Suriname en Caricom verrijkt door samenwerking
11 Jun 2013, 08:00
foto
Toenmalig president Ronald Venetiaan op het moment dat hij de overeenkomst tot Suriname's toetreding tot de Caricom ondertekend.


2013 staat voor de Caribische regio in het teken van 40 jaren Caricom. Een jaar waarin ook wordt gekeken naar de uitbreiding van de Caricom met meerdere lidlanden, al dan niet door het toekennen van een geassocieerd lidmaatschap aan Curaçao, St. Maarten, en aan de Franse eilanden Guadeloupe en Martinique. Ook het eventuele lidmaatschap van de Dominicaanse Republiek wordt in ogenschouw genomen.

Bij de viering van 40 jaren Caricom op 4 juli 2013, dienen wij na te gaan op welke wijze Suriname zijn bijdrage heeft geleverd aan het integratieproces in de regio, zegt ambassadeur Manorma Soeknandan aan Starnieuws. Het is ook belangrijk om te kijken naar welke voordelen het lidmaatschap van Caricom, Suriname heeft opgeleverd, merkt ze op. Soeknandan is jaren Suriname’s Caricom-ambassadeur.

De belangstelling voor de regio is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ingezet door de toenmalige politici. Sindsdien hebben diverse regeringen een continu beleid gevoerd. Op 4 juli 1995 is na het voorwerk dat de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Subhas Mungra, had verricht, de overeenkomst tot toetreding van de Republiek Suriname tot de Caribbean Community and the Common Market ondertekend door president Ronald Venetiaan.

In Suriname werd deze toetreding bestempeld als “ we zijn in een rijdende trein gestapt, met een been buiten”. Velen waren bang – misschien terecht-, merkt ambassadeur Soeknandan op. ‘De rest was Engels sprekend’, ‘de politieke leiders kwamen van dezelfde universiteit – University of the West Indies-‘, ‘Suriname zou niet tellen in het geheel, ze zouden neerkijken op Suriname’, ‘Suriname zou overspoeld worden met de producten uit de regio’, ‘de private sector was niet bij machte om te concurreren’, waren zo de angstkreten.

Surinaamse belangen
Ten tijde van de toetreding van Suriname tot de Caricom, was het proces om het Verdrag van 1973 te wijzigen en te komen tot een ‘Single Market and Economy’ al ingezet. Suriname is met beide benen in het proces gestapt. Door constante deelname en actieve participatie is ervoor gewaakt dat de Surinaamse belangen niet zijn geschaad en dat er rekening is gehouden met de Surinaamse wet – en regelgeving.

Tal van protocollen en regionale overeenkomsten ter oprichting van diverse regionale organisaties zijn opgemaakt en ondertekend (o.a. the Caribbean Court of Justice en the Caribbean Regional Fisheries Mechanism). In dit verband kan verwezen worden naar de diverse nationale consultaties, workshops, seminars, in Suriname gehouden in het kader van de oprichting van de Caribbean Court of Justice (CCJ). Ook hierbij was Suriname heel nauw betrokken, mede getuige het feit dat bij de inauguratie van de CCJ op 16 april 2005 op Trinidad & Tobago, het heel gebeuren en alle documenten in het Nederlands waren vertaald.

Een minpunt blijft dat Suriname nog steeds geen rechter van eigen bodem in de CCJ heeft. Deelname van vertegenwoordigers aan vergaderingen in het buitenland, kost de belastingbetaler altijd behoorlijk wat geld. Het is dan ook billijk dat dezelfde belastingbetaler vraagt “wat krijgt het land terug” ?.
Het antwoord is afhankelijk van degene die op de vraag reageert en de gebezigde invalshoek, zegt ambassadeur Soeknandan.

Eerste lidland
Suriname is al 18 jaren volwaardig lid van Caricom en wordt als dusdanig ook gekend in de regio,getuige o.a.:
- dat Suriname als eerste lidland de Caricom-paspoorten heeft geïntroduceerd;
- dat Suriname het eerste lidland is met de instelling van het Jeugd Parlement, en dient als een voorbeeld voor de rest van de regio. Suriname heeft binnen Caricom de portfolio ‘ jeugd, cultuur, sport, gender en gemeenschapsontwikkeling’. De Regionale Jeugd Commissie heeft in januari 2010 tijdens de Youth Summit in Suriname het Rapport aangeboden aan de toenmalige portfolio houder. Twee leden van deze regionale Commissie w.o. de ondervoorzitter, waren van Suriname;
- dat Suriname het eerste lidland is dat binnen 2 dagen en wel op 17 en 18 januari 2008, de inauguratie van 2 regionale instituten heeft mogen verwezenlijken: the Caribbean Regional Translation and Information Institute ( CRITI) – , en the CARICOM Competition Commission (CCC);
- dat Suriname op 18 maart 2010 wederom te gast was van regionale hoogwaardigheidsbekleders , wanneer op het terrein van het Ministerie van LVV de inauguratie plaatsvindt van de Caribbean Health and Food Safety Agency (CAHFSA);
- dat Suriname in deze 18 jaren ook het enig Caricom-lidland is met Caricom ambassadeurs gevestigd in Georgetown, de zetel van het Caricom Secretariaat. De anderen merkten het primeur van Suriname in het regionaal gebeuren en maken dan een inhaalmanoeuvre om ook Caricom ambassadeurs te benoemen, echter is hun zetel “het thuisland”;
- dat Suriname, tenminste degenen die direct bij de onderhandelingen betrokken waren, de perikelen rond de “bananen kwestie en rijst” niet snel zullen vergeten. Hier kwamen de serieusheid, organisatiestructuur, en de voorbereidingskwaliteiten van de Surinaamse dignitarissen wederom naar voren. Suriname is het enige lidland dat nu nog bacoven exporteert.

Boventoon technische poot
Ambassadeur Soeknandan stelt dat de vestiging van de regionale instituten, de Staat Suriname allicht wat kost, “echter mag niet worden vergeten dat er positieve neveneffecten zijn.” Ze somt op: het betrekken van lokale goederen, buitenlandse investeringen die in de miljoenen euro’s lopen, tewerkstelling van lokale en buitenlandse krachten, toename van het aantal regionale vergaderingen in Suriname en inkomsten voor de horeca sector.

De boventoon dient echter te zijn “Suriname moet de wetenschappelijke/technische poot van Caricom worden”. Ontwikkelingen kunnen echter niet plaatsvinden zonder de betrokkenheid van één van deze 3 technische instituten. Dan komt bijkijken dat Suriname het eerste niet Engelssprekend lidland binnen Caricom is, met een niet Engelse cultuur, met een ongekende vreedzame bevolkingssamenstelling bestaande uit diverse etnische/taal groepen binnen één land.

Suriname en Caricom verrijkt
In het geheel mag de essentiële rol van de private sector niet worden vergeten, trouwens het is de private sector die ontwikkeling brengt, voegt de diplomaat eraan toe. “Na moeizame en zeer zware stappen, is het enkele bedrijven gelukt om op de regionale markt te komen. Dit betekent ook dat de exporten naar de regio zijn toegenomen, vergeleken met 1995.” De vraag naar Surinaamse producten is een gegeven, hoe wij in Suriname op de vraag inspelen, is aan ons gelegen en moet nader worden bekeken, pleit Soeknandan.

Ze concludeert dat Suriname en Caricom niet zonder elkaar kunnen. Ook van belang is de rol van de donoren die via Caricom en andere regionale organen, Suriname op diverse gebieden financieel, dan wel materieel en door het ter beschikking stellen van human resources ondersteunt. “Caricom en Suriname zijn verrijkt, het ligt aan Suriname om verder de relatie uit te diepen en in te spelen op de veranderingen en de uitdagingen,” besluit Caricom ambassadeur Soeknandan.
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April