Verdachten ontkennen medeplichtigheid in brandstichting

In de zaak waarin drie verdachten Chequita L., Deborah A. en Darvind E. terechtstaan voor brandstichting, zal er op 5 maart vonnis geveld worden door rechter Sieglien Wijnhard. Darvind E. had niets te zeggen in zijn laatste woord. Chequita L. en Deborah A. die voorlopig in vrijheid zijn gesteld, ontkennen iets te maken te hebben met de brandstichting. De drie zouden op 10 januari 2014 het vuur hebben aangestoken bij een appartementencomplex aan de Toemak Hoemakstraat te Wintiwai.

Het Openbaar Ministerie had een celstraf van een jaar en zes maanden geëist tegen Darvind E. en twee jaar tegen Deborah A. De 18-jarige Darvind E. wordt ervan verdacht samen met Chequita L. en Deborah A. op 10 januari 2014 de brand te hebben gesticht. Zeven woningen op het complex werden verwoest. Voor uitlokking hoorde de verdachte Debora A. twee jaar tegen zich eisen met aftrek van de periode in voorarrest. Tegen Chequita L. is vrijspraak geëist, omdat haar bijdrage niet kon worden bewezen.

Officier van justitie, Astrid Niamat, gaf toen aan dat het bewijs van de brandstichting wettig en overtuigend is geleverd tegen Darvind E. en Debora A. Verder verklaarde zij dat uit het onderzoek duidelijk is gebleken dat Debora A. Darvind E. heeft benaderd om de daad te plegen. Hiervoor wordt Deborah A. uitlokking tot de brandstichting aangemerkt. Advocaat Georgette Leter, die Darvind E. bijstaat, vroeg de rechter om acht te slaan op de jeugdige leeftijd van haar cliënt. Zij kwam tot de conclusie dat haar cliënt de middelen heeft gekregen van derden om het feit te plegen.

Wanita Ramnath