Suriname moet verantwoording klimaatverandering nemen

Suriname zal een nationale verantwoorde positie moeten innemen om zich te wapenen tegen de effecten van klimaatverandering. Dat is woensdag het hoofddoel geweest bij de workshop ‘climate change impact on Suriname’. Deze workshop is speciaal gehouden voor het college om de parlementariërs meer inzicht te geven in de effecten in deze materie. Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons zegt dat Suriname dringend behoefte heeft aan antwoorden op belangrijke vraagstukken.

Op de workshop hebben verschillende deskundigen eerst de actuele nationale en internationale situatie rond klimaatverandering gepresenteerd. Belangrijk op de workshop was het antwoord krijgen op vragen als wat er werkelijk gaande is, de positie van ontwikkelingslanden, de echte gevolgen van klimaatverandering voor deze landen, wat het kostenplaatje zal zijn voor Suriname om de effecten tegen te gaan en welke keuzes gemaakt moeten worden bij het uitvoeren van een aanpassingsprogramma.

Lijst van actiepunten
Er is kritisch gekeken naar de positie van rijke landen die volgens Simons de hoofdverantwoordelijken zijn voor klimaatverandering, maar weinig of helemaal niet bereid zijn over de brug te komen met fondsen om de ontwikkelingslanden te vergoeden. Voor Simons en andere inleiders begint de vraag, waarom landen als Suriname zich moeten blijven beijveren om te mitigeren en te adapteren ten gunste van de rijke landen, steeds belangrijker te worden. Juist om het feit dat van hun zijde weinig terechtkomt van technische assistentie en financiële compensatie.

Er op is gewezen dat bij het maken van een aanpassingsprogramma er op moet worden gelet dat de gelden daarvoor niet geëxporteerd worden naar het buitenland, maar dat het merendeel in de eigen economie wordt gestopt. Zo zal behoorlijk geïnvesteerd moeten worden in het versterken van de eigen instituten en het opleiden van kader. Het parlement hoopt uit de workshop een concrete lijst te kunnen samenstellen van actiepunten die kunnen leiden tot een effectief beleidsprogramma.