Amnestiewet zorgt voor polemiek met rechterlijke macht

De amnestiewet heeft gezorgd voor een polemiek tussen de rechterlijke macht en de wetgevende macht. Assembleelid Asiskumar Gajadien (Nieuw Front/VHP) merkt tegenover Starnieuws op dat hij bij de behandeling van de amnestiewet hierop heeft gewezen. De krijgsraad is ook gevallen over de wijziging van de amnestiewet, die op de valreep in een recordtempo, is doorgevoerd.

Gajadien is het eens met de krijgsraad dat op basis van artikel 131 lid 3 van de grondwet De Nationale Assemblee zich niet mocht inmengen in het 8 december strafproces, dat in een eindfase was beland. “Elke inmenging inzake de opsporing en de vervolging en in zaken bij de rechter aanhangig, is verboden”, staat gegrift in de grondwet. Daarom wil de krijgsraad dat het Openbaar Ministerie eerst deze indringende vraag over inmenging moet beantwoorden.

Niet boven de wet
“Met deze gang van zaken, wordt Suriname nationaal en internationaal te schande gemaakt”, meent Gajadien. Hij benadrukt dat de drie machten elkaar in balans houden en geen van ze hoger dan de andere staat. Door de amnestiewet is door de wetgevende en uitvoerende macht (want assemblee en regering zijn verantwoordelijk voor de wetgeving) getracht de rechterlijke macht te overrulen. In de grondwet is daarom nadrukkelijk geregeld dat er geen inmenging mag plaatsvinden als een zaak al bij de rechter is.

Gajadien betoogt dat de regering en parlement de grondwet dienen te gehoorzamen. Zij leggen ook een eed af dat ze de grondwet, de hoogste wet van het land, zullen respecteren. Dit is in het geval van de amnestiewet niet gebeurd, waardoor het land nu in grote problemen zit. Daarom wil de krijgsraad eerst duidelijkheid over de inmenging.

Zorgelijk
De politicus vraagt zich overigens af of de indringende rechtsvraag die de rechterlijke macht gesteld heeft aan het Openbaar Ministerie, zal kunnen worden beantwoord door dit orgaan. Hij vindt dat het Openbaar Ministerie al decennia lang fragiel is. Gajadien vindt dat het Openbaar Ministerie de regering op eigen initiatief had moeten aangeven dat de amnestiewet een regelrechte inmenging is in het strafproces.

In geval het Openbaar Ministerie niet overtuigd is hiervan zal het vraagstuk moeten worden voorgelegd aan de gewone rechter, omdat wij nog geen constitutioneel hof hebben en het recht moet te allen tijde gesproken kunnen worden. “Ik ben bezorgd over de stappen die de vervolging nu zal nemen om deze cruciale vraag te beantwoorden. Niet ik alleen, maar ook de nationale en internationale gemeenschap kijkt met enorme zorgelijke belangstelling hierna uit", stelt Gajadien.