Rijstorgaan evalueert problemen rijstsector

Het rijstorgaan heeft een uiteenzetting gegeven van problemen waarmee de rijstsector kampt. Coördinator Badresein Sital van het Rijstorgaan heeft tijdens een persconferentie in Nickerie ook de plannen voor de sector uit de doeken gedaan.

60% van de Surinaamse rijst wordt afgezet in het buitenland. De rest is voor nationale consumptie. Sital benadrukt dat de rijstsector de verantwoordelijkheid is van alle belanghebbenden en dat deze sector een keten van belangrijke schakels is, die allen erg belangrijk zijn. Aan de rijstsector moet er een extra dimensie worden gegeven, zodat er meer hieruit kan worden gehaald. De verbreding van de capaciteit is één van de zaken, waaraan er gewerkt moet worden. De regering wil per seizoen een inzaai van 35.000 hectare. Op dit moment wordt er ver beneden dit streefareaal ingezaaid.

De coördinator merkt dat er aan gemechaniseerde landbouw moet worden gedaan. Factoren als de droogte en enorme regenval mogen dan geen obstakels zijn. De werkzaamheden moeten ongestoord kunnen plaatsvinden en er zal een betere marketingsplan moeten komen. Ook moet er rekening worden gehouden met verschillende markten. Vooral het behouden van de markten en segmentatie van het product zijn erg belangrijk. “Rekening houden met de veranderende patroon van de consument, verbeteren van het product en meerwaarde eraan toevoegen, zijn zaken die zijn misgegaan”, stelt Sital.

Hij concludeert dat er aan ‘foute’ondernemerschap wordt gedaan. De benuttingsgraad van het geïnstalleerde vermogen is slechts 40% op jaarbasis, wat verlieslatend is voor een ondernemer. Meer producten zouden voor een hogere benuttingsgraad kunnen zorgen. Daarnaast zou gekwalificeerd zaaizaad met een hoge dekkingsgraad tot betere productie leiden en uiteindelijk ook tot een beter product. Het verbeteren van het machinepark, het uitblijven van de incentives en het niet optimaal functioneren van het Agrarisch Krediet Fonds vormen ook obstakels voor een bloeiende rijstsector.