Column: Martina Amoksi en de marronvrouw
23 Aug 2010, 04:30
foto


“Toen mijn man in vaste dienst moest treden, werden we geconfronteerd met een probleem. Hij had namelijk twee vrouwen en de Suralco wilde maar één erkennen. Zodoende werd ik gekeurd en kregen mijn kinderen en ik vrije doktersbehandeling. Hij had twee kinderen met de andere vrouw en drie met mij. De jongste van die twee kinderen zou bij mij komen blijven, zodat ze naar school kon gaan. Ze werd ook erkend en in mijn familieboek opgenomen als mijn oudste dochter. De andere vrouw was natuurlijk erg boos, maar het waren de regels van de Suralco. We konden er niets aan veranderen”.

De ultieme seksuele fantasie van een moderne man is een trio met twee vrouwen, zo heb ik me laten vertellen. Maar in die fantasie komt de woorden medische verzekering en vrije doktersbehandeling niet voor.

Het citaat over de man met twee vrouwen is afkomstig van een nieuw boek van Martina Amoksi: “De Marronvrouw in de stad. Een historische analyse van de gevolgen van urbanisatie voor de Marronvrouwen in Suriname”. In haar indringende en boeiende beschrijving van het urbanisatieproces van de Marrongemeenschap behandelt zij het verschijnsel polygamie en de manier waarop de urbanisatie dit eeuwenoude verschijnsel beïnvloed.
Anders dan de seksuele fantasie doet vermoeden gaat het bij polygamie niet om trio- of multiseks. Het is een samenlevingsvorm waarbij één man getrouwd is met meerdere vrouwen en hen ook moet onderhouden.
De andere vorm komt ook voor in de wereld, maar niet in Suriname, namelijk de samenlevingsvorm van één vrouw met meerdere mannen.

Het epische gedicht uit het Hindoeïsme, de Mahabharata, kent het verhaal van prinses Draupati die getrouwd is met vijf broers.
In Himachel Pradesh, een staat in Noord India, leeft een gemeenschap in het Himalaya gebergte waar het al eeuwen de gewoonte is dat de broers uit een familie trouwen met één vrouw. Het heet “fraternal polyandry”. Maar ook daar was het geen trio-seks. Een CNN journalist, die een reportage maakte over dit verschijnsel, vroeg de mannen hoe ze dat met seks deden. Hun antwoord was: ze hielden een rooster bij. Zo in de trant van: Shakuntela slaapt maandag met Jagessar, dinsdag met Balessar en woensdag met Parmessar. Donderdag heeft ze vrij en vrijdag herhaalt de volgorde zich. Zoiets dus.

Amoksi laat zien hoe het verschijnsel polygamie in de Marrongemeenschap verandert als gevolg van urbanisatie. Er zijn vaste regels voor polygamie: “Als een man eventueel een tweede vrouw wil hebben en deze vrouw erin heeft toegestemd, dan vertelt hij dit voorzichtig aan zijn eerste vrouw. Als zijn vrouw niets van deze zaak wil horen, gaat een familielid de zaak bij zijn vrouw bepleiten. Als de eerste vrouw begrip toont voor zijn handeling, koopt de man meestal een geschenk voor haar als teken van waardering. Na verloop van tijd brengen familieleden de twee vrouwen bij elkaar om kennis te maken. Soms leven deze vrouwen als zusters, soms blijft er een vijandige houding. In ieder geval zijn er vaste regels.”

Maar werkgevers erkennen polygamie niet als samenlevingsvorm, dus kunnen meerdere vrouwen en kinderen niet verzekerd worden.

Moderne Marronvrouwen met een opleiding in de stad pikken het verschijnsel van polygamie niet meer. Zij kunnen voor zichzelf zorgen en hoeven niet onderhouden te worden door een man.
Het christendom heeft invloed op het verschijnsel polygamie. Officieel heeft Christendom heeft polygamie vervangen door monogamie, maar ik durf te stellen dat polygamie is vervangen door overspel in de moderne samenleving.

Gek genoeg is de Marrongemeenschap – anders dan het verschijnsel polygamie doet vermoeden – een samenleving waar de vrouw aan de basis staat van het gezin. Amoksi schrijft: “De vrouw is de stichter van de familie. Hoe meer vrouwelijke leden de familie telt, hoe zekerder de familie is van haar voortbestaan. Ook de erfopvolging vindt plaats in de matrilineaire lijn. De man in de familie is slechts de hoeder. Hij moet de familie beschermen, in het bijzonder de vrouwen in de familie, tegen alle negatieve, zowel fysieke als metafysische invloeden van buiten.”

Een ander voorbeeld van een traditie die aan het veranderen is, is het ritueel van de “pangi”.
Ze vertelt over de ervaring van een meisje van 19 jaar: “Vijf vrouwen moesten me in bedwang houden om me die pangi te geven. Ik heb verschrikkelijk gehuild. Twee dorpen verder konden ze me horen schreeuwen. Ik had geen man, maar moest apart gaan wonen. Dat vond ik helemaal niet leuk. Ik moest een andere fase in mijn leven ingaan en wist niet of ik daarvoor klaar was.”
Ik zou denken: “Meisje, waarom doe je zo moeilijk om een stuk stof te dragen.” Maar een pangi dragen is niet een stuk stof dragen. De pangi is de officiële dracht van de volwassen vrouw. Het meisje wordt vanaf dat moment beschouwd als een volwassen vrouw en dus met allerlei beperkingen in haar gedrag. Dit meisje wilde nog langer genieten van haar status als jong meisje.
Urbanisatie leidt tot een verwatering van dit ritueel. Sommige Marron meisjes in de stad weten niets eens wat het precies betekent, maar dragen de pangi als een bevestiging van hun identiteit.

Amoksi laat ook zien dat de Marrongemeenschap in het binnenland verandert, ongeacht de urbanisatie. Ze geeft het voorbeeld van het reinigingsritueel na de dood van een man, dat alleen voorkomt bij de Saramaccaners. Ze schrijft: “Bij dit ritueel moet de weduwe na beëindiging van haar rouwperiode seksuele gemeenschap krijgen met de broer of neef van haar overleden echtgenoot. Men gelooft dat ze hierdoor gereinigd wordt en meer kans heeft op een goed leven met een ander man. Er is heel veel kritiek op deze traditie. Er gaan stemmen op om het af te schaffen. Wijlen Gaanman Aboikoni wilde het afschaffen. Voordat hij zijn wet door kon voeren stierf hij echter.”

De trek vanuit het binnenland naar de stad brengt het probleem met zich mee van hoe om te gaan met identiteit. Amoksi onderscheidt drie typen vrouwen naar de manier waarop ze omgaan met identiteit.

De traditie-getrouwe Marronvrouwen blijven hun traditie trouw. Ze gaan niet op in de samenleving en houden zich aan de traditie als een middel om zich te handhaven. Dit komt vaker voor bij vrouwen die noodgedwongen naar de stad zijn gekomen als gevolg van de Binnenlandse oorlog. Vaak zijn ze niet geschoold, waardoor de integratie bij hen erg moeizaam verloopt.

De geïntegreerde Marronvrouwen hebben zich in de stad verder ontwikkeld. Bepaalde aspecten van hun traditie hebben ze losgelaten, terwijl ze bepaalde tradities wel trouw zijn gebleven. Zij voeden hun kinderen op met waarden en normen van zowel de Marron als de westerse cultuur. Deze groep vindt onderwijs en organisatie belangrijk voor de vrouw om tot ontwikkeling te komen, maar dat wil niet zeggen dat men zijn afkomst moet verloochenen.

De ontwortelde Marronvrouwen hebben zich helemaal ontbonden van hun traditie. Ze zijn opgegaan in de Afro-Surinaamse samenleving. Vaak kennen ze de taal niet meer, de voertaal thuis is Nederlands. Dit is gedeeltelijk het gevolg van de kerstening.

Het verhaal van de Marronvrouwen is heel interessant voor niet-Marrons.
In een multiculturele samenleving is het goed dat we belangstelling hebben voor elkaar culturen, vooral ook nu de marrons zo’n vooraanstaande rol spelen in het landsbestuur. Amoksi’s beschrijving is er één van binnenuit. Anders dan blanke antropologen brengt zij ook een gevoel over zoals die leeft binnen de Marron gemeenschap. Ze maakt in haar studie een vergelijking met de positie van Hindostaanse en Creoolse vrouwen en concludeert dat de Marronvrouwen nog een grote achterstand hebben. Maar tegelijk laat ze zien dat er gemeenschappelijke dilemma’s zijn in alle culturen, zoals hoe om te gaan met identiteit. Dat is een dilemma voor alle mensen in multiculturele samenlevingen.

Sandew Hira

Reacties naar: sandewhira@amcon.nl

p.s. Martina Amoksi presenteert binnenkort haar boek in het gebouw van het Nationaal Archief in Suriname aan de Mr. Jagernath Lachmonstraat nr. 174.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May