Raadsman Truideman bekritiseert strafmaat officier

Raadsman Frank Truideman die de verdachte Koboko D. bijstaat, vindt dat officier van justitie, Roy Elgin, zich teveel heeft geconcentreerd op het opsporingsonderzoek. De officier zou wat zich op de rechtszitting heeft afgespeeld, niet hebben meegenomen in zijn strafeis van zeven jaar.

Koboko D. wordt samen met Rayen D. verdacht van diefstal met geweld. De slachtoffers zijn beroofd en mishandeld. Een oor van één van de slachtoffers is met een schaar geknipt. De criminelen hebben batterijzuur op de benadeelden gegooid en hen drie uur gevangen gehouden. De onverlaten waren gewapend.

Truideman voerde donderdag in de rechtszaal aan dat één van de benadeelden heeft aangegeven dat hij Koboko D. niet herkent. Het opsporingsonderzoek verklaart dat beide verdachten aanwezig waren bij de beroving. Rayen D. en Koboko D. ontkennen elke betrokkenheid in deze zaak. Bij de politie hadden zij het feit wel bekend.

Elgin legde uit dat in het Wetboek van Strafrecht staat dat de kortste straf acht jaar is en de langste levenslang. “De wetgever heeft geoordeeld op differentiatie . De straf wordt aan de hand van de gepleegde misdrijven opgelegd.” De officier gaf mee dat het gaat om het gemak waarmee berovingen worden gepleegd.

Truideman benadrukte dat er niet alleen vastgehouden moet worden aan de strafmaat, maar dat er ook moet worden gedifferentieerd. Daarnaast moet er ook worden gewerkt aan de resocialisatie van veroordeelden. Elgin zei dat er ook wordt gekeken naar de ernst van de zaak, waaraan vervolgens de strafmaat wordt gerelateerd. Op 17 november wordt deze strafzaak verder behandeld.