Hof: Redelijk termijn zaak-Ritfeld fors overschreden
04 Feb 2014, 06:00
foto


De appelstrafkamer van het Hof van Justitie heeft de procureur-generaal niet ontvankelijk verklaard om het ingestelde hoger beroep van Edgar Ritfeld niet in behandeling te nemen. Het Hof van Justitie zegt in het vonnis dat de verdachte in de 8 december strafzaak via zijn raadsman Gerold Sewcharan tijdig in appel is gegaan. Het vonnis van de Krijgsraad van 11 mei 2012, om het proces op te schorten, is vernietigd. Het 8 decemberstrafproces duurt al langer dan twaalf jaar. De zaak wordt terugverwezen naar de Krijgsraad ter afdoening. In de appelkamer hadden zitting de rechters Dinesh Sewrattan (fungerend-president), Anand Charan en kolonel Dennis Kamperveen, militair-deskundige.

De appelstrafkamer en het Openbaar Ministerie zijn uitgebreid ingegaan op vijf grieven die ingediend zijn door advocaat Sewcharan, namens zijn cliënt. De Krijgsraad had bij de schorsing van het proces de rechtsvraag gesteld of met de afkondiging van de Amnestiewet er sprake is van ingrijpen in een strafzaak die reeds bij de rechter aanhangig is gemaakt. Hierop zou het Constitutioneel Hof antwoord kunnen geven, maar dit grondwettelijk orgaan is nog niet ingesteld.

Verkeerde interpretatie
"Een der fundamenten van het Wetboek van Strafvordering is de regel dat een tegen een verdachte aangevangen vervolging, zo spoedig en regelmatig mogelijk dient te worden voortgezet, totdat van de rechter een einduitspraak is verkregen dan wel de vervolging op een voor het onderzoek ter terechtzitting liggend tijdstip is beëindigd. Van dit beginsel mogen de rechterlijke ambtenaren slechts afwijken, indien de wet daartoe de mogelijkheid opent. Zij doet dat op verschillende plaatsen en manieren", stelt het Hof van Justitie en hoger beroep.

In het vonnis wordt aangegeven dat de wetgever de mogelijkheid van schorsing van de vervolging gecreëerd heeft, indien de waardering van het te laste gelegde feit afhangt van de beoordeling van een geschilpunt van burgerlijk recht. Benadrukt wordt dat hierbij 'tijdelijkheid' voorop staat. In het vonnis is bepaald dat de Krijgsraad de vervolging niet mocht schorsen om een rechtsvraag van constitutionele aard beantwoord te krijgen, nu daarin door de wetgever niet voorzien is. Deze interpretatie van artikel 5 van het Wetboek van Strafvordering is in strijd met het strafvorderlijke legaliteitsbeginsel. Hierin staat: 'Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij wet voorzien'.

Voortvarendheid
De advocaat van Ritfeld haalde ook artikel 8 van het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens aan. Dit geeft aan eenieder het recht om te verlangen van de rechter dat die binnen redelijke termijn de gegrondheid van een tegen hem of haar ingebrachte beschuldiging, bepaalt. De appelstrafkamer nam ook het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in acht, die door de raadsman aangevoerd zijn.

In het vonnis wordt gesteld dat de redelijke termijn ruimschoots is overschreden, aangezien de aanvang van de strafzaak dateert van het jaar 2002. Dat is het moment dat door of vanwege de Staat Suriname jegens de betrokkene een handeling is verricht, waaraan deze in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat tegen hem ter zake een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. "Sedertdien zijn er thans bijkans twaalf jaren verstreken zonder dat de strafzaak tegen verdachte is afgehandeld. Naar het oordeel van het Hof zijn er geen feiten en/of omstandigheden gebleken die een dusdanige forse overschrijding van de redelijke termijn zouden kunnen rechtvaardigen. Gelet op het voorgaande dient deze strafzaak in eerste aanleg - naar het oordeel van het Hof - met de nodige voortvarendheid te worden afgehandeld".
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May