Zeeuw wil vergoeding voor reiskosten Boxel

Marcel Zeeuw, die terecht staat voor moord en uitlokking in het 8 decemberstrafproces wil vergoeding hebben voor de reiskosten die hij maakt. Hij legde gistermiddag uit aan de Krijgsraad dat hij van Brokobaka, in de omgeving van het stuwmeer, naar Boxel moet komen. Het kost hem SRD 200 om van Brokopondo naar de stad te reizen en een tweede taxi naar Boxel kost hem SRD 50. Een enkele reis komt neer op SRD 250 “en dan heb ik nog niet gegeten”, aldus Zeeuw.

De president van de Krijgsraad, Cynthia Valstein-Montnor, vroeg aan waarnemend auditeur militair Roy Elgin om een reactie. Elgin legde uit dat getuigen een vergoeding kunnen krijgen maar er is geen wet die bepaalt dat verdachten gecompenseerd moeten worden voor gemaakte kosten. Verdachten die in voorlopige hechtenis zijn, voor hen wordt er wel gezorgd. “Als een verdachte niet in detentie is, moet hij voor zijn eigen kosten opdraaien”, aldus Elgin. Op een vraag van Valstein of hij nog in dienst is van het Nationaal Leger, antwoordde Zeeuw bevestigend.

De president van de krijgsraad hield Zeeuw voor dat hij een adres in Paramaribo heeft opgegeven. Ze wilde weten waarom hij dan van Brokopondo moet komen. Zeeuw antwoordde dat hij de leiding heeft van Brokobaka en vier mensen onder zich heeft. Er wordt ook groente geëxporteerd. Zeeuw werkt met hoofdverdachte Desi Bouterse samen op Brokobaka.

De krijgsraad schorste de zitting om zich te beraden over deze kwestie. Valstein zei dat in haar carrière als rechter zij deze vraag nog niet is tegengekomen. De krijgsraad zei dat op basis van de wet het verzoek van Zeeuw wordt afgewezen. Overigens hield ze Zeeuw voor dat hij niet zo vaak hoeft terug te komen. Zeeuw moet aangegeven of hij getuigen wil opbrengen die ontlastende verklaringen kunnen afleggen. Zo niet dan volgt zijn verhoor. De verdachte moet binnen twee weken aangeven of hij getuigen a decharge heeft. De zitting is verdaagd naar 23 juli.