Kwaliteit onderwijs gehandicapt zonder goede inspectiebureaus

De kwaliteit van het onderwijs in Suriname, zal zonder goed bezette, ervaren en goed gewaardeerde inspectiebureaus gehandicapt blijven. Op alle niveaus, het basisonderwijs het voortgezet onderwijs voor junioren en het voortgezet onderwijs voor senioren, blijkt dit een groot probleem te zijn. Dit is volgens hoofdinspecteur Satin Soekhoe van het voortgezet onderwijs voor senioren, een van de belangrijkste redenen waarom dit jaar het slagingspercentage van het middelbare onderwijs minder goed zijn dan dat van het vorige schooljaar.

De inspectiebureaus zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs en de leerstof, maar ook de onderwijsmethoden. Ook zoeken zij naar oplossingen en methoden om leerlingen betere schoolresultaten te laten boeken. “Maar de inspectieapparaten zijn zwak, onderbemand en ondergewaardeerd. We zijn genoodzaakt ons te beperken tot het blussen van brandhaarden en kunnen geen structurele verbeteringen aanbrengen in het onderwijsproces. Aan begeleiding van leerkrachten en leerlingen wordt vrijwel niets meer gedaan”, zegt Soekhoe.

Bij het middelbare onderwijs, met landelijk 26 scholen, zijn op het inspectiebureau nu nog maar twee inspecteurs overgebleven. Om het werk goed te kunnen doen zijn voor dit onderwijsniveau minimaal acht inspecteurs nodig. Niet een ieder is in staat en kan opgenomen worden in het korps van onderwijsinspecteurs. Naast de vereiste bevoegdheden, moeten inspecteurs opvallen als onderwijsdeskundigen of als pedagoog. Zij worden behalve een screaning ook weer apart getraind.

Het is vooral de lage salariëring, dat het beroep niet aantrekkelijk maakt voor ervaren leerkrachten. De afgelopen zes jaar zijn de meeste inspecteurs naar het buitenland vertrokken, waar zij beter gewaardeerd worden. Gegadigden verzetten zich ook tegen het beleid van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov). Het Minov meent dat leerkrachten, die in aanmerking komen om inspecteur te worden, zonder enige aanpassing de praktijk moeten verlaten en op kantoor, als inspecteur moeten functioneren. Volgens Soekhoe is dat een achteruitgang voor de leerkracht in vakantiedagen, zonder salarisaanpassing daartegenover.