Mineraal instituut noodzakelijk

De oprichting van het 'mineraal instituut' zoals beloofd in het ontwikkelingsplan van de regering blijft uit. Althans dat meende assembleelid Chandrikapersad Santokhi anno 2014 te moeten benadrukken.

Hierbij wat stof tot nadenken aan de hand van letterlijke citaten:
1. Wet van 22 maart 1994 (1) 'Wet Gross Rosebel', SB 1994-no 22.
Een extra royalty van 0,25% zal worden betaald welke zal worden aangewend ten behoeve van de activiteiten van een stichting ter stimulering van de mijnbouwindustrie en/of het opzetten van een goudinstituut;
- In de overeenkomst zijn er artikelen opgenomen die voorzien in de overdracht van kennis en technologie op alle niveaus van de goudindustrie waardoor Suriname, indien het dat verkiest en indien mogelijk, alleen of in een meerheidspositie de verdere ontwikkeling van de goudindustrie in Suriname ter hand kan nemen.

2. Surinaams goudwinningsproject, delfstoffen overeenkomst 7 april 1994.
"Direct na de eerste ontvangst van de opbrengsten van de delfstoffen van een opkoper, raffinagebedrijf of smelter, richt de werkmaatschappij het 'Fonds' op met als doelstelling het bevorderen van de lokale ontwikkeling van de natuurlijke hulpbronnen binnen Suriname, waaronder het opzetten van een goudinstituut! Het Fonds heeft de bevoegdheid krachtens zijn handvest educatieve beurzen ter beschikking te stellen aan Surinaamse burgers, lokale ondernemingen te helpen in hun pogingen natuurlijke hulpbronnen te ontwikkelen en andere maatregelen te treffen om de lokale ontwikkeling van natuurlijke hulpbronnen binnen Suriname te bevorderen.

Conclusie: een dergelijk instituut had al zo lang moeten staan!


A.R. Ramdjielal