VN-wapeninspecteurs vertrekken uit Syrische hoofdstad

De chemische wapeninspecteurs van de Verenigde Naties (VN) zijn vanmorgen vroeg vertrokken uit de Syrische hoofdstad Damascus en zijn op weg naar Beiroet. De 13 inspecteurs hebben hiermee hun vierdaags bezoek om bewijzen en getuigen te verzamelen over de vermeende gifgasaanval in de buurt van Damascus afgerond.

Het vertrek van de inspecteurs versterkt de verwachtingen van een eventuele internationale militaire aanval op Syrische regeringstroepen. De inspecteurs waren op zoek naar de oorzaak wat er precies is gebeurd in een vermeende chemische aanval in de buitenwijken van Damascus. Bij die aanval op 21 augustus zijn honderden omgekomen. VN-functionarissen zeggen dat het weken kan duren om de verzamelde monsters te analyseren en conclusies te trekken.

VN-woordvoerder Martin Nesirky zei dat de inspecteurs zouden terugkeren naar het land om een aantal andere vermeende aanvallen met chemische wapens te onderzoeken. Die aanvallen zouden zijn gepleegd gedurende de 2,5 jaar durende opstand tegen president Bashar al-Assad.

Vergelding
De terugtrekking van de VN-inspecteurs volgt nadat Washington heeft laten weten dat het VN-onderzoek geen invloed heeft op zijn beslissing om in te grijpen in Syrië als vergelding voor de vermeende gifgas aanval op burgers. Diplomaten zeiden dat Rusland hoopte dat de tijd die de VN nodig heeft om het onderzoek af te ronden, de drang voor luchtaanvallen zou afzwakken.

VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon heeft intussen in een ontmoeting met afgevaardigden van de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad hen op de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen van het VN-onderzoek in Syrië. Volgens het persbureau Reuters heeft Ban Ki-Moon de afgevaardigden van Groot-Brittannië, China, Frankrijk, Rusland en de VS meegedeeld dat de analyse van de monsters twee weken kan duren.

De VN-topman heeft zijn bezoek aan Europa ingekort te midden van de groeiende bezorgdheid dat de westerse mogendheden zich voorbereiden op militaire aanvallen op Syrië. Frankrijk heeft laten weten dat hij nog steeds staat achter militaire interventie om Assads regering te straffen voor de vermeende chemische aanvallen. Groot-Brittannië is geen voorstander van een militaire aanval. In een vertrouwelijk rapport van de Amerikaanse inlichtingendiensten dat vrijdag is vrijgegeven, staat dat bij de aanval 1.429 Syrische burgers zijn gedood, onder wie 426 kinderen.