H.S., die ervan wordt verdacht het pand van boekhandel Vaco aan de Domineestraat op 15 januari 2024 in brand te hebben gestoken, ontkent elke betrokkenheid. Tijdens een eerdere zitting zijn camerabeelden bekeken, maar de verdachte is daarop niet herkenbaar. Op de beelden is te zien hoe twee mannen rond drie uur ’s ochtends met een grijze Mark II de Keizerstraat inrijden, vervolgens parkeren en daarna met een doos in de hand via de Steenbakkerijstraat naar de Domineestraat lopen. Beide mannen droegen capuchons, waardoor hun gezichten onherkenbaar zijn.

Volgens raadsman van H.S., Murwin Dubois, is er voor het Openbaar Ministerie geen reden meer om zijn cliënt in voorlopige hechtenis te houden, aangezien niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat hij op de beelden te zien is. Kantonrechter Maytrie Kuldipsingh wees het verzoek tot invrijheidstelling echter af, omdat er nog ernstige bezwaren bestaan tegen de verdachte.

Een andere verdachte, N. J., is eerder dit jaar veroordeeld tot tien jaar celstraf voor zijn aandeel in de brandstichting. Hij had aanvankelijk bij de politie een uitgebreide verklaring afgelegd over de wijze waarop de brand zou zijn gesticht. Daarbij noemde hij ook de namen van H.S. en twee andere mannen, die inmiddels zijn vrijgelaten. Later kwam N.J. echter terug op zijn verklaring. Hij stelde dat hij onder druk van de politie een vooraf opgestelde verklaring had ondertekend. Volgens hem was hij gevlucht uit het cellenhuis en na zijn heraanhouding onder druk gezet om te bekennen.

De rechter herinnerde N.J. eraan dat hij destijds een zeer gedetailleerde verklaring had afgelegd, hetgeen niet strookt met het idee van een vooraf opgestelde bekentenis van een ander. Bovendien werd H.S. twintig minuten na de brand drie keer gebeld door N.J.. De telefoon van H.S. maakte op dat moment verbinding met de mast van de Hakrinbank in Paramaribo, wat volgens de vervolging erop wijst dat hij zich in de directe omgeving bevond.

Dubois stelde in zijn dupliek dat de vervolging van H.S. uitsluitend gebaseerd is op de verklaring van N.J., die daarmee de enige bron vormt. Hij voegde daaraan toe dat het technisch onderzoek naar het telefoonverkeer tussen de twee personen geen bewijs oplevert. “Het onderzoek toont slechts aan dat er een verbinding tot stand kwam tussen twee mobiele toestellen. De inhoud van het gesprek is niet bekend, en dat bewijst volgens hem niet dat H.S. aan de Domineestraat is geweest.”

De zaak wordt op 7 augustus voortgezet.