PALU had ramp 1982 voorzien

Iwan Krolis vertelde op de zitting van de Krijgsraad donderdagnamiddag dat de PALU, waar hij voorzitter van was, in 1982 de ramp had zien aankomen. “Er heerste een sfeer van haat, haat, haat en hartstocht. Er was een enorme vijandigheid in het land. In zo'n situatie ontstaan er vreselijke dingen. We zagen het al aankomen, daarom hebben 30 tot 40 kaderleden van de PALU zich teruggetrokken in een woning op Charlesburg”, aldus Krolis, verdachte in het 8 december strafproces.

Van ongeveer mei 1982 tot januari 1983 hadden de PALU-toppers zich teruggetrokken. “We hebben veel gebeden voor Suriname. We zongen dede-oso liederen om daaruit kracht te putten. We wisten dat we ons moesten terugtrekken, anders waren wij ook in de dood gesleept”, aldus Krolis. Hij had niet verwacht dat de onrustige situatie zo lang zou duren. Uiteindelijk is het geëscaleerd. “Wij hadden op 8 december geen informatie. Doorgaans konden we een kaderlid afsturen om informatie te vergaren, maar dit lukte niet. Toen zijn Errol Alibux en ik geweest naar Fort Zeelandia, maar we kwamen voor een gesloten poort te staan”, vertelde Krolis.

Toen ze op 8 december ’s avonds bij Fort Zeelandia stonden, gingen de poorten ineens open. Vakbondsleider Fred Derby, die ook was opgepakt, kwam toen naar buiten. “We hebben elkaar omhelsd en wij waren blij hem levend te zien. Hij was een dierbare vriend”, aldus Krolis. Hij merkte op dat het niet gelukt was om iemand van de leiding te spreken. Krolis benadrukte dat alleen door zelf op pad te gaan de kans groot was om informatie te krijgen. Daarom hebben hij en Alibux op 8 december besloten om zelf poolshoogte te nemen.

“We hadden de ramp voorzien. We waren zeer bevreesd over wat er zou gebeuren”, aldus Krolis die vond dat de media toen ook zorgden voor behoorlijk wat polarisatie. Dit gebeurde vooral via de radio. “Slaat u de kranten er maar op na dan zult u zien hoe de polarisatie was. Er werd haat gezaaid. Mensen bestreden elkaar. Er werd niet naar elkaar geluisterd. Daarom moesten wij ons terugtrekken en bidden. Als wij ons niet hadden teruggetrokken, zouden we ook om zeep zijn geholpen”, zei Krolis.

“Ik hoop dat er gauw een einde komt aan deze zaak. Uit de verklaring van Fred Derby is er niks dat mij belast. Hij heeft mij met Alibux gezien bij Fort Zeelandia, maar wij waren informatie aan het verzamelen”, aldus Krolis. Hij merkte op dat hij vijftien maanden lang niet is opgeroepen in deze zaak. Dat vond hij erg omdat Joyce Rahman ook belastende verklaringen afgelegd had. Zij was uit Nederland overgekomen om te getuigen “maar ik ben niet gedagvaard, terwijl ik beschikbaar was”, aldus Krolis.

Hij kon een keer niet aanwezig zijn op de zitting omdat hij nodig was in het orkest van Suripop. Auditeur militair Roy Elgin zei dat nagegaan zal worden of volstaan kan worden met de verklaring die de getuige bij de rechter-commissaris heeft afgelegd. “Ik wil graag dat deze zaak afgerond is. Straks ben ik dood en heb ik mijn naam niet kunnen zuiveren”, aldus Krolis. De president van de krijgsraad Cynthia Valstein-Montnor vroeg Krolis om positief te blijven. “Het einde nadert”, zei ze geruststellend.-.