Bouterse koppelt jaarrede aan startperiode in 2010

President Desi Bouterse is vandaag zijn jaarrede begonnen met aan te geven dat wat hij te zeggen heeft, niet losgekoppeld kan worden van augustus 2010, het jaar waarin zijn regering aan de macht kwam. “Er kan dan gemeten worden wat er was en wat er nu is”, vindt de president. Hij geeft een opsomming van wat hij noemt een zeer slechte financiële situatie, waarin er weinig ruimte was voor de regering om een goede start te kunnen maken.

Op 12 augustus 2010 kampte de regering bij haar aantreden met tekort aan liquide middelen van SRD 33 miljoen. Twee weken daarna meldden meer schuldeisers zich aan en steeg de schuld op 27 augustus naar SRD 82 miljoen. Bouterse zegt dat de regering bezig was met het inventariseren van wat zij had overgenomen. “Precies een week later, en wel op 3 september 2010, was de schuld SRD 160 miljoen, bijna het dubbele. Er werd ook een latente schuld vastgesteld van boven de SRD 300 miljoen voor lopende projecten die waren toegewezen aan aannemers en andere instellingen”, deelt Bouterse mee.

Grote uitdagingen
De nieuwe regering werd geconfronteerd met een slechte infrastructuur, aannemers weigerden verder te gaan met de uitvoering van werkzaamheden. Sommige commerciële organisaties wilden geen diensten meer leveren op krediet. Er is toen ook een grote achterstand aangetroffen in de uitbetaling aan ziekenhuizen. Het leningenplafond was bovendien overschreden.

“De regering stond dus voor grote uitdaging en moest letterlijke een zware last dragen en kon de verantwoordelijkheid in het belang van land en volk niet uit de weg gaan. In financieel opzicht dus een zeer slechte situatie voor de nauwelijks aangetreden regering. We moesten snel en acuut orde op zaken stellen. Hierdoor is het volk en het land veel bespaard gebleven”, meent de president.

Voorzieningen getroffen
Bouterse stelt dat hij hierna vooruit kijkt en dat de regering nooit wil terugkeren en terugkijken op wat ze heeft geërfd. “We hebben de verantwoordelijkheid op ons genomen om te zorgen dat het schip Suriname niet op de klippen terecht komt”, zegt het staatshoofd. Hij somt op dat de regering toen acuut maatregelen heeft getroffen. Bouterse zegt dat de regering in 2012 de volgende financiële acties heeft moeten nemen om het leven van de meest kwetsbaren te verlichten:
SRD 123 miljoen voor Algemene Ouderdagvoorziening, SRD 17 miljoen voor subsidie van transport, SRD 20 miljoen voor Algemene Kinderbijslag en nog eens SRD 4 miljoen voor kinderbijslag aan ambtenaren. Een bedrag van SRD 10 miljoen voor mensen met een beperking. Er is aan loontrekkers een belastingkorting gegeven van SRD 50. “In totaal heeft de regering SRD 57 miljoen teruggegeven aan de werkende klasse”, constateert Bouterse.

Het staatshoofd zegt dat in 2012 de regering de SRD 46 miljoen heeft uitgetrokken voor armoedebestrijding en SRD 26 miljoen voor naschoolse opvang. Voor het onderwijs SRD 45 miljoen en voor uitbetalingen aan ziekenhuizen een bedrag van SRD 168 miljoen. Aan het opwaarderen van leerkrachten is SRD 6 miljoen besteed. De president verzekert dat er betere tijden zullen aanbreken voor Suriname en zijn staatsburgers.