BTW in 2016???
08 Nov 2014, 04:00
foto


In een recente beschikking van de Inspecteur Omzetbelasting gemerkt IOB no3, heeft de inspecteur nadere regels vastgesteld hoe inhoud wordt gegeven aan de vrijstelling van omzetbelasting die, ingevolge de Delfstoffenovereenkomst tussen de Republiek Suriname en Surgold, aan laatstgenoemd bedrijf is verleend.
In de overwegingen van de beschikking van de inspecteur worden als grondslagen voor dit besluit genoemd:
• art 8 letter a. van de Wet Omzetbelasting 1997 (wet OB)
• de beschikking van de Minister van Financiën dd. 11 juni 2001
• art 11 van de Delfstoffenovereenkomst tussen de Republiek Suriname en Surgold.

In art 8 letter a. van de wet OB is geregeld dat de Minister van Financiën vrijstelling van OB kan verlenen voor levering van goederen en diensten en wel onder voorwaarde van wederkerigheid aan ambassades, gezantschappen en consulaten en wel indien de internationale betrekkingen zulks wenselijk maken.
Vanwege het dwingende karakter van de wet OB kan van deze vereisten niet worden afgeweken.
In de beschikking van de Minister van Financiën dd. 11 juni 2001 heeft hij van de in art 8 letter a. van de wet OB gegeven bevoegdheid gebruik gemaakt en ook nadere regels gegeven hoe de faciliteit zal worden ingekleed. Daarbij is ook aan de inspecteur OB gedelegeerd de bevoegdheid om nadere regels vast te stellen.
De aangehaalde beschikking van de minister van Financiën is binnen het kader van de in art 8 letter a. OB gegeven begrenzing van de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder de faciliteit kan worden verleend.

In de onderhavige beschikking van de inspecteur OB wordt evenwel een vrijstellingsfaciliteit verleend aan Surgold terwijl die geen vertegenwoordiger is van een vreemde natie, de internationale betrekkingen niet in het geding zijn en ook aan de voorwaarde van wederkerigheid niet is voldaan.
Op die gronden alleen kan worden gesproken van een nietige beschikking van de inspecteur OB. Door het verlenen van de vrijstelling aan Surgold heeft de inspecteur de grenzen van de bevoegdheid gegeven in art 8 letter a. wet OB en de beschikking van de Minister van Financiën dd. 11 juni 2001 overschreden.

Wat is er hier aan de hand en hoe kan de vrijstellingsfaciliteit gegeven in de Delfstoffenovereenkomst worden nageleefd?
Middels een beschikking van de minister van financiën kunnen aan de inspecteur nadere regels worden gegeven waarin wordt vastgelegd hoe de vrijstellingsfaciliteit voor de omzetbelasting verleend aan Surgold kan worden geëffectueerd. De Delfstoffenovereenkomst beoogt met de verleende vrijstelling te bewerkstelligen dat de aan Surgold doorberekende omzetbelasting wordt gerestitueerd. Voor deze restitutie kan model staan de wijze waarop de restitutie moet worden gerealiseerd bij de uitvoer van goederen. Daar moet immers ook restitutie verleend worden.
En precies daar gaat het mis. De inspectie OB is niet in staat om bij uitvoer van goederen en bij toepasselijkheid van art 8 letter a. wet OB op een vlotte wijze binnen een redelijke termijn de restitutie te realiseren. Om die obstakel bij de restitutie te omzeilen is in de beschikking van de Minister van Financiën van 11 juni 2001 aan de inspecteur de bevoegdheid gegeven om de leveranciers en dienstverleners vrij te stellen van doorberekening van omzetbelasting aan de “vrijgestelde”afnemers.

Dit onvermogen van de inspectie OB om de wet in al haar facetten uit te voeren zal zelfs manifester worden na invoering van een volledige BTW. Indien ondernemers niet op een vlotte wijze de restitutie van voorbelasting gerealiseerd krijgen,zal dit het zaken doen ernstig belemmeren en zelfs tot stagnaties in het bedrijfsleven lijden. Geen tijdige restitutie van omzetbelasting betekent namelijk dat werkkapitaal onnodig vastzit, de financiering van bedrijfsactiviteiten stagneert waardoor ook de exploitatiekosten oplopen.
Bij het toestaan aan leveranciers en dienstverleners om vrijgestelde prestaties te verrichten rijst de vraag of deze leveranciers en dienstverleners de voorbelasting op de vrijgestelde prestaties kunnen aftrekken.

Mijn advies is:
• intrekking van de beschikking IOB no3
• uitvaardigen van een beschikking door de Minister van Financiën (art 66 wet OB) met voorschriften over de realisatie van de OB vrijstellingsfaciliteit aan Surgold
• de inspectie OB vertrouwd maken met verlenen van restituties bij uitvoer van goederen en bij art 8 letter a wet OB.

Mr. R.T.W. Vos, fiscaal jurist
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May