Ingezonden: Historische binnenstad volledig afgebrand
06 Jul 2012, 11:00
foto
De brand die dinsdag woedde in de binnenstad, legde drie panden in de as. (Foto: Raoul Lith)


De brand die afgelopen nacht ontstond in een woning aan de Keizerstraat was er uiteindelijk de oorzaak van dat het grootste gedeelte van de historische binnenstad ten prooi is gevallen aan het alles verterende vuur. Zo zou een waar gebeurd verslag van een catastrofe kunnen beginnen in de Surinaamse en overige media in de wereld. Het vuur bleef beperkt tot drie panden op de hoek van de Jodenbreestraat en de Keizerstraat. Deze brand toonde maar eens weer aan hoe kwetsbaar de stad is met haar vele houten gebouwen.

In de verslaggeving die daarop volgde. vielen mij de afgelopen dagen een paar zaken op. Al op het moment dat de brand woedde, werd er door plaatsvervangend commandant Radjen Jakhari een verklaring afgelegd, waarin hij aankondigde dat er al een tijd wordt gewerkt aan technische brandveiligheidseisen. Dit document zal, ja let wel, over twee jaar klaar zijn en worden uitgevoerd. Het zal voorschriften bevatten over brandpreventieve maatregelingen zoals brandmelders, brandblussers en de verplichting voor eigenaren tot het schilderen van hun panden met brandwerende verf. Hierbij wordt aangegeven dat de brandweer streng zal toezien op het naleven van de regels.

Vooral dit schilderen lijkt mij een bizarre eis. Als Nederlander heb ik Paramaribo de laatste jaren een aantal keren bezocht en ik heb het idee dat de meeste panden de laatste tien jaar geen lik verf hebben gezien en dan praat ik niet alleen over particulieren maar ook overheidsgebouwen staan er haveloos bij. Het voorschrift kan wel een impuls zijn voor de Surinaamse economie. Eigen verffabrieken moeten worden gebouwd en honderden Surinamers moeten omgeschoold worden tot huisschilder om deze megaklus te gaan klaren. Het zou dus niet alleen de brandveiligheid ten goede komen maar ook werk verschaffen voor een grote groep mensen, die gezien het enorme areaal van woningen er hun leven lang werk aan kan hebben.

Twee dagen later tovert de brandweer het project ‘community safety’ uit de hoge hoed. Burgers zullen getraind worden hoe te handelen bij bijvoorbeeld het uitbreken van een brand. Zij kunnen actief bestrijden tot ‘de professionals komen aangerukt’ die verder het werk doen.
Hoe professioneel deze professionals zijn, is niet aan mij om een uitspraak over te doen. Wat mij wel opvalt is dat in de berichtgeving in Starnieuws het laatste halfjaar, regelmatig een verslag opduikt over een brand, waarbij de brandweer de panden niet kon sparen en niets anders restte dan nablussen.
Of het korps over de juiste faciliteiten beschikt, is mij niet geheel bekend, maar het is tekenend dat een commandant zonder blikken of blozen verklaart dat de ladderwagen niet kon worden ingezet omdat deze sinds januari 2011 defect is. Ik zou mij diep schamen dat apparatuur ter bescherming van de burgerij op een dergelijke manier verwaarloosd wordt.

Daarnaast is het wellicht interessant om eens na te denken over een systeem dat erin voorziet dat er op strategische plaatsen in de binnenstad permanente brandkranen worden geplaatst die niet op het reguliere net zijn aangesloten, omdat hier de waterdruk te laag voor is, maar rechtstreeks van water worden voorzien uit de Surinamerivier via een leidingenstelsel met voldoende capaciteit waarbij de waterdruk door hoge-drukpompen wordt gegarandeerd.

Dat burgers worden gewezen op een verantwoordelijkheid voor brandpreventie lijkt mij een duidelijke zaak. Maar de brandweer en de overheid zouden misschien zelf ook eens moeten kijken hoe zij zelf hun verantwoordelijkheden moeten nemen om een ramp in de toekomst te voorkomen.

Gerard Davina, Nederland
Betrokken maar kritische volger van de Surinaamse samenleving
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May