Hoogste tijd voor een nationaal kunstmuseum

De 50ste editie van de Nationale Kunstbeurs (NK) is donderdagavond op feestelijke wijze geopend. Het is hoog tijd om de Surinaamse kunst een groter podium te geven, om meer geld mee te verdienen en nieuwe kunstvormen te creëren, geven enkele sprekers aan bij de opening. De tijd is rijp om het nationaal kunstmuseum waar te maken, vindt Robert Peneux, minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC).

De kunstbeurs wordt dit jaar weer gehouden in de tuin van de Surinaamsche Bank. De beurs kenmerkt zich door nieuwe en opvallende schilderwerken die met frisse kleuren en dynamische tekenstijlen de aandacht trekken. De beelden en figuren die tentoongesteld worden, springen ook in het oog. Sommige werken zijn familiair, maar dat maakt ze niet minder indrukwekkend. De abstracte uitingen zijn net zo interessant als de werken die de huidige situatie in het land proberen weer te geven.

De beurs heeft de samenleving, kunst en kunstenaars dichter bij elkaar gebracht geeft de vertegenwoordiger van Stichting Nationale Kunstbeurs, Juan Pawiroredjo, aan. Hij merkt op dat gezien de tijdgeest er nieuwe vormen van kunst gecreëerd moeten worden. “Ik zou heel graag de combinatie willen zien van het ambachtelijke en de technologie. Eigenlijk kom je er niet onderuit om de technologie te incorporeren in alles wat je doet.”

“Met kunst verkoop je ook je land,” stelt DSB-directeur Siegmund Proeve. “De NK is een bescheiden vorm daarvan. Kunst moeten we als middel van bestaan gaan promoten. Kunst moet daarom een belangrijke plaats gaan innemen in curricula. Buitenlanders moeten naast onze kookkunst, met deze en andere vormen van kunst de ‘flavor’ van het land kunnen proeven.” Peneux onderstreept dat er veel meer met kunst gedaan moet worden. “Kunst bevordert het creatieve, analytische en kritische denkvermogen. Daarom gaat het ministerie kunst en andere vormen die nodig zijn voor de ontwikkeling van het kind promoten,” deelt hij mee. Nationaal moet kunst een betere plaats gaan innemen. “Misschien moeten we de uitdaging aangaan, misschien met donoren, met de bank, met Onderwijs en Buitenlandse Zaken om eindelijk een kunstmuseum te openen,” meent Peneux. “Dat gaat een blijvend karakter hebben voor de staat Suriname.”

René Gompers