Beleid van de governors
02 Dec 2015, 22:45
foto


Bert Eersteling heeft gemeend als niet monetair deskundige zijn mening te moeten geven via een ingezonden stuk bij Starnieuws over het beleid van governor Gillmore Hoefdraad. Uiteraard mag en kan iedere burger die de recente financieel economische ontwikkelingen volgt, daar een mening over ventileren.

Wat betreft de opmerkingen over het beleid van governor Hoefdraad zal iedereen het wel eens zijn dat deze mede hebben geleid tot de huidige deviezencrisis door niet tijdig zaken af te remmen en door niet de juiste instrumenten te gebruiken om de monetaire stabiliteit te garanderen. Met name de recente paniekmaatregelen van monetaire financiering van lopende uitgaven van de overheid en het beperken van de kredietverlening door de banken, tonen aan dat er iets goed mis is met het monetaire beleid.

De inschatting van Eersteling over de grootte van de deviezen is niet geheel juist, het is erger omdat van de deviezenreserve ook nog de zgn SRD – USD swap van de commerciële banken ad US$ 120 miljoen moet worden afgetrokken en ook nog andere verplichtingen in vreemde valuta waarover (nog) geen informatie is prijsgegeven. In feite hebben we dus een deviezenreserve van bijna nul en misschien wel negatief.

Als gevolg is het wettelijk dekkingspercentage dan ook bijgevolg ver beneden het wettelijk minimum van 50%. Maar is een beschouwing over de deviezensituatie voldoende om een oordeel te vellen over het totale beleid van governor Hoefdraad? Is het beleid van een governor beperkt tot dit gebied? Wat is in deze de rol geweest van de regering? Heeft Eersteling gekeken naar de prestaties op het gebied van bijvoorbeeld het toezicht op het Bankwezen als een zeer voorname taak van de Centrale Bank. En hoe zit het met de andere belangrijke taken?

Welke bijdrage
Waar Eersteling helemaal de fout ingaat is met zijn vergelijking van het beleid van governor Hoefdraad met zijn voorgangers Goedschalk en Telting. Bij de beoordeling van een stuk monetaire geschiedenis moet je wel op zijn minst verstand en kennis van zaken hebben en thuis zijn in de monetaire statistieken en kennis hebben van het brede veld van werkzaamheden van de Centrale Bank en van de gehele economische ontwikkeling vanaf de jaren 80.

Daarin schiet Eersteling schromelijk te kort. Over welke bijdrage heeft Eersteling het eigenlijk? Over de Centrale Bank als bedrijf of als bankier en kassier van de overheid, of als toezichthouder op het bank- en verzekeringswezen en pensioenfondsen of over de talrijke andere taken? Over welke perioden vanaf de jaren 80 heeft Eersteling het?

De periode 2010 tot 2015 verschilt wezenlijk van de perioden vanaf 1985 tot 2010. Wij hebben meegemaakt de periode van Telting van 1994-1996, een periode met een enorme monetaire financiering van de goudopkoop wat heeft geleid tot de hoogste hyperinflatie ooit in Suriname vanaf de onafhankelijkheid namelijk meer dan 1000% in 1994. Weet Eersteling dat? De inflatie tijdens de periode van Hoefdraad en Goedschalk vallen dan in het niet vergeleken met die tijdens het bestuur van Telting in die jaren. Bovendien valt de hyperinflatie rechtstreeks toe te schrijven aan het beleid Telting toen.

Desastreus beleid?
Zeer ten onrechte stellen bepaalde politici en niet deskundigen steeds weer dat onder de regering-Wijdenbosch er sprake was van hyperinflatie. De hyperinflatie was in 1994-1995 onder president Venetiaan en governor Telting. Eersteling stelt botweg, zonder verder aan te duiden met feiten, dat governor Goedschalk een desastreus beleid heeft gevoerd. De vraag is hoe en wanneer?

Governor Goedschalk heeft gedurende 3 perioden leiding gegeven aan de Centrale Bank. Vanaf 1985 tot 1990 benoemd door de regering van premier Wim Udenhout; van 1990 – 1994 benoemd door de regering Shankar –Arron en 1997 - 2000 benoemd door de regering Wijdenbosch. Wie de financieel economische geschiedenis kent, weet dat governor Goedschalk in 1985 een lege deviezenvoorraad heeft overgenomen vanwege de stopzetting van de ontwikkelingshulp, en de Centrale Bank in de meest moeilijke tijd heeft weten te loodsen door alle deviezenproblemen heen en tegelijk groot heeft gemaakt en diverse moderniseringen heeft doorgevoerd. Hij heeft vooral het directoraat Toezicht Kredietwezen gestalte gegeven en toezicht op het verzekeringswezen en pensioenfondsen ingevoerd.

In de periode 1997 - 2000 van de regering-Wijdenbosch was het niet minder moeilijk, lage prijzen voor bauxiet en aluinaarde, de aardolieprijs was US$ 18 per barrel - nu US$ 60 per barrel- de goudprijs was toen US$ 280 per troy ounce -nu US$ 1.070-. Stel je voor dat de prijs van aardolie en goud dalen tot het niveau van tijdens de regering-Wijdenbosch. We kunnen liever niet daaraan denken. Als dat zou gebeuren, zouden wij vermoedelijk de grootste volksdemonstratie krijgen ongeacht wie president of governor is.

Productiebasis
Hoe durft Eersteling dan zonder meer een vergelijking te maken over de moeilijkheidsgraad van de economische problemen in bepaalde perioden? In de periode 2000 - 2010 toen Telting weer governor was, zijn de prijzen voor olie en goud omhoog geschoten. Goud ging van US$ 280 per troy ounce naar US$ 1.100, wat door de grote deviezeninkomsten heeft geleid tot een stabielere munteenheid en niets anders.

Het probleem dat wij hebben, is dat ons land sterk afhankelijk is van een paar mijnbouwproducten, vroeger bauxiet en nu goud en olie. Als de prijzen hoog zijn, is er geen probleem. Als de prijzen laag zijn, is er een ernstig probleem. Opeenvolgende regeringen zijn tekort geschoten om de productiebasis te verbreden. Dat is het probleem dat wij hebben. Het probleem is niet het beleid van een toevallige governor, maar een economisch en politiek probleem. In feite durf ik te beweren dat governor Goedschalk waarschijnlijk de beste governor geweest is vanwege het vermogen om in crisis tijden er het beste van te maken.

Tenslotte is een bijkomend probleem in Suriname, waar ook Eersteling zich schuldig aan maakt om vaak te denken dat men deskundig is op elk gebied en daarbij zonder gedegen onderzoek weinig respect toont voor autoriteiten en afbrekend bezig zijn, in plaats van opbouwend.

Laten wij de weinige deskundigen die wij hebben, koesteren en waar nodig bijsturen, maar niet afbreken.

Regilio Fung A Loi
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May