Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 145
21 Apr 2013, 20:00
foto


“Hé heren, in plaats dat jullie maar zitten te halen en trekken over die gouddeals en goudprijs, fout en goud, want de goudprijs is kelderend, heb ik hier een interessante quote op m’n Blueberrie.”
“Ha, hij wil wijzen dat hij de nieuwste versie heeft, met intra-tooth en string-wire met downpoint connection.”
“Wat voor nonsens kraai jij nu weer uit? Lees die quote, Jules. Verrijk onze hersenen met wat intelligentie.”
“Ik kreeg dit gemaild van een vriend. Die quote is van die schrijver Don Walther; hij heeft een artikel over de afschaffing van de slavernij en het staatstoezicht geschreven en dit staat erboven.”
“Ai, die weet veel, maar vaak beert hij het voor Srananmangs die volgens hem doen alsof ze alles weten.”
“Maar hij doet vaak ook alsof híj alles weet.”
“Ai, een van zijn andere quotes is:’God weet alles; alleen Surinamers weten meer.”
“Waw, da’s een goeie.”
“Jakkes, wat een stuk arrogantie is dat.”
“Maar soms lijkt hij gelijk te hebben. Wij hier aan de bar zijn daar een schitterend voorbeeld van.”
“Kletskoek, want jij zit er effe hard bij.”
”Rustig jullie twee, straks beginnen jullie weer assembleetje hier te spelen.”
“Of Diakonessenhuisje.”
“Of Bellefort en Gallanti.”
“Mang, oen tapoe. Jules, lees op, wat is die quote?”
“Het is een lange quote, wacht, la me terugscrollen. Het begint zo: “De verstandige mens tracht de nare dingen uit zijn verleden te vergeten en de mooie dingen te onthouden.”
“Heel mooi, heel waar, zoals hij dat nare ding uit zijn verleden ook tracht te vergeten.”
“Welk nare ding?”
“Oh jongste in ons midden, dat weet je niet, hè? Don Walther heeft in een interview zelf gezegd dat hij in de gevangenis echt is gaan schrijven.”
“Ik ken z’n boek: Een rechter is ook maar een mens.”
“En wij weten welke toentertijdse rechter hij in dat boek bedoelt en waarom hij die rechter op de korrel heeft genomen.”
“Welke? En waarvoor zat hij in de nor?”
“Niet van belang. Leer liever uit zijn quote: als je verstandig bent, vergeet je de nare dingen uit het verleden en onthoud je de leuke dingen.”
“Hij schrijft: ...tracht je de nare dingen.... Mol die man z’n quote niet. Maar goed, ik denk dat we tot hier volledig eens zijn met deze scherpe en kritische schrijver. Nu komt het tweede deel van zijn quote, nu gaat hij de onverstandige mensen op de korrel nemen.”
“Ga je gang, ga je gang.”
“Okay, hij vervolgt: ”De onverstandige mens kijkt steeds achteruit en houdt zich constant bezig met de nare dingen uit het verleden....”
“Correctie! Volgens mij moet het zijn: ‘....kijkt steeds achterom...’ en niet ‘achteruit’. Je kan wel achteruit rijden, maar niet achteruit kijken.”
“Mang, Don Walther zegt: achteruit kijken, dus je kijkt achterom en je beweegt je naar achteren. A mang boeng so.”
“Maar hij heeft gelijk: bepaalde mensen zitten maar steeds te zaniken over de ellende die hun en nog mooier: die hun voorouders is aangedaan. En maar klagen dat het slecht gaat!”
“Doet me denken aan dat vriendje van me op de lagere school; die zat constant z’n wondjes open te krabben, ze genazen dus niet en raakten ontstoken. En dan klaagde hij maar dat hij wondjes had en dat die pijn deden.”
“Maar die quote gaat door, hij beert het dieper voor die, volgens hem, onverstandige mensen die maar steeds achterom kijken.”
“Die achteruitkijkspiegel van bepaalde politici.”
“Don Walther zegt verder:”De onverstandige mens heeft daardoor allerlei trauma’s en weinig tijd om zich met zijn toekomst, met die van zijn kinderen, die van zijn landgenoten of met die van zijn land bezig te houden.”
“Waw, groot gelijk heeft die Don Walther.”
“Inderdaad, als je je constant bezig houdt hoe ze je voorouders hebben mishandeld en weet ik veel, onder het mom van: ‘dat moet je weten, anders weet je niet hoe je vooruit moet komen’, dan heb je sowieso minder tijd over om uit te denken en te werken aan je betere toekomst.”
“Foreward me dat hele artikel van die Don, ik wil het lezen.”
“Ik waarschuw je, a artikel langa, ma ai tya informatie.”
“Maar ik vraag me af: waarom zouden mensen het nou zo leuk vinden om maar steeds over de ellende uit hun verleden bezig te zijn en bij wijze van spreken op iedere hoek en op elk plein een monument te willen neerzetten om dit ellendige verleden memorabel te houden?”
“Ik zou het niet weten, maar ik denk steeds aan dat vriendje dat z’n wonden maar zat open te krabben, alsof hij daar een soort van bevrediging in vond.”
“Dat is een pseudo-masochist.”
“Praat normaal, wil je! Kom niet met allerlei macho..., masoi,...motjoi...-termen hier.”
“Z’n tong is al dik. A no ing, n’a sopi e taki.”
“Ik zou me meer bezig houden met de vraag hoe we onze jongeren met eerlijke informatie via hun mobieltjes op een ontspannen wijze beter kunnen betrekken bij de groei naar gezamenlijkheid en betere betrokkenheid, en hun met korte filmpjes beter met elkaar leren omgaan, vooral in de relatiesfeer.”
“Daar hebben ze volgens mij inderdaad meer aan dan opgezadeld te worden met allerlei voorouderlijke trauma’s.”
“Ik bedoel, je moet wel weten wat die geldzuchtige Europeanen met onze voorouders hebben gedaan, maar je moet ook weten wat geldzuchtige landgenoten nu doen met vooral jonge kinderen, vrouwen en ook mannen om zich te verrijken.”
“En die onwetende jongeren van nu moeten goed geïnformeerd worden hoe ze uit de hebzuchtige klauwen van deze lieden moeten blijven.”
“En de beste manier daartoe is die jongeren, vooral de jongedames daaronder, ervan te doordringen dat ze zich moeten scholen, dat ze bijvoorbeeld niet leeslui moeten zijn en maar aan uittreksels lezen moeten denken.”
“Dat komt omdat ze door allerlei leuke bezigheden gemakzuchtig worden en niet gericht worden op kennisvergaring, kennisbegrijping en kennistoepassing.”
“Maar je moet toch weten waar bijvoorbeeld het massagraf ligt, waar ze jouw vermoorde voorouders in hebben gedumpt en met ongebluste kalk hebben overgoten.”
“Tuurlijk moet je dat weten, zodat je weet dat je nooit in een underdog-positie moet geraken, waarbij je vatbaar wordt voor slavenarbeid, contractarbeid, mensensmokkel, seksuele uitbuiting, of dat je kindsoldaat of drugskoerier wordt en dat soort dingen.”
“Of dat je gelooft dat als je jezelf in een propvolle bus opblaast, je door de Allerhoogste beloond zal worden met veertig schone maagden.”
“Ik denk dat je eeuwig in het hellevuur zal branden.”
“Maar dit jaar herdenken we drie bigi yari’s op het gebied van groepsgebonden historie.”
“Dat is goed, maar we zullen ook meer en meer moeten denken aan activiteiten die onze etnische groepen dichter bij elkaar brengen, zodat we elkaar beter leren begrijpen, want we werken nog heel slecht met elkaar samen, ook binnen sommige groepen.”
“Zoals deze groepsgebonden activiteit.”
“Wat bedoelt hij?”
“Dat we hier gezamenlijk zitten te zuipen; alle grote etniciteiten, politieke stromingen en religiën in dit land zijn aan deze borreltafel vertegenwoordigd.”
“Dan moeten we Baas vragen voor het uitroepen van een nationale borreltafeldag.”
“Alsjeblieft, laten we dit ding nuchter bekijken; er wordt al teveel gezopen in dit land; laten we liever ‘De Dag der Nuchterheid’ uitroepen.”
“Ja, op 31 december.”
“Yahoo, daar drinken we op. Proost.”

Rappa
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May