De zaak tegen Etienne Boerenveen en Arthy Gorré was gauw afgehandeld vanmiddag. Tegen beiden was er één getuige opgebracht. Zij wonen in Nederland en waren niet aanwezig. De verklaring die Johanna Tjon A Tjoen aflegde bij de rechter-commissaris, werd door de president van de krijgsraad, Cynthia Valstein-Montnor voorgelezen.

Het Openbaar Ministerie heeft geen getuigen meer tegen Boerenveen, die wordt bijgestaan door de raadslieden Frank Truideman en Oscar Koulen. Zij hebben ook geen getuigen die ze willen horen. Dit betekent dat wanneer de zaak van Boerenveen weer op de rol komt, hij verhoord zal worden. De krijgsraad zal nog een datum bepalen.

In de zaak van Gorré was er ook één getuige, Rudi Chotkan. Hij woont in Nederland en is niet bereid om naar Suriname te komen. Zijn verklaring werd ook voorgelezen. Volgens Chotkan was Gorré op 8 december 1982 in Fort Zeelandia was. Gorré merkte op dat hij nooit heeft ontkend dat hij destijds in het fort was. "De Echo compagnie was in het fort ondergebracht. Maar ik was geen gevangene. Ik kon het fort verlaten wanneer ik wilde", aldus Gorré .

Nadat de verklaring van Chotkan was voorgelezen, bleek dat raadsman John Kraag wel een getuige-deskundige heeft die hij wil horen. Alleen is deze getuige nu in het buitenland. Kraag kan pas in de tweede helft van juli contact met hem maken. Hij zal schriftelijk aan de krijgsraad meedelen om wie het gaat. De zaak tegen Gorré is voor onbepaalde tijd uitgesteld. De zitting in de burgerkamer werd om kwart voor twee beëindigd. Intussen is de zitting in de militaire kamer begonnen, waar zeven verdachten terecht staan.