Rol niet-statelijke spelers in internationale betrekkingen
21 Jul 2012, 16:00
foto
Vlaggenplein. (Foto: Raoul Lith)


In Suriname hoor je weleens beleidsmakers de mening verkondigen dat zij geen boodschap hebben aan wat internationale organisaties zeggen; voor hen is alleen van belang wat staten zeggen. Weliswaar zijn de belangrijkste actoren op het gebied van internationale betrekkingen nog steeds staten, maar in de afgelopen decennia is toch wel duidelijk geworden dat landen sterk geremd en beïnvloed worden door verschillende andere spelers, die geen staten zijn. De toelating van deze niet-statelijke actoren op het terrein van de internationale betrekkingen en de erkenning van hun rol daarin, is een afwijzing van de theorie van het realisme, die van mening is dat alleen de interacties tussen nationale regeringen i.c. staten van belang zijn.

Volgens sommige commentatoren hebben staten hun alleenvertoningsrecht op het wereldtoneel allang verloren. De opkomst vanaf circa 1970 van niet-statelijke actoren en hun internationale verstrengeling hebben volgens hem ertoe geleid dat “staten een groot deel van hun greep op de buitenlandse betrekkingen hebben verloren”. Een prominente plaats wordt inmiddels opgeëist door multinationals/transnationals, internationale organisaties van zowel gouvernementele als niet-gouvernementele aard, transnationaal opererende revolutionaire en terroristische bewegingen, maar ook internationale media en transnationale diaspora gemeenschappen. In de Cotonou Overeenkomst van juni 2000 tussen de EU en de ACP worden niet-statelijke actoren zelfs formeel erkend; in artikel 6 van die overeenkomst wordt aangegeven wie tot niet-statelijke actoren (ook wel ‘complementary actors’ genoemd) gerekend moeten worden.

Indeling in groepen
De niet-statelijke actoren kunnen in verschillende groepen worden ingedeeld. Er zijn groepen binnen een staat die invloed uitoefenen op het buitenlands beleid van die staat. Deze worden sub-statelijke actoren genoemd. Als voorbeeld kan genoemd worden de Amerikaanse auto-industrie die zeer specifieke belangen heeft in het buitenlandse beleid en waarmee opeenvolgende Amerikaanse regeringen altijd rekening mee houden. In dit verband kan verwezen worden naar de bekende uitspraak van een directeur van ‘General Motors ‘what is good for General Motors is also good for America and vice versa”.
Als een ander voorbeeld kan genoemd worden de Amerikaanse bananen maatschappijen, die geruggensteund door de Amerikaanse regering via een machtige lobby de EU dwong om in 2006 een nieuw bananen regiem in te stellen, die zoals bekend voor Suriname nadelige gevolgen heeft gehad.

Transnationale en multinationale actoren
De acties van sub-statelijke actoren, ondernemers, consumenten, arbeiders en investeerders creëren een context van economische activiteiten binnen de contouren waarvan internationale politieke ontwikkelingen plaatsvinden en waarbinnen regeringen moeten opereren. Deze activiteiten van sub-statelijke spelers vinden plaats in wat nu de wereld economie wordt genoemd. Zo worden deze sub-statelijke actoren vanwege de overstijging van de nationale grenzen, transnationale actoren.
Ondernemingen kopen, verkopen en investeren steeds meer in verscheidene landen. De beslissing van een onderneming om zaken te doen in een ander land, verandert ook de relatie tussen landen, zij worden afhankelijker van elkaar met als resultaat een nieuwe context voor beslissingen die regeringen van landen moeten nemen.

De belangen van transnationale- en multinationale ondernemingen (TNO’s en MNO’s) corresponderen niet altijd met de belangen van een staat. Soms kunnen zulke ondernemingen zelfs tegen hun regering ingaan. De transnationale ondernemingen controleren vaak grotere rijkdommen en opereren internationaal efficiënter dan vele kleine landen. De invloed van TNO’s is soms zo groot dat zij ervoor kunnen zorgen dat in landen, aan hen vriendelijke regeringen aan de macht zijn of komen. Bekend in de geschiedenis is de aanzienlijke controle en invloed die de Amerikaanse ‘United Fruit Company’ had op de zogenaamde ‘bananen republieken’ van Centraal Amerika.

NGO’s
Een ander type van transnationale actor wordt gevormd door honderden Niet-Gouvernementele Organisaties (NGO’s) die bijna dagelijks op de deuren kloppen van regeringen en transnationale ondernemingen. Deze private organisaties kunnen heel groot zijn en beschikken vaak over aanzienlijke financiële bronnen. Steeds meer worden deze NGO’s erkend door de Verenigde Naties (VN) en andere fora als legitieme actoren, net als staten maar niet met dezelfde gelijkwaardigheid. Als voorbeelden van NGO’s kunnen genoemd worden: Amnesty International, Greenpeace, Oxfam maar ook religieuze groepen als de Katholieke Kerk en de Quakers en wereld sportorganisaties zoals het Internationaal Olympisch Comité en de Wereldvoetbal Bond (FIFA).

Inter-Gouvernemente Organisaties
Ook staten ondernemen acties binnen of in de context van Inter- Gouvernementele Organisaties (IGO’s) wiens leden nationale regeringen zijn. De VN en zijn organen worden beschouwd als IGO’s. Dit geldt ook voor de mondiaal coördinerende economische instituten zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank. Deze IGO’s bestaan soms uit enkele staten, maar soms ook uit alle lidlanden van de VN. Als voorbeeld kan genoemd worden de in 1960 in Bagdad opgerichte Organisatie van Olie Exporterende Landen, die de productie en het prijzenbeleid van de oliesector van zijn 12 leden probeert te coördineren . Een ander voorbeeld is de Wereld Handels Organisatie die onderhandelingen ondersteunt voor de wereldwijde verlaging van handelsbarriëres en handelregels probeert af te dwingen. Militaire allianties zoals de NAVO, maar ook groepen zoals de ACP, de Organisatie van Afrikaanse Staten, de OAS, de Caricom. Mercosur en de recent opgerichte Unasur kunnen allen beschouwd worden als IGO’s, die in het leven zijn geroepen door hun lidlanden om bepaalde taken uit te voeren, die deze landen van nut achten.

Terroristsche organisaties
Hoewel zij geen NGO’s genoemd kunnen worden opereren internationaal terroristische groepen op min of meer dezelfde wijze, hun acties zijn gericht op staten en hun bevolkingen. Het bekendste voorbeeld hiervan is 'Al Qaeda', die met de verwoestende aanvallen van 11 september 2001 heeft laten zien hoe middels kennis en inzet van de moderne technologie terroristen opereren als niet-statelijke actoren. Een wereldwijd bereik dat eens de exclusieve capaciteit was van grootmachten is nu ook beschikbaar/verkrijgbaar voor vele anderen.

Internationale media
Als een andere belangrijke niet-statelijke actor kan genoemd worden de internationale media, die tegenwoordig mede de internationale agenda bepalen. Enkele bekende voorbeelden van hoe de media de loop van mondiale ontwikkelingen kan veranderen door het vertonen van beelden van mensenrechtenschendigen is te zien bij de gebeurtenissen in Haïti in 1994, in Bosnië-Herzogovina in 1995 , in Servië in 1999 en recentelijk de NAVO acties in Libië. De vertoning van beelden van mensenrechtenschendigen in Haïti in 1994 maakten dat het Amerikaanse publiek in meerderheid het ingrijpen in dat land ondersteunde, niet zozeer om de democratie te herstellen en de afgezette Jean Bertrand Aristide weer in het zadel te helpen, maar meer om een einde te maken aan de schendingen van mensenrechten in dat land.

Transnationale diaspora gemeenschappen
Hiermee wordt bedoeld gemeenschappen van migranten die wonen of permanent gevestigd zijn in andere landen, maar bewust zijn van hun oorsprong, hun identiteit en behoud van banden in verschillende gradaties met het land van hun voorouders. De grote groep van Surinamers in Nederland kan gezien worden als de Surinaamse diaspora.
Een diaspora gemeenschap kan politiek op drie niveaus actief zijn, te weten: in het land waar zij zich gevestigd hebben; in het land waar zij of hun voorouders vandaan komen en op internationaal niveau. Als voorbeelden van de grote invloed die diaspora gemeenschappen genereren op het vlak van de internationale betrekkingen kunnen genoemd worden de Armeense, de Cubaanse, de Joodse en de Taiwanese lobby. Vanuit voornamelijk de Amerikaanse staat Florida oefenen de aldaar gevestigde Cubanen reeds tientallen jaren een grote invloed uit op het Amerikaans buitenlands beleid vis-à-vis Cuba.

Volgens schattingen zijn er volgens Joshua Goldstein thans wereldwijd circa 25000 NGO’s en 5000 IGO’s. In de hedendaagse wereld van verweven connecties van sub-statelijke actoren zijn staten nog steeds belangrijk. Maar tot op zekere hoogte worden zij langzaam opzij geduwd naarmate ondernemingen, belangengroepen en individuelen steeds meer met elkaar interacteren over nationale staatsgrenzen heen, terwijl tegelijkertijd de wereld zelf ook steeds geintegreerder wordt, aldus Goldstein. Meer dan ooit overstijgen internationale betrekkingen de interacties van nationale regeringen.
Tegen beter weten in nemen enkele beleidsmakers standpunten in waarvan zij weten dat die niet of niet meer de reflectie zijn van de realiteit. Voor deze beleidsmakers geldt het gezegde dat “het standpunt dat zij verkondigen ten aanzien van bepaalde issues bepaald wordt door de plaats die zij innemen in de machts- of gezagsstructuur waarin zij functioneren”. God zij met hen!

Rudie Alihusain
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May