Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 152

“Heb je die lijst van degenen gezien die een exploratieconcessie hebben verkregen in die area of interest van zowel Iamgold als Newmont?”
“Ja mang, alleen die bijgevoegde kaarten waren onherkenbaar, daar word ik niet wijs uit; ik zie blokjes en hokjes net als de US-states en een cirkel, met ook hokjes erin.”
“Dommie, kijk goed, op die bovenste is die rechterlijn zo naar binnen gebogen, de Marowijnerivier en die grillige vlek links het Blommensteinstuwmeer. Daartussen het Nassaugebergte met de concessies van Newmont en daaromheen die speculanten.”
“En die tweede kaart met die cirkel?”
‘Die liggende V is die greenstonebelt waar we sinds jaar en dag weten dat daar goud zit en wat we de buitenlanders hebben gegeven, omdat wij die niet zelf konden ontginnen. Teveel offers en moeite. Bij die punt van de ‘V’ ligt Brokonpondodorp. Daaromheen, die grote V de uitbreiding van IamGold en daaromheen weer die speculanten.”
“Dus als IamGold en Newmont straks hun concessieterrein willen uitbreiden, dan zullen ze deze concessiehouders moeten afkopen?”
“Ik denk het wel, want ik denk niet dat al deze 77 concessiehouders zwaar gaan exploreren, dus onderzoek gaan doen naar delfstoffen, in hun concessie.”
“Speculanten, de goeden niet te na gesproken, die overnight rijk willen worden.”
“Welke goeden? Allemaal op jacht naar ons goud.”
“Is dat sinds 1492 echt veranderd.”
“Ja, nu jagen de onzen ook mee.”
“Dat is toch goed? Dan blijft het eerder onder ons?”
“Dus den Iendjie-brada bin leti: El Dorado lag werkelijk hier en dat Parimameer, dat stuwmeer, ligt er vlak bij.”
“Jij bent al over de grens, stop met drinken.”
“Maar Baas is serieus, hij heeft de hele lijst met concessiehouders aan DNA overgedragen.”
“Maar er zitten coalitiepartners van hem op de lijst. Waarom heeft hij die lijst dan vrijgegeven?”
“Basis wan sabi.”
“Denk je dat Partij van Baas politieke schade van deze lijst zal ondervinden?”
“Ik denk van niet, eerder die todo-prasoro Paloeloe-coaltiegenoot en Lonne-gooi-wat-in-m’n-tonne.”
“Ach, dat loopt met een politieke sisser af.”
“Ik denk dat ‘Aziz-and-the-140-year-old-bhai’s’ gehakt maken van de malafiden onder die 77 concessiehouders.”
“Van mij mag hij dat met alle graagte, dan kan hij beter scoren dan met een paar van z’n voorgaande zaken.”
“Heren, maar als ik een foto van de week mag kiezen: die van de Tijden van Suriname van afgelopen zaterdag.”
“Die van ‘auto rijdt huismuur omver?”
“Nee, die van; drie oudere politiemannen arresteren een jeugdige rover in borstrok.”
“Waarom vind je die foto zo geweldig? Ik vond er niets aan. Gewoon zielig wat er met de jeugd gebeurt.”
“Ach, jij vindt alles zielig. Ik vind het zielig hoe jij hier je huishoudgeld zit te verzuipen.”
“En ik vind het zielig hoe jij steeds naar buiten rent om haastig-haastig een sigaret te roken, om dan weer naar binnen te rennen om te profiteren van het volgende rondje dat ik sponser.”
“Hé, broko-bana-vriendje, no tak law sani f’mie.”
“Heren, laten we niet verzanden in fitten op elkaar; dat zien we al genoeg om ons heen. Wat vond je zo geweldig aan die foto.”
“Okay, drie oudere agenten hebben die jeugddelinquent net de armbandjes aangedaan, z’n ogen zijn netjes weggeblokt, goed zo Rafoe Djoetanie, zo heet de action fotograaf, toch?”
“Maar dat zo een jeugdige, een winkelier in de borsttreek had gestoken, waar gaan we naar toe in dit land!”
“Maar wat is nou zo bijzonder aan deze deze foto?”
“Luku ding skoowtu, daar zit die kiek, wachte, hier heb ik die krant, kijk zelf.”
“Die ene, met doorzichtige bril in z’n borstzak, maakt met open handen lief grijnzend een gebaar alsof hij wil zeggen:”Waarom kom je dit fotograferen, beti.”
“Hé, Kries, a beambte djeers joe.”
“Da op wie lijkt die tweede, die met die donkere bril, die een afwerende beweging met z’n hand maakt. Zo van: ‘Skeer je weg, kind. Dalijk haal ik m’n rechterhand uit m’n broekzak.”
“En kijk, tussen hun beiden piept een oudere burger met open mond.”
“En dan, zie agent De Derde, ook met zonnebril. Die ondersteunt met z’n ene hand z’n borstak en met z’n andere gaat hij er wat uithalen.”
“Hij gaat Rafoe op de bon slingeren.”
“En tussen hen beide een gratis Dikicelreclame, weerspiegeld in het glas van een winkel.”
“Volgens mij is dit wat vele jongens nodig hebben: sterke mannenhanden om hen op het juiste spoor te brengen en te houden.”
“Ik denk dat die jongeman met die armbandjes en z’n los riem-uiteinde zeker een leerzame periode tegemoet zal gaan.”
“Dus dit ding doet me denken aan een kiek, jaren terug, ik djogde in die zijstraten vlakbij Oase en net op die hoek waar Jopie Ping-Ping had gewoond, in dat lage huis met die halve dierentuin op z’n erf, stopt opeens een bestelbusje op de hoek en een personenwagen achter hem knalt bijna tegen hem op. De chauffeur, eentje van het licht-ontvlambaar type met gouden ringen, idem zware halsketting, springt uit z’n wagen, rent naar de chauffeur van het bestelbusje en braakt een lading scheldwoorden, verwensingen en geslachtsdelen over de chauffeur. Mi stop djogge even foe volg a kiek. Terwijl hij daar zo handen zwaaiend staat te blaffen tegen die chauffeur van dat busje, gaat de schuifdeur daarvan open en rustig stappen een, twee, drie van net zulke oudere agenten als op die foto van je uit. Achter hen volgt een vijftal politierekruten, het gezelschap kwam zeker net van het politie-opleidingscentrum om de hoek en de rekruten moesten zeker een opdracht uitvoeren. Nou dat deden ze dan ook meteen. Terwijl ze naar de wagen met open portier en draaiende motor gingen, liepen die drie officieren rustig naar de scheldende man aan de andere kant van het busje. Ik djogde naar die kant en hoorde:”Joe saka-s...., ie rij lik wan %$#@ en ie djeers wan ....djeers w....djeers.... djjj...fjoeip,” zo bluste zijn drift toen hij de drie agenten, bijna net als op die foto in de krant, op hem zag toelopen. Ik kwam dichterbij en voor het eerst heb ik een brada die op Ron hier lijkt in drie seconden drie keer van kleur zien veranderen: bleek, grijs en toen grauw. Het enige wat hij nog kon uitbrengen was:”Beambte, koedemorke, ik w-was even een b-b-beetje boos......”
“En die rekruten dan, wat deden die?”
“Die maakten het feest compleet. ‘Comma,’ schreeuwt er eentje, ‘z’n ene achterlicht is kapot.’ En die andere zegt:’En z’n banden zijn versleten.’ Hoor ik die derde, die keek via de open deur in de wagen:’En hij heeft spullen in de wagen waar hij de herkomst zal moeten verklaren.”
“Jasses, die broeder zat goed fout.”
“Net als die ene die door een setigon of set’gon werd verwond.”
“Het is niet leuk, maar dat komt ervan als je steeds gaat inbreken bij een alleenwonende man, da ai set’wan san djie.”
“Maar Jules, het wordt hoog tijd dat ie set wan bita kong, wan set’sopi.”
“Okay, ober, sit’kon.”

Rappa