Javanen komen ook in aanmerking voor grondenrechten
09 Aug 2012, 12:00
foto
Edward Redjopawiro heeft onderzoek verricht naar de Javaanse immigratie.


De herdenking van 122 jaar Javaanse immigratie, neemt dit jaar een bijzondere dimensie. Waar in het verleden de immigratie vanuit koloniale, of nationale oogpunt is belicht, ligt het accent dit jaar op de kijk vanuit de bril van de immigrant en de nazaten van de immigranten uit verschillende delen van Indonesië.

Dit moet voor de Javaanse gemeenschap in Suriname de trend zijn die voortaan de herdenking moet typeren. De persoon die hiertoe de aanzet heeft gegeven is de rechtsgeleerde Edward Moetjito Redjopawiro, een nazaat van de Javaanse immigranten. Zijn lezing dinsdagavond in het cultureel centrum Sana Budaya trok veel belangstelling van het publiek, politici, docenten, historici en andere wetenschappers.

Grondenrechten van Javanen
Een van de vele opmerkelijke feiten in de benadering van Redjopawiro is dat naast de bekende grondenrechtenstrijd van Marrons en Inheemsen, andere etnische groepen wel degelijk ook die rechten hebben. Grondenrechten die hen zijn ontnomen door de centrale overheid en waarvoor zij nog altijd kunnen opteren. Redjopawiro heeft bij gelegenheid van de herdenking van de Javaanse immigratie zich geconcentreerd op de grondenrechten waarop de Javaanse gemeenschap aanspraak maakt. Evenals bij de Marrons en Inheemsen gaat het hier om historische rechten die bij wet zijn vastgelegd.

In 1938, ruim acht decennia nadat de Javaanse immigratie naar Suriname in 1853 begon, werden door het koloniale bestuur dorpsgemeenschappen ingesteld. Sommige van deze gemeenschappen waren volledig etnisch en weer andere gemengd. De instelling geschiedde bij koninklijke besluit en verschafte de gemeenschappen een collectief erfpachtrecht. Tijdens de militaire periode in 1981 werden vijftien Javaanse dorpsgemeenschappen per decreten, C43 en C44 opgeheven. Zo ook het collectief recht en kwamen de gronden weer als vrije terreinen in de boezem van de staat. In de decreten staat echter vermeld dat met de opheffing er bestuurlijke voorzieningen getroffen moeten worden dat de gronden die bewoond en bewerkt zijn door deze gemeenschappen, zal worden afgestaan. Hiervan is nooit iets van terecht gekomen. In de loop van de tijd zijn de meeste van de gronden aangevraagd door derden en ook uitgegeven. In sommige gevallen ten behoeve van de staat.

Lotsbestemming
In het geval van de Javaanse gemeenschappen is er nooit een actie geweest om het onrecht dat hen is aangedaan recht te zetten. Redjopawiro zegt hierover dat wie bekend is met de geaardheid en de cultuur van de Javaanse immigrant en zijn nazaten, zal ontdekken dat het hier gaat om een heel erg passieve gemeenschap die zich, zeker in vroegere tijden, snel schikte in zijn lot. Dat was overigens ook een van de belangrijke redenen waarom deze etnische groep door de Nederlandse kolonisator is uitgekozen om in de toenmalige kolonie Suriname ‘contractarbeid’ te komen verrichten. “Als iets gebeurt in het bestaan van de groep is dat snel geaccepteerd en wordt het gezien als een lotsbestemming en wordt het ook opgevolgd”, legt Redjopawiro uit.

De onderzoeker zegt de kwestie van de grondenrechten besproken te hebben met minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse Zaken. Volgens hem zou het, het beste zijn als vanuit de overheid onderzoek wordt gedaan en actie wordt ondernomen om een onrecht te herstellen. In het ander geval kan vanuit de Javaanse gemeenschap ook actie ondernomen worden. “Ik ben wel voorstander van een juiste benadering. Eerst zou men zich moeten ordenen in een belangenorganisatie, dan een brief schrijven naar de regering om ontvangen te worden waarbij deze kwestie met voldoende bewijsmateriaal en gedegen onderzoek wordt besproken. Er kan dan een verzoek gericht worden om wat niet is nagekomen in de decreten, nu wel na te komen in de vorm van compensatie. De uiterste wegen wanneer dit niet helpt, zou zijn een rechtszaak te beginnen tegen de staat Suriname. Dat moet uitputtend worden benut. Als dat ook niet helpt is er altijd nog een weg open bij de Organisatie van Amerikaanse Staten”, zegt Redjopawiro.

Ingestelde dorpsgemeenschappen sinds 1938 zijn :
In Commewijne: Bakie, Tamanredjo en Stolkersijver (Javaans), Nieuw Amsterdam (Javaans, Hindostaans en Creools), Alkmaar (Hindostaans, Javaans). In Wanica:Desa (Javaans), in Nickerie Longmay en Paridise (Javaans), in Para: Berlijn (Creools), en de Inheemse dorpen Redi Doti, Powaka, Klein Poika en Casipora.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May