Rechten van werkers behouden bij privatisering

De vakcentrale C-47 geeft in haar laatste bulletin aan de overheid bij het uitvoeren van haar voornemen om over te gaan op privatisering van financiële instellingen waar zij aandeelhouder of mede-eigenaar van is, nauwlettend te zullen volgen. De vakbeweging wil in een vroeg stadium betrokken worden bij het proces van privatisering om haar inzichten en visie hierover te verwoorden en de rechtspositie van werkers duidelijk te stellen.

Rechten van werkers moeten in materiële zin behouden blijven en hun positie mag niet achteruitgaan, staat in het bulletin. C-47 zegt dat privatisering geen nadelige effecten mag hebben op de werk- en levensomstandigheden van werkers. Ook moeten arbeidsvoorwaarden en pensioenen niet negatief beïnvloed worden en mag er zeker geen sprak zijn van ontslag van werkers en afbraak van sociale
zekerheden.

Verdragen en wetgeving
Deze vrees wordt geuit, omdat in andere landen privatisering heeft geleid tot minder werkgelegenheid en verslechterde arbeidsvoorwaarden. “Maximalisatie van winst, efficiëntere bedrijfsvoering en een verhoogde concurrentiepositie die als motieven dienen bij privatisering mogen nooit redenen zijn om sociale zekerheden in gevaar te brengen”, zegt C-47.

Zij geeft aan dat de overheid zich hierbij moet laten leiden door internationale verdragen en nationale wetgeving die richtinggevend zijn en het niveau van sociale zekerheden bij privatisering bewaken. De overheid heeft verschillende verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) geratificeerd en ook in de Surinaamse arbeidswetgeving zijn de arbeidsnormen vastgelegd.

Enkele belangrijke vragen zijn volgens C-47 op welke wijze werkers medeaandeelhouders zullen worden bij privatisering en hoe zij zullen deelnemen, en zeggenschap krijgen over productiemiddelen en het beheer van kapitaal.