Honduras naar de stembus

De burgers van Honduras hebben vandaag de kans om een nieuwe president en een nieuw parlement te kiezen. Het land geldt als één van de armste en gewelddadigste landen van het Amerikaanse continent. Het zijn de eerste verkiezingen sinds de coup van de oppositie in 2009.

De toenmalige centrumrechtse president Manuel Zelaya werd toen afgezet. De coup heeft het aanzien van de politiek in het land schade berokkend. Vandaag konden 5,3 miljoen kiesgerechtigden hun stem uitbrengen. De onveiligheid in het land is het grootste thema, naast de bittere armoede waar zo’n twee derde van de 8,4 miljoen inwoners onder lijdt.

Niemand minder dan de vrouw van ex-president Zelaya, Xiomara Castro, dingt naar het presidentschap. Samen met de kandidaat van de regeringspartij Juan Hernández leidt ze de peilingen. De bevolking kiest tegelijkertijd ook 128 congresleden, 298 burgemeesters en viceburgemeesters en hun respectieve raadslieden en 20 vertegenwoordigers in het Midden-Amerikaans parlement. Negen politieke partijen doen mee aan de verkiezingen.

De belangrijkste kandidaten twisten over de aanpak van de criminaliteit. Die is volledig uit de hand gelopen door de activiteiten van internationale drugssmokkelaars en plaatselijke 'maras', bendes. De meeste kiezers zijn volgens peilingen uiterst somber gestemd over de kansen en capaciteiten van de politiek om het tij te keren. De regering kampt bijvoorbeeld met acuut geldgebrek wat de strijd belemmert tegen bendes die delen van het land domineren.

De presidentskandidaat met de meeste stemmen wint in één keer. De verkiezingen lijken ten slotte een einde te maken aan het machtsmonopolie van Hernández' Nationale Partij en de Liberale Partij van Mauricio Villeda.