Ontwikkeling van het Verpleegkundig beroep in Suriname
11 Mar 2015, 05:00
foto


Feiten op een rij
Op 20 en 21 maart 2013 is er een onderwijscongres geweest waar alle Verpleegkundige leiders, Verpleegkundige managers, Verpleegkundigen uit de beroepspraktijk en de beroepsvereniging aan hebben deelgenomen. Dit congres is in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid georganiseerd, vanuit het besef dat het verpleegkundig onderwijs toe was aan veranderingen.
Tijdens dit congres is op constructieve wijze diepgaand gediscussieerd over het
verpleegkundig onderwijs en is er een rapport met conclusies en aanbevelingen opgemaakt.

De belangrijkste bevindingen uit dit rapport zijn:

Conclusie 1: Structuur en niveau van beroepsuitoefening
Voor wat betreft de niveaus van beroepsuitoefening kan uit de discussies gehaald worden, dat deze op het niveau van helpende, verzorgende, verpleegkundige moet plaatsvinden. Het niveau van verpleegkundige is weer onderverdeeld in 2 categorieën; nl dat van verpleegkundige en verpleegkundige specialist. Een duidelijke opmerking geplaatst is dat er gekeken moet worden naar zowel de ICN, CARICOM en Nederland v.w.b. de niveaus van beroepsuitoefening en dat de keuze weloverwogen gemaakt moet worden voor Suriname.

Conclusie 2: Structuur van de opleiding
Uit de discussies kan gehaald worden dat de opleidingen anders gestructureerd moeten worden. Naar analogie van de structuur en niveau van beroepsuitoefening zouden verpleegkundigen op zowel MBO als op HBO niveau moeten worden opgeleid. In het laatste jaar van zowel de ZV, MBO als de HBO moet een differentiatie worden aangeboden. Een aantal differentiaties zijn genoemd tijdens het congres, doch nadere uitwerking met behulp van data betreffende de gezondheidszorgbehoefte is gewenst. Daarnaast moet er zowel ZV, MBO als op HBO niveau specialisaties worden aangeboden. Er is duidelijk genoemd welk post basis opleidingen de MBO verpleegkundige en welke de HBO verpleegkundige zou
kunnen volgen. Enige ordening is gewenst in de opsomming tijdens het congres.

Conclusie 3: Leerroutes
Voor wat betreft het aanbieden van twee leerroutes voor de MBO opleiding is er een duidelijke uitspraak gedaan dat zowel de BOL (Beroeps ondersteunde Leerroute) als de BBL (Beroeps Begeleidende Leerroute) aangeboden moeten worden.

Conclusie 4: Instroom, doorstroom, uitstroom
Aangegeven is dat doorstroom tussen de verschillende opleidingen, maar ook tussen de verschillende niveaus mogelijk moet zijn. Concreet is aangegeven dat ZV-ers zonder propedeuse moeten kunnen doorstromen naar de MBO opleidingen, dat de doorstroom van GZA’s naar de verpleegkundige opleidingen bekeken moet worden. In welk leerjaar men kan instromen moet nog nader worden uitgezet op basis van het curriculum inhoud en de vooropleiding. De voorstellen gedaan rond het instromen en doorstromen moeten nader uitgewerkt worden met inachtneming van de wijze waarop het algemeen onderwijs in Suriname en het verpleegkundig onderwijs georganiseerd is.

Conclusie 5: Structuur/modellen van samenwerking
Het antwoord op de vraag onder welke ministerie het beroepsonderwijs voor de
verpleegkundige beroepsgroepen moet vallen, is aangegeven dat er een samenwerking tussen het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (MINOV) en Volksgezondheid moet zijn. In deze is het voorstel dat MINOV aan kwaliteitswaarborging doet, terwijl het ministerie van Volksgezondheid als afnemer van de opleidingen de eindtermen vaststelt en bewaakt. Dit behoeft verdere uitwerking daar het uitvoeren van deze vorm van samenwerking een gedegen voorbereiding vraagt. Ook tussen de verschillende opleidingen (COVAB, RKZ, AZP) moet er beter worden samengewerkt. Concrete gebieden waarop er samengewerkt moet worden, zijn ook genoemd.

Conclusie 6: Werving
Uit de discussies is gebleken dat de beroepsgroep voorstander is van een gemengde vorm van werving, waarbij EFS College COVAB ook de ruimte krijgt om zelf studenten voor de ZV, MBO en de post basis opleidingen te werven.

Conclusie 7: Kwaliteit
Uit de discussie van de werkgroepen is voorgesteld dat voor wat betreft toezicht op het onderwijsproces de bekwaamheid ligt bij het MINOV en dat voor wat betreft toezicht op eindtermen (bevoegdheid) deze ligt bij het ministerie van Volksgezondheid. De bestaande standaarden (ICN, CARICOM, UNASUR) zouden als raamwerk gebruikt moeten worden om de zaken die van toepassing zijn voor de Surinaamse samenleving, mee te nemen om eigen standaarden te formuleren. Ook het vaststellen en hanteren van het nationaal curriculum is van belang. Alle docenten moeten bevoegd en bekwaam zijn, waarbij een Pedagogisch
getuigschrift verplicht is voor deeltijdse docenten en een diploma verpleegkunde en leraar voor alle verpleegkunde docenten. De werkgroep heeft uitgebreide randvoorwaarden voor kwaliteit benoemd, welke gebruikt kunnen worden om een goed kwaliteitssysteem op te zetten.

Onderwijsplan
Uit dit rapport blijkt duidelijk dat Surinaamse Verpleegkundigen weten wat moet gebeuren, waarom het moet gebeuren en hoe het moet gebeuren.
Om uitvoering te geven aan dit rapport is er een onderwijsplan opgesteld en ter goedkeuring aan het ministerie van Volksgezondheid aangeboden. Het ministerie heeft vanwege het belang van onderwijsveranderingen ook de middelen vrijgemaakt voor uitvoering van dit plan.

Dit plan wordt nu uitgevoerd door de onderwijscommissie onder verantwoording van het EFS College COVAB. In het kader van de uitvoering is er een nationale discussie geweest over de structuur en niveau van beroepsuitoefening. Bij deze discussie was de VVS ook aanwezig. Tijdens deze discussie zijn de beroepenstructuren conform de International Council of Nurses (de wereld
organisatie van Verpleegkundigen), CARICOM en Nederland naast elkaar gelegd.
Surinaamse Verpleegkundigen & Verzorgenden hebben bij die discussie bewust gekozen om de beroepenstructuur van CARICOM met aanpassing naar de Surinaamse situatie te hanteren. Van belang is te beseffen dat alle beroepenstructuren de ICN Nursing Care Continuüm Framework ten grondslag hebben; of het nu die van CARICOM is of die van Europa.

Verpleegkundigen en Verzorgenden worden opgeleid op basis van deze internationaalvastgestelde competenties en kunnen daarom in alle landen (met eventueel landen specifieke aanvulling) werken. Geen koloniaal verhaal dus, maar een internationaal verhaal dat goed georganiseerd en geregisseerd is door de International Council of Nurses.
Beroepscompetenties van Verpleegkundigen & Verzorgenden worden niet door landen afzonderlijk vastgesteld. Het is de ICN die deze competenties vaststelt en de lid landen(waaronder Suriname) maken gebruik daarvan met ENIGE aanpassing naar nationale wet- en regelgeving die de bevoegdheden van de Verpleegkundigen regelen.
Het beroepsprofiel van de Verpleegkundige en de Ziekenverzorgende is niet door een verpleegkundige leider opgemaakt. Het is een uitvloeisel van de Leadership For Change training, waarbij een projectgroep bestaande uit verpleegkundigen uit de beroepspraktijk deze profielen heeft getoetst en de nodige aanpassingen heeft verricht.

Deze exercitie heeft onder verantwoording van de VVS plaatsgevonden.
Daar alle landen (ook Nederland en CARICOM) de ICN Framework of competencies
gebruiken bij het uitgeven van het beroepsprofiel zullen er onherroepelijk meer
overeenkomsten dan verschillen zijn. Gebruik maken van beschikbaar materiaal uit Nederland heeft niets met koloniaal denken te maken. Het heeft met beschikbaarheid en aansluiting te maken. Ter informatie zal er voor het verpleegkundig onderwijs honderd duizenden SRD worden uitgegeven om studiemateriaal bij Noordhoff uitgevers (Nederlands bedrijf) in te kopen en dit met een regeringsbesluit. Hopelijk zal ons niet weer kolonialisme worden verweten.

Beroepsprofiel getoetst
In 2014 is het beroepsprofiel en de daarbij horende competenties wederom in een landelijk seminar getoetst. In het zelfde seminar is ook de 'Scope of practice' zoals aangegeven door de ICN Framework of competencies besproken. Opvallend was de non participatieve houding van de VVS die wel aanwezig was.

Aangehecht vindt u de in-/door-/stroom, welke nog niet helemaal is afgerond maar waar u duidelijk kunt zien dat die ook is opgenomen, dat de basis opleiding op twee niveaus zal worden aangeboden op zowel MBO als op HBO niveau. Het is goed om u als lezer te informeren dat in de meeste landen men het opleiden op MBO niveau had verlaten en was gegaan naar volledig opleiden op HBO niveau. De meeste landen zijn daar ook al op teruggekomen omdat in de praktijk er behoefte is aan zowel Verpleegkundigen op MBO als op HBO niveau. Met een mooi woord heet dat skills mix.

In Suriname kiezen we ervoor om op twee niveaus op te leiden. De voorbereidingen voor de Verpleegkundige opleiding op HBO niveau worden gemaakt. De notitie van de VVS om op te leiden met twee instroom varianten is mosterd na de maaltijd, daar deze zaken al in 2013 in het onderwijsplan zijn opgenomen. Nota bene is de VVS ook aanwezig geweest op het congres toen het onderwijsplan werd gepresenteerd en waren ze zeer ingenomen met het onderwijsplan.
Vermeldenswaard is dat het EFS College COVAB in 2006 in samenwerking met Karel de Grote Hogeschool al HBO verpleegkunde opleiding heeft verzorgd. Helaas was de praktijk niet ready voor deze verpleegkundigen, gezien de wijze waarop zij zijn ingezet. Zie daar weer het verband tussen de verpleegkundige praktijk en de opleiding. Een belangrijke aanbeveling van het onderwijscongres is dan ook “Onderwijs veranderingen staan niet op zichzelf, maar faciliteren de ontwikkelingen in de praktijk en omgekeerd.

In het traject dat nu ingezet wordt, is het essentieel dat de praktijk functie differentiatie beter vorm gaat geven.Van belang is te begrijpen dat onderwijs, de verpleegkundige praktijk en de daarbij geldende wet- en regelgeving onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Competente verpleegkundigen
In Suriname worden competente verpleegkundigen opgeleid. Het aantal dat met de jaren in het buitenland werk heeft gevonden, is veel meer dan het aantal Filipijnse verpleegkundigen die nu in Suriname is.
Gebruik maken van verpleegkundigen uit het buitenland is geen Suriname eigen fenomeen. Het is een beroepseigen fenomeen. Het verpleegkundig beroep is het beroep bij uitstek waar de meeste migratie en export van kennis plaatsvindt.
Wij herinneren u eraan dat ook onze verpleegkundigen door Nederland, België, St. Maarten en andere landen worden aangetrokken. Surinaamse Verpleegkundigen vindt u overal in de wereld. Zo ook Filipijnse verpleegkundigen, alleen op een grotere schaal.

Dat Suriname gebruik moet maken van verpleegkundigen uit de Filipijnen heeft te maken met een jarenlange GAP tussen behoefte, opleidingsoutput en migratie. Deze achterstand zal zeker niet binnen de kortste keren zijn ingelopen.
Desondanks heeft het EFS College COVAB in 2013 een aanvang gemaakt met het inlopen en heeft zij de instroom van studenten met meer dan 200% verhoogd.
Met goedkeuring van het ministerie van Volksgezondheid mogen ziekenverzorgenden nu ook in het tweede leerjaar van de Verpleegkunde opleiding instromen. Daarmee verminderen we de opleidingsduur voor de ziekenverzorgenden op de Verpleegkundige opleiding met een jaar. Het tekort manifesteert zich in een gebrek aan specialistisch opgeleide Verpleegkundigen. Dus de Verpleegkundigen die de post basis opleidingen volgen (HIV/Dialyse/ IC/Oncologie etc.). Ook daar is er een aanzet gegeven om jaarlijks meer op te leiden.
Het motto is 'sneller, beter en meer opleiden'. Sneller dan dit kunnen we helaas niet als we de kwaliteit willen waarborgen.

Uitdaging

Voor de VVS ligt de uitdaging daar om alles eraan te doen om de duur opgeleide krachten te helpen behouden. De VVS zou zich meer moeten inzetten voor behoud van kader welke wordt opgeleid. Werving/opleiding/behoud is een samenspel waarin zowel de praktijk, de school als de beroepsvereniging als partners in verhouding staan met elkaar, met respect voor elke rol, taak en functie. De school en de Inspectie doen hun deel. Het wordt tijd dat de VVS als beroepsvereniging zich gaat bezinnen op haar rol binnen deze veranderingen en toont haar deel te kunnen doen. Dat zij toont het vermogen te bezitten partnerschappen te kunnen sluiten om mee te helpen in het immens werk dat nu verzet wordt.
Dat de VVS een rol binnen dit geheel heeft is evident, maar zij moet ervoor waken zich op verantwoordelijkheidsgebieden van andere instituten te begeven.

Over de aanpak van dit seminar door de VVS, haar consultants/adviseurs en het NZR het volgende. De VVS besluit naar het kabinet van de president te gaan voor het opzetten van een HBO Verpleegkunde opleiding, zonder dat zij enige gesprekken voert met de actoren binnen de gezondheidszorg die daarbij van belang zijn (Verpleegkundig directeuren, Inspectie, COVAB). Had de VVS eerst met de actoren gesproken, dan had zij geweten dat de opleiding al gepland is voor 2016.De raadsadviseurs op het kabinet zijn wijs en nodigen het EFS College COVAB en de Inspectie Verplegende en Verzorgende Beroepen uit en laten zich uitgebreid informeren over de veranderingen welke doorgevoerd worden binnen het verpleegkundig onderwijs.Daarna maakt de VVS een stap naar het NZR. Het NZR heeft zonder ruggespraak te houden met de Verpleegkundig directeuren, het EFS College COVAB en de Inspectie ingestemd voor een seminar met verborgen agenda’s.

Als het NZR de tijd had genomen om relevante actoren te raadplegen dan had men geweten dat de (gecreëerde issues) 'yesterday’s news' waren. Er is al een plan en dat plan wordt uitgevoerd!
De directeur van het EFS College COVAB is nooit benaderd om een presentatie op het seminar van 7 maart te houden, noch door het NZR noch door de VVS.
Het seminar is door aanwezigen als zeer negatief en afbrekend ervaren. Ode aan die verpleegkundigen en niet verpleegkundigen die ter plekke zaken hebben ontzenuwd.

De Verpleging in SURINAME weet wat moet gebeuren en is ook bezig gestaag te werken aan hetgeen moet gebeuren. Een belangrijke factor is daarbij wel dat de neuzen in één richting kijken en het algemeen belang boven het eigen belang wordt gesteld.
De wijze waarop de Surinaamse verpleegkundigen door de beroepsvereniging en haar consultant worden beledigd is af te keuren. Het zijn dezelfde Surinaamse verpleegkundigendie dag en nacht werken en die de zorg draaiende houden. Surinaamse verpleegkundigen zijn goed opgeleid, hebben zelfs toegang tot de Universiteit van Suriname gehad en anderen hebben ook hun masters opleiding hier of in het buitenland voltooid.

Het is jammer dat de verworvenheden van zoveel verpleegkundigen die zich ingezet hebben voor de verpleging in het algemeen en het verpleegkundig onderwijs in het bijzonder door deze uitspraken miskend worden. Alsof Surinaamse verpleegkundigen inferieur zouden zijn aan Filipijnse verpleegkundigen. Wij zijn benieuwd hoe de VVS aan deze analyse komt! Wij doen een oproep aan de totale verpleging om te waken over hun zaak en vragen de beroepsvereniging zich te bezinnen. Aan de VVS vragen wij om hun leden en de totale Surinaamse Verpleging niet op deze manier te beledigen.

Mw. A. Wallerlei – Kumbangsila MBA, Nrs.Ed., RN
Directeur EFS College COVAB

Mw. C. de Baas BN, RN
Hoofd Inspectie Verplegende en Verzorgende Beroepen

Mw. H. Robles de Medina – Held MScN, RN
Lid Presidentiele commissie Volksgezondheid
Healthcare Consultant
pdf-icon.gif COVAB_in_en_doorstroom_19_januari_2015_zw_wit-1_CVQ_COVAB.pdf     pdf-icon.gif COVAB_in_en_doorstroom_19_januari_2015_zw_wit-1.xlsx                
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May