ACP: voordeelregelingen en gelijkheid in partnerschap belangrijk
22 Nov 2012, 12:00
foto
De ACP- en EU-vertegenwoordigers in vergadering. (Foto:Raoul Lith)


De Afrikaanse, Caribische, en Pacifische landen vergaderen vandaag in twee commissies over hun relatie met de Europese unie. Bij de economische vergadering staan de voordeelregelingen, gelijke toegang tot import- en exportmogelijkheden, maar ook ICT en vooral de status van de preferentieregelingen van deze landen hoog op de agenda.

Bij de politieke gesprekken worden de onderlinge relaties besproken. Eén daarvan is de monitorende positie die de Europese landen menen te hebben op het politiek beleid van de ACP-landen of hun voormalige koloniën. Een voorbeeld daarvan is de zogenaamde artikel 8 missies die een Europese politieke commissie uitvoert. Recent zijn twee missies uitgevoerd, één naar Liberia en de andere naar Suriname.

In Paramaribo is vandaag de 30-ste sessie van voormalige koloniën van deze drie regio’s ( Afrika, Caribisch gebied en de Pacifische landen ) gestart. Deze sessie is een voorloper op de gezamenlijke meeting van parlementariërs van deze drie regio’s samen met parlementariërs van de Europese unie, of voormalige kolonisatoren. Met name de overeenkomst, de zogenaamde Economic Partnership Agreement (EPA), die de partners al moesten hebben getekend en geratificeerd, staat onder druk. De streefdatum voor ondertekening en finaliseren van de overeenkomst is verschoven naar 2014.

Geen gelijke toegang
Van de Caribische landen hebben de meeste de EPA-overeenkomst getekend. Suriname heeft getekend en Guyana heeft nadat hij eerst had getekend, een voorbehoud gemaakt op het document. Van de Afrikaanse landen heeft slechts een deel een tussentijdse EPA getekend. Van de Pacifische landen hebben niet allemaal het document ondertekend. De vragen die vandaag zeker aan de orde komen, is als de overeenkomst inderdaad de doelen zal halen die zijn gesteld en waarom er voor bepaalde landen betere voordelen zijn gecreëerd. Deze voordelen of preferentieregels hebben alles te maken met het exporteren en of afzetten van producten uit de ACP-landen naar de Europese markt.

Parlementariër Guno Castelen (NF/SPA) zegt dat een algemeen uitgangspunt van de ACP-landen is dat het een historische plicht is van de Europese landen of vroegere kolonisatoren om iets terug te doen voor de voormalige koloniën. Echter is er geen gelijke toegang tot de voordeel regelingen die de Europese landen hebben neergezet om economisch vooruitgang te boeken. Ook op het gebied van technologie zijn de verschillen groot. “Het benutten van de kansen zijn minimaal, omdat de productie- en economische structuren niet zijn veranderd”, zegt Castelen.

Economisch gezien is het van groot belang dat in de samenwerking tussen de vroegere koloniën, dus de ACP-landen, er een gelijke richting is die kan worden opgegaan met de EPA-overeenkomst. Met het verstrijken van de deadline waarop de EPA al door alle landen moest zijn getekend, zegt Castelen dat de landen ook niet in een leeg zwembad willen springen. De verschillende economische en import voordelen die er waren dreigen met de steeds nieuwe regelingen minder te worden en in sommige gevallen helemaal te verdwijnen. Zo is er wat de export van bananen betreft wat extra geld aan een kant gezet en zijn wat extra regelingen getroffen, maar is het nog steeds de vraag als die voldoende zijn om te concurreren met die van andere bananen exporterende landen.

Wilfred Leeuwin
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May