Privaat- en publiekrechtelijke taken gouddeals onbegrijpelijk
18 Feb 2013, 10:00
foto


Juristen plaatsen kritische kanttekeningen bij de gouddeals met Iamgold en Surgold over de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke verhoudingen. De jurist Joyce van Genderen-Naar wijst er op dat beide deals de contractuele relatie van de republiek Suriname met private partijen moet regelen. De rechtsgeleerden hebben op verzoek van de parlementaire commissie die de gouddeals en de ontwerpwetten voorbereidt voor openbare behandeling, hun visie gegeven.

Op basis de ontwerpwetten is het volgens Naar niet duidelijk waar de publiekrechtelijke verhouding van de staat Suriname zich scheidt van de contractuele regelingen met de multinationals. Naar adviseert dan ook een andere formulering. De jurist Jennifer van Dijk-Silos stelt in haar commentaar dat het ondertekenen van de principe overeenkomsten door de staat Suriname, ‘systematisch als dogmatisch’ niet correct is. Volgens haar gaat het in de deals om een privaatrechtelijke overeenkomst, dus tussen bedrijven. De staat die een publiekrechtelijke persoon is, tekent wel de overeenkomst. De overeenkomst zou dus getekend moeten worden tussen twee privaatrechtelijke instanties of personen. Doordat in de overeenkomst er wel publiekrechtelijke taken zijn geregeld, dus taken van de overheid, wordt volgens Silos deze totaal onbegrijpelijk. Volgens haar zou de regering mede moeten ondertekenen als publiekrechtelijke instantie.

Riskant
Silos wijst er op dat de overheid de facilitator is die onder bepaalde voorwaarden een aantal zaken garandeert voor de partijen in deze deals. Zij vindt het riskant om de overheid in een uitvoeringspositie te positioneren in de deals, gelet op de aansprakelijkheden die kunnen ontstaan. Silos adviseert alle zaken die te maken hebben met de privaatrechtelijke taak van de overheid uit de overeenkomsten te halen. Zij ziet als oplossing een aparte overeenkomst te formuleren en die aan De Nationale Assemblee aan te bieden. Met klem schrijft Silos aan de parlementaire commissie dat de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke kanten van de deals systematisch gescheiden gehouden moeten worden.

Naar zegt net als Silos dat de naam Republic of Suriname NV (RoS NV), niet kan worden gegeven als benaming voor de onderneming die namens de staat als partner van een multinational moet optreden. Volgens haar moet dat nu gewoon Staats NV genoemd worden totdat er een naam is gekozen. Naar wijst er op dat in beide deals naar verschillende arbitrageplaatsen wordt verwezen als er problemen zijn tussen Suriname en de multinationals. In de uitbreidingsdeal met Iamgold wordt verwezen naar het permanente Hof in Nederland en voor de deal met Surgold is gekozen voor de London Court of Arbitration. Aan de parlementaire commissie zegt Naar dan ook dat over het algemeen het rechtsstelsel van het land bepalend is voor de keuze van arbitrage. Suriname heeft het continentale rechtssysteem en Londen het common law rechtssysteem. Naar zegt dan ook nadrukkelijk dat London voor Suriname geen keuze zou mogen zijn voor arbitrage, ook vanwege het kostenaspect.
Zij wijst er ook op dat in de Surgold overeenkomst gesproken wordt over een ‘meest gunstige royalty clausule’ . Dit is ongunstig voor Suriname , concludeert Naar.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May