Voorbereidingswerken voor onderzoek massagraf gestart

Op de voormalige suikerplantage Mariënburg in het district Commewijne wordt vandaag aangevangen met voorbereidende werkzaamheden voor de zoektocht naar het massagraf van 1902. Het directoraat Openbaar Groen zal een tracé maken langs de voormalige spoorbaan naar de plek waar vermoedelijk het graf moet zijn.

“Voorlopig is het wachten op de bevindingen van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling over zijn inbreng bij het onderzoek,” zegt archeoloog Benjamin Mitrasingh aan Starnieuws. Hij gaat op zoek naar het massagraf van Mariënburg. Het Minov moet een besluit nemen over de huisvesting van de herboren Archeologische Dienst, de personeelsbezetting en de totale financiering van het onderzoek, legt hij uit.

Intussen heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken gezorgd voor transport en brandstof. Ook Margaret McKean, deputy chief of mission, van de Amerikaanse ambassade heeft belangstelling getoond in het project. Op haar verzoek heeft Mitrasingh haar uitvoerig geïnformeerd over het project. McKean is van huis uit archeoloog en heeft aangeboden contacten te leggen voor verdere voortgang van het onderzoek. “Ze was duidelijk geïnteresseerd,” zegt Mitrasingh “vooral omdat de Amerikaanse cultuur het fenomeen van contractarbeiders niet kent. Zij kennen slaven.”

Museale beleid
Tijdens het onderhoud met McKean is ook het ontbreken van een nationaal museum aan de orde gekomen. “De jeugd van een land dat geen nationaal museum heeft, kan geen goed cultuurbewustzijn ontwikkelen,” zegt Mitrasingh. Hij benadrukt dat ondanks de slechte politieke banden met Nederland, het museale beleid in Suriname nog altijd door Den Haag wordt bepaald.

Met het onderzoek op Mariënburg wil hij ook aantonen dat er heel prettig tussen Suriname en Nederland kan worden samengewerkt. De Nederlandse ambassade was trouwens één van de eerste die belangstelling en ondersteuning heeft toegezegd aan het onderzoek op Mariënburg. “Misschien ziet Nederland dan wel in dat met zoveel bevolkingsgroepen Suriname al lang een Wereldmuseum had moeten hebben. Maar dan moet Nederland wel van ons houden en misschien kunnen de Amerikanen ons daarbij helpen,” zegt Mitrasingh.

Niet meer wachten
Op 29 juli 1902 werd James Mavor, toen directeur van Mariënburg, doodgekapt door Hindostaanse arbeiders. Hij wilde de rietprijs niet verhogen en viel de vrouwen van de arbeiders lastig. Daags daarna, op 30 juli, kwamen de militairen vanuit Frederiksdorp naar Mariënburg, waardoor de gemoederen nog meer in beroering kwamen. De militairen schoten gericht op de arbeiders, die wilden voorkomen dat de daders werden meegenomen. Bij de beschieting zijn 17 arbeiders direct overleden. Daarna kwamen nog enkelen om. De 17 arbeiders zijn in een massagraf begraven op het terrein van Mariënburg. Volgens verslagen is er ongebluste kalk op de lichamen gegooid, waardoor deze niet meer te vinden zouden zijn.

“Maar zodra het graf is gelokaliseerd, moeten we niet meer wachten, want dan krijg je vernielingen en verstoringen van grafschenners en zwarte magiërs,” waarschuwt Mitrasingh.