Anderhalf jaar geëist voor zware mishandeling

Tegen Earl B. en Cavilier B. heeft officier van justitie, Claudia Bruining, anderhalf jaar celstraf onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, geëist. Op 2 juni 2012 werd een manspersoon op de Spoedeisende Hulp binnengebracht met een schotverwonding. Het slachtoffer was uit een rijdend voertuig geschoten in zijn been. Op een ander moment was er op een ander slachtoffer geschoten.

Op 28 maart vorig jaar hebben beide verdachten zich aangemeld bij de politie. Earl B. verklaarde toen dat hij een van de slachtoffers had geschoten, omdat deze in de woning van zijn zus binnendrong om te stelen. Hij raakte in een worsteling met hem en zijn pistool ging toen af, waardoor de man werd geraakt. Daarna ontkende hij geschoten te hebben. Hij beweerde dat hij onder invloed van XTC was toen hij zijn verklaring aflegde. Earl B. had verklaard dat Cavilier B. geschoten had.
Cavilier B. zei dat het om een misgelopen drugsdeal ging. Het slachtoffer had SRD 900 en zijn Yammi was beroofd. Hij reed en zag de persoon die hem opgelicht had. Hij stapte eruit en vroeg hem om rekenschap. Dit liep uit de hand en hij besloot een schot te lossen om de man bang te maken. Echter werd de man geraakt in zijn been. Cavilier B. beweerde dat Earl B. niet betrokken is geweest.

Volgens het Openbaar Ministerie (OM) had het slachtoffer een gedetailleerde verklaring over het gebeuren afgelegd. Deze verklaring kwam overeen met die van de verdachten. Ze eiste een celstraf van anderhalf jaar tegen elk van de verdachten. Raadsman Benito Pick merkte op dat het feit tegen zijn cliënt Earl B. niet is bewezen. Volgens de raadsman moeten er minimal twee bewijsmiddelen zijn. Daarnaast voerde Pick aan dat de getuige de verdachten niet heeft herkend en gaf aan dat Earl B. niet de schutter is geweest.

Raadsman Lesley Rogers die Cavilier B. bijstaat, voerde aan dat zijn cliënt niet bewust en gepland geschoten heeft op het slachtoffer. Hij was verhaal gaan halen en toen liep de zaak uit de hand. Ook lag het niet in de bedoeling van de verdachte om de man te raken. In deze zaak was er een anonieme getuige en die kon niet door de rechter-commissaris gehoord worden. De anonieme getuige daagde niet op. Rogers deed het verzoek om zijn cliënt voorlopig in vrijheid te stellen. De rechter honoreerde het verzoek en schorste de voorlopige hechtenis op.