Dodson niet teruggefloten in kwestie skalians

Minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen zegt aan Starnieuws dat hij niet is teruggefloten door president Desi Bouterse in de kwestie van de skalians op het stuwmeer. Assembleelid Asiskumar Gajadien (VHP) merkte in De Nationale Assemblee vrijdag op dat de bewindsman “schreeuwt dat de skalians ontmanteld zullen worden, maar dat de directeur Nationale Veiligheid, Melvin Linscheer, aangeeft dat niets ontmanteld zal worden. Het Assembleelid plaatste de opmerking op basis van een kranteninterview. Hij wil van de regering weten wat er gaat gebeuren.

Linscheer, voorzitter van het beleidsteam Commissie Ordening Goudsector (OGS), om een reactie gevraagd, zegt aan Starnieuws dat hij niet in de positie is om welke minister dan ook terug te fluiten. Voorts merkt hij op nimmer te hebben gezegd in het interview dat aan de opdracht van de minister voorbij wordt gegaan. De OGS heeft volgens de instellingsresolutie geen enkele bevoegdheid of autoriteit om de minister terug te fluiten. “Het was niet het beleid van de OGS om de skalians te ontmantelen, maar te verplaatsen in overleg met alle betrokkenen,” legt Linscheer uit. Hierbij zijn de ondernemers, de leefgemeenschappen, de districtscommissaris en de minister belangrijk.

Indien besloten wordt door het bevoegde gezag om de skalians te ontmantelen, zal daar uitvoering aan worden gegeven. Linscheer merkt op dat de OGS in het leven is geroepen door de president om de kleinschalige mijnbouw te ordenen. Dit is onderdeel van het beleid om de goudsector te ordenen, waarbij de kleinschalige mijnbouwers vanuit de illegaliteit via een proces van gedogen worden gebracht in de legaliteit. Het beleid wordt in de praktijk uitgevoerd door het management team van de commissie. Hij merkt op dat hij geen uitspraken heeft gedaan als directeur Nationale Veiligheid, maar als voorzitter van het beleidsteam. "Maar als het bevoegde gezag anders beslist, heeft de OGS geen andere keus dan zich hierbij neer te leggen."

Strategieën ontwikkeld
Linscheer geeft aan dat de afgelopen periode niet alleen verschillende documenten geproduceerd zijn, maar ook strategieën zijn ontwikkeld die nu beleid zijn geworden voor bijvoorbeeld het ontruimen van grote gebieden met duizenden personen en verschillende belanghebbenden. “En wij zijn erin geslaagd het beleid zodanig uit te voeren dat geweld er niet aan te pas hoeft te komen. We hebben in Suriname andere tijden gekend,” stelt de voorzitter van het beleidsteam OGS. Hij heeft als voorbeelden van succesvolle ontruiming onder andere het Merian-gebied waar Newmont actief is en Maripaston waar Grassalco nu goud mijnt.

“Het ontruimen en beslechten van geschillen tussen multinationals, grote Surinaamse ondernemers met porknokkers en leefgemeenschappen is zo intensief geweest dat het een zware wissel heeft getrokken op zowel de personele als logistieke organisatie van OGS, waardoor een aantal zaken die waren gepland voor de ordening, vertraging heeft opgelopen. Toch hebben wij werkgebieden kunnen afdwingen en ontwikkelen voor de kleinschalige mijnbouw en zijn reeds andere voorstellen uitgewerkt. Wij hebben reeds gedacht aan de opheffing van de commissie OGS en het opzetten van een instituut dat samen met de Geologische Mijnbouwkundige dienst de ordening verder ter hand neemt,” zegt Linscheer.

Integrale aanpak nodig
Ordening heeft volgens Linscheer alles te maken met de transitie van de kleinschalige mijnbouw van illegaal en minder professioneel naar legaal, milieu verantwoord en efficiënt. Om dit doel te bereiken is volgens hem een integrale aanpak een noodzaak. “Het gaat immers hier om het belang van de kleinschalige mijnbouwers (de ondernemers), de overheid, en de lokale leefgemeenschappen die vaak overleven vanwege de goud activiteiten in hun directe omgeving. Meer dan twintigduizend personen verdienen direct of indirect van de kleinschalige mijnbouw. Ook de overheid die weliswaar nog niet haar rechtmatig deel kan opeisen, verdient via royalty’s bij de export, de government-take op de brandstof (de schatting is dat voor de productie van 1 kg goud ongeveer 4000 tot 6000 liters diesel nodig is) en de belastingen die de grotere ondernemers die in de dienstverlening zitten, betalen. Bij de ordening is steeds rekening gehouden hiermee.

Deze kwestie is nu bij het Openbaar Ministerie dat de skalianhouders heeft verhoord. De pontons zijn in beslag genomen en staan aan de ketting bij de post van de OGS bij het dorp Lebidoti. Dodson en Linscheer zeggen het onderzoek af te wachten.