Verdachten gevangenisopstand weer voor de rechter

W. en B. moesten zich weer verantwoorden voor de rechter wegens hun aandeel in de gevangenisopstand van 29 december vorig jaar, in de Penitentiaire Inrichting Duisburglaan. Hierbij kwam naar voren dat zij niet alleen banken en fluorescentlampen hadden vernield, maar ook matrassen in brand hadden gestoken. De verdachten verklaarden dat ook anderen hieraan hadden meegedaan. W. zou maar één matras in brand hebben gestoken en de tv zou van de muur gevallen zijn. Ook werden houtstukken en tegels naar de brandweer en andere eenheden van de politie gesmeten, om te voorkomen dat de brand werd geblust.

De verdachten zeiden dat iedereen daaraan had meegedaan. Zij ontkenden medegevangenen opzettelijk gegijzeld te hebben en zeiden bang te zijn geweest voor het politiegeweld. Vooral het A Team was gemaskerd en gewapend met ijzeren base ballsticks waarmee zij mishandeld zijn geworden op hun hoofd en lichaam. De getuige, een lid van het A Team, ontkende dat de eenheid gewapend was en zei dat iedereen zijn wapens in de auto had gelaten. Er zouden alleen gasmaskers zijn gebruikt. Ook zou hij kunnen aantonen met zijn vest dat hij door verdachte B. gestoken zou zijn in de arm. B. zou daarbij drie keren steekbewegingen hebben gemaakt.

Tijdens de actie van het A Team is verdachte B. in zijn been geschoten en loopt nog steeds op krukken. Rechter Cynthia Valstein-Montnor gelastte dat de vervolgingsambtenaar onderzoekt of hetgeen de verdachte verklaarde op waarheid berust. Deze scheuren zouden in zijn vest te zien zijn. Officier van Justitie Gloria Stirling vroeg de getuige of er sprake is geweest dat de steekverwonding met enige kracht is toegebracht. De getuige zei dat hij drie hechtingen heeft ondergaan en dat het ongeveer drie weken heeft geduurd voordat hij weer de oude was.

De verdachten gaven aan dat zij slecht behandeld worden in de inrichting. Verzoeken om naar de dokter te gaan worden constant geweigerd. Ook vroeg B. aandacht voor dat hij al maanden in de isolatiecel zit. Volgens de directeur van de Penitentiaire Inrichting Duisburglaan, vormt B. een gevaar voor medegevangenen en penitentiaire ambtenaren. Daarom is hij tot nader order geïsoleerd. De verdachte ontkent dit met klem. Rechter Valstein besloot de zaak uit te stellen tot 13 juli. Dan moet de getuige alsnog komen met zijn gasmasker en vest.