Doksenclub gaat over tot export Caribisch Gebied

De Doksenclub heeft aan een Caribisch conglomeraat met meer dan 60 bedrijven het alleenrecht verstrekt om zijn doksenvlees te leveren. Dit conglomeraat zal haar supermarkten in Trinidad & Tobago, Barbados, Jamaica en Saint Lucia van het door de Doksenclub geleverde Surinaams doksenvlees voorzien. Vrijdag zal reeds de eerste container van ruim 13 ton vlees worden geëxporteerd. De tweede container zal volgens afspraak in december worden geleverd.

Gerard van den Bergh, ondernemer en eigenaar van de Doksenclub, is enthousiast over deze kans en praat van een ‘superdeal’. Deelname aan een tweedaagse beurs in Miami de vorige week, heeft uiteindelijk geleid tot deze mogelijkheid. Van den Bergh is al heel lang bezig geweest met het buitenland in een poging de export van vlees op te pakken. Nu is de kogel door de kerk. Deze overeenkomst is het resultaat van hard werken, zegt de ondernemer.

De Doksenclub begon haar activiteiten in 2011 en startte als eerste bedrijf met het bevoorraden van supermarkten. “In het eerste jaar lachten mensen me uit,” kan Van den Bergh zich nog herinneren. Gaandeweg de rit raakte de Surinaamse gemeenschap steeds meer gewend aan het beeld van de freezers met vlees van de Doksenclub. Thans is het dit ISO-gecertificeerd bedrijf gelukt om een grote overeenkomst te sluiten met het Caribisch conglomeraat, dat ruim 60.000 werknemers telt en supermarktketens in het hele Caribisch gebied heeft. “We zijn dus een serieuze speler op deze markt,” concludeert Van den Bergh. “En dat is mooi, want als Suriname kunnen we dan ook meer groeien.”

Hard werken beloond
De ondernemer is blij dat zijn harde werken vruchten begint af te werpen, maar ziet graag dat de overheid wat meer ondersteuning biedt door met landen te gaan praten en na te gaan in hoeverre dergelijke deals voor Surinaamse ondernemers kunnen worden binnengehaald. Als land is Suriname er ook nog niet er aan toe om op grote schaal vlees te exporteren, mede omdat er nog geen laboratorium operationeel is, waar vlees kan worden onderzocht en gekeurd voor export. Van den Bergh heeft daarom meermalen hierop aangedrongen. Hij vindt het jammer dat het laboratorium van LVV aan de Letitia Vriesdelaan is afgebrand, maar dat “was ook meer bestemd voor de keuring van groenten”, dus ziet de ondernemer graag dat er ook een lab komt waar vlees kan worden gekeurd voor de export.

Nederland is één van de landen waar hij graag naar toe zou willen uitvoeren, maar Suriname voldoet helaas nog niet aan de Europese standaarden. Dat ziet hij echter niet als een obstakel die niet overwonnen kan worden. Exporteren naar het buitenland beschouwt Van den Bergh simpelweg als één van de vele uitdagingen die hij graag aangaat. De eerste, het opzetten van een goed gecertificeerd bedrijf, heeft hij inmiddels gehaald. De huidige uitdaging is het exporteren van zijn product. Bang is Van den Bergh echter allerminst; integendeel kijkt hij uit naar de komende buitenlandse leveringen. Met het personeelsbestand dat thans vijftien vaste medewerkers telt – met een uitloop naar 40 wanneer geslacht moet worden – heeft hij er alle vertrouwen in dat het bedrijf, waar hij reeds anderhalf miljoen euro in heeft geïnvesteerd, uiteindelijk zijn weg zal vinden naar de internationale markt.