Acht jaar geëist in drugszaak

Tegen de verdachte Neelchand R. heeft officier van justitie, Cynthia Klein, een celstraf van acht jaar geëist onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, een geldboete van SRD 25.000 of een hechtenis van een jaar. Hem is ten laste gelegd deelname aan een criminele organisatie en in- en uitvoer van cocaïne. De verdachte kwam in beeld nadat de politie gesprekken getapt had. In deze zaak zijn er meerdere aanhoudingen verricht.

Raadsman Robby Dens vindt dat deelname aan een criminele organisatie niet is bewezen. Ook andere personen die in deze zaak betrokken waren en reeds veroordeeld zijn, hebben drie tot vier jaar celstraf opgelegd gekregen. Klein voerde aan dat de verdachte uitweek naar Guyana toen hij merkte dat de politie een inval deed en naar hem zocht. Hij hield zich schuil daar. Ook gebruikte hij een andere naam: Sunil Seebaran.
In 2010 werden met justitiële toestemming telefoongesprekken afgetapt, nadat er een rapport en een analyse waren opgemaakt. Bij de gesprekken ging het over drugs, locaties en serienummers van vliegtuigen. Zo werd de verdachte Neelchand R. in beeld gebracht en aangehouden.

Uit de communicatie bleek dat Wikaash G. voor de verdachte werkte. Zo zou hij een kilo cocaïne aan een klant gegeven hebben. Een andere klant haalde drie kilogram cocaïne thuis bij hem op. Ook had hij telefonisch contact met de verdachte. Een keer kreeg hij een waarschuwing en moest hij meteen weggaan van een bepaalde locatie. Dit, omdat er aanhoudingen verricht zouden worden. Wikaash G. ontkende alles. Hij beweerde nooit drugszaken voor zijn neef, Neelchand R., gedaan te hebben. Ook zou de verdachte hem nooit met zoiets benaderd hebben.

Fictieve naam
De verdachte beweerde dat het mobiele nummer waarop er steeds gebeld werd niet van hem was en dat hij dit ook niet kent. Bij onderzoek bleek dat het nummer op naam van zijn vrouw geregistreerd staat. De verdachte bleef ontkennen en beweerde steeds dat hij dat nummer niet kent.

Er stond ook een opsporing van Neelchand R. in de krant. Hij werd op 1 juli 2013 aangehouden. In eerste instantie werkte de verdachte met een fictieve naam. Hij beweerde dat hij onderdelen kocht en de fictieve naam nodig had om een valse id-kaart te laten maken. Verder werden er namen als John M., Lando, Anand C. en andere genoemd in diverse gesprekken genoemd. De verdachte verklaarde dat hij met Lando een visbedrijf zou opzetten en dat hij vis vanuit Commewijne zou aanleveren. Ook John M. had hem gevraagd een onderneming te starten. Hij woont in een woning van John M. en kreeg van hem alvast SRD 30.000 om de zaak op te starten. Het zou gaan om een veevoerbedrijf. Op 2 oktober zal de rechter vonnis vellen in deze zaak.