast met het ombouwen van de Troepenmacht in Suriname (TRIS) naar de Surinaamse Krijgsmacht (SKM) bij de onafhankelijkheid in 1975. In datzelfde jaar heeft Nederland een militaire missie onder leiding van kolonel Valk aangesteld om te helpen bij de overgang. Het proces verliep zeer problematisch. De meeste knelpunten werden veroorzaakt door het ontbreken van goede voorzieningen voor de militairen.

“Wij hadden er allemaal belang bij dat iedereen die wij konden mobiliseren tegen Elstak, iedereen die een beetje een hekel aan hem had, iedereen die afstand van hem wilde nemen, konden bundelen,” vertelt Mijnals. “Valk was daar één van. Hij hield niet van Elstak en we hadden daarom gesprekken met hem.” Voor de machtsovername had de militaire missie weinig invloed op het leger, meent Mijnals. “Elstak lustte ze niet, wij ook niet omdat wij wisten dat het mensen waren die het Nederlandse belang dienden wat niet parallel liep met het Surinaamse belang,” haalt Mijnals aan. “Ons gesprek met Valk was slechts om tactische redenen en zeer zeker niet om strategische redenen. Vandaar dat ze nergens betrokken zijn geraakt voor en na de machtsovername.” Mijnals voegt toe dat de geheime archieven die voor zestig jaar afgesloten zijn, geen licht zullen werpen op de betrokkenheid van Nederland bij de coup. “Ze zijn in deze van generlei waarde. De enige waarde die ze hebben is de betrokkenheid van Nederland bij de Binnenlandse Oorlog. Dat moet geheim blijven.”

Elstak gerapporteerd
Elstak kwam in sommige zaken zelf ook op voor de militairen, haalt Mijnals aan. Hij werd ook slecht behandeld door premier Henck Arron. In een geval werd hij zelfs in de wachtkamer gesommeerd te wachten. Dit viel niet in goede aarde bij Elstak en de onderofficieren. Elstak zou dan hebben gesuggereerd dat “als wij de regering opzij zouden schuiven, dat dat misschien de oplossing zou zijn,” deelt Mijnals mee. De onderofficieren hebben in een poging om Elstak uit te schakelen de opmerking tegen hem gebruikt en aan Arron gerapporteerd dat “Elstak de militairen ophitst en de regering ten val wil brengen, dat daarom is besloten het vertrouwen in Elstak op te zeggen en instructies af te wachten.” Arron heeft de politie op de militairen afgestuurd.

Valk is drie maanden na de coup teruggeroepen door Nederland. Voor Mijnals is dat een logische handeling geweest. “Omdat Valk met zijn hele militaire missie in Suriname, absoluut niets wist van de machtsovername,” legt de oud-militaire topper uit. “Dat betekent dat hij zijn werk niet goed heeft gedaan. Anders zou Nederland het van te voren weten. Dus ik vind het logisch dat hij op grond daarvan teruggeroepen is.” Mijnals voegt toe dat Valk contact had met alle vijf personen die de coup gepland hebben, individueel maar vaker als collectief: Mijnals, Desi Bouterse, Badresein Sital, Roy Horb en Laurence Neede. “Hij sprak zijn mening vrijelijk uit over Elstak. En dat hadden wij nodig.”

René Gompers
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May