Minov eist ‘ownership’ van Beip op
22 Oct 2013, 01:00
foto


Minister Adhin van Onderwijs en Volksontwikkeling heeft aan dhr Kramp, projectdrager van het Basic Education Implementation Program (BEIP), gevraagd zijn functie over te dragen. Enkele actoren uit het veld willen graag reageren op de brief die dhr. Kramp naar aanleiding daarvan op 15 oktober jl. heeft gedeponeerd bij Starnieuws en DWT online. Dit omdat dhr. Kramp in zijn betoog ook de invoering van de nieuwe taalmethode aanhaalt.

De inspectie heeft in maart van dit jaar de toenmalige minister Sitaldin gevraagd om de invoering van onderwijsvernieuwingen van het leergebied taal in leerjaar 3 aan te houden. Ismene Krishnadath is in mei diverse keren in de pen geklommen om haar zorgen over het taalonderwijs kenbaar te maken. Ze vond bij BEIP echter geen gehoor. De Surinaamse Vereniging voor Neerlandici (in samenwerking met de sectie Nederlands van het IOL) heeft op 4 juli jl. dit onderwerp tot het thema van haar bijeenkomst gemaakt met het doel ook een stem in de discussie te hebben. Krishnadath en inspecteur GLO Joe Koorndijk hebben een presentatie gegeven over hun zorgpunten en de SVN heeft een enquête gehouden. Vrijwel unaniem waren de leerkrachten het er over eens dat we in Suriname meer dan voldoende expertise hebben om onze eigen methodes te kunnen ontwikkelen en onze eigen schrijvers en illustratoren te kunnen inzetten. Het veld is echter niet gekend bij de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe methoden. Het plan om een petitie aan de toenmalige minister aan te bieden om de invoering van de nieuwe taalmethoden tijdelijk stop te zetten (dat toen door alle betrokkenen werd ondersteund) is niet doorgegaan, omdat de huidige minister de partijen heeft gehoord en op hun verzoek is ingegaan.

De inspectie heeft een onderzoek gedaan naar de implementatie van de nieuwe methoden voor leerjaar 3. Meneer Kramp kan het resultaat van deze enquête afwimpelen als te zijn niet correct en tendentieus, maar er is in dezen wel degelijk een gericht onderzoek gedaan onder de leerkrachten. Het is niet verstandig deze groep aan een kant te zetten als niet serieus. De uitkomsten voor de diverse nieuwe leergebieden waren positief, voor die van taal gelden echter andere uitkomsten. Van de 254 respondenten is 78% wel met de vernieuwing voor taal in leerjaar 3 gestart. 22% is niet met de nieuwe methode begonnen, terwijl 18.5% terug gegaan is naar de methode ‘Taal voor jou’. De redenen hiertoe zijn divers; 8 respondenten waren niet goed geïnformeerd over de vernieuwingen, 15 van hen had geen leermiddelen ontvangen, terwijl 33 respondenten (13%) andere redenen opsomden, waaronder:
- sommigen waren wel begonnen met de vernieuwing, maar hebben bepaalde delen uit de oude methode (Taal voor jou) gecombineerd met de nieuwe;
- sommigen zijn pas in de maand mei van het schooljaar begonnen met de vernieuwing, omdat ze aan het begin van het schooljaar helemaal niet beschikten over leermiddelen;
- enkelen vonden het niet raadzaam om midden in het schooljaar te starten met een nieuwe methode omdat dit pedagogisch didactisch onverstandig is; de leerlingen raken in de war;
- bepaalde leerkrachten waren niet getraind in de nieuwe methode;
- de meeste vonden dat de leermiddelen niet of te laat zijn geleverd.

Hiermee is niet gezegd dat de methoden niet voldoen. Maar de knelpunten zullen uit bovenstaande voldoende duidelijk zijn. De methode voor de kleuters van leerjaar 1 en 2 was grotendeels al ontwikkeld voordat BEIP I van start ging, maar is wel onder dat project enigszins aangepast en uitgegeven. Voor de overige klassen van het basisonderwijs, vanaf leerjaar 3, zijn er echter stagnaties opgetreden. In 1952 zijn de eerste ‘Surinaamse’ leesboekjes gemaakt. Nu gaan we ruim 60 jaar terug in de tijd en kopen taalmethoden aan uit Nederland. En negeren daarbij het Surinaamse onderwijsveld en onze verworven rechten.

De boekjes ‘Taal met plezier’ voor leerjaar drie zijn hier ontwikkeld en we stellen voor dat die in het komende jaar gepilot worden. De opmerking dat dit nergens ter wereld meer gebeurt, is incorrect en snijdt geen hout. In Nederland bijvoorbeeld kan een school een taalmethode kiezen uit een scala aan aanbod van diverse uitgeverijen, met verschillende uitgangspunten, leerlijnen en leerinhouden. Wij kennen die luxe in Suriname niet. Er is maar één methode, en die moet dus naar tevredenheid van het veld zijn. Dat veld zal dus gekend moeten worden.
Ook de aangekochte methode van leerjaar 4 (en verder) zal moeten worden geëvalueerd. De aanpassingen die doorgevoerd zijn in de Nederlandse methode ‘Taalactief’ van uitgeverij Malmberg (die dus voortaan ook ‘Taal met plezier’ zal heten), moeten uitgaan van de belevingswereld van de Surinaamse kinderen en voldoen aan de behoeften van de Surinaamse leerling, zowel in stad, district en binnenland. Volgens dhr. Kramp sluiten de methoden naadloos op elkaar aan.

Onze visie is anders:
- De methode is er een voor NT1 (Nederlands als Eerste Taal) en geen NT2 of NVT methode (dus Nederlands als Tweede taal en Nederlands als Vreemde taal). De uitgangspunten voor deze methoden zijn totaal verschillend. In Suriname hebben veel kinderen niet het Nederlands als thuistaal, en spreken het dus als tweede taal. Daar wordt bij Malmberg totaal aan voorbij gegaan, in tegenstelling tot ‘Taal met plezier’ voor leerjaar 3.
- Aanvankelijk bleek dat Malmberg bepaalde welke delen van de methode veranderd zouden mogen worden, onder hun licentie. Wat beeld betrof was veel mogelijk, maar wat de taalinhoud van de lesstof en de oefeningen waren er stringente beperkingen. Dit is natuurlijk vreemd, omdat het veld een methode wil waarin ze haar wensen en behoeften gereflecteerd wil zien. Niet Malmberg bepaalt, maar het Surinaamse onderwijsveld.
- Na heftige protesten van Krishnadath die ook via de media bekend werden, gaven BEIP en Malmberg toestemming voor meer inhoudelijke aanpassingen. Zo zijn er binnen drie maanden zo’n 500 tekeningen gemaakt. Ook een deel van de teksten is nu aangepast. De nieuwe boekjes zijn echter nog niet ingezien door de mensen van de afdeling Curriculumontwikkeling.
- De leerlijn voor taal die was ontwikkeld door het ministerie in samenwerking met het SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) wordt niet voorgezet in de methode van Malmberg. In ‘Taal met plezier’ voor leerjaar 3 is bijvoorbeeld het lees- en schrijfonderwijs geïncorporeerd. Dat is niet het geval bij de methode van Malmberg.

In een 171 pagina’s tellend evaluatierapport (Project Completion Report, 2012) geeft de commissie van de IDB aan dat een deel van de doelen van BEIP I is bereikt, maar een groot deel ook niet. We halen enkele zaken aan:
- Intern zijn de posten enorm verschoven en aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke plannen.
- Een nieuw onderwijsprogramma voor het binnenland is niet aangepakt (wel zijn er scholen gebouwd).
- De reorganisatie van scholen, leerkrachten en management is niet uitgevoerd (wel zijn er boeken in Nederland gekocht).
- Bij de analyse van kritische factoren staat ‘the BEIP had a reduced performance in its efficiency as well as its effectiveness in achieving its goals’. Er was 60% meer tijd nodig om de doelen te bereiken.

In het rapport wordt duidelijk aangeven dat het ministerie zich meer met het ‘ownership’ van het programma moet bezighouden, en dat is precies wat de minister nu doet. Daarbij dient het project transparant te zijn en door het ministerie gemanaged te worden, zowel inhoudelijk als financieel. Monique Brown, hoofd van de afdeling Curriculumontwikkeling van het ministerie, verwoordde dit duidelijk op vrijdag 18 oktober jl. in het programma Waakhond van Sky, dat aan dit onderwerp was gewijd: ‘Wij zijn geen participanten, we zijn de eigenaars, en wij, niet de IDB, zouden de inhoud van het programma moeten bepalen’. Helaas is de afdeling Curriculumontwikkeling formeel nauwelijks betrokken bij het BEIP-programma en heeft dhr. Kramp steeds consultants ingehuurd.

Verder siert het dhr Kramp niet dat hij een collega afwijst alleen maar op grond van haar nationaliteit. Ria Verweij woont al 32 jaar in Suriname en houdt zich al net zo lang bezig met het onderwijs. Ze heeft vele succesvolle projecten geleid. Het veld verwacht van deze minister dat hij werkt met profielen, en we zijn ervan overtuigd dat hij de beste kandidaat voor deze functie uit zal kiezen, op basis van expertise en ervaring met het Surinaamse onderwijs.

Paramaribo, 21 oktober 2013

Namens de schrijversgroep ‘77: Ismene Krishnadath
Namens de sectie Nederlands IOL en SVN: Hilde Neus
Namens de inspectie: Joe Koorndijk
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May