Kruisland: Auditeur militair moet eis tegen Bouterse stellen
12 Apr 2012, 06:00
foto
Een bekendmaking van de krijgsraad in dagblad 'De West' van woensdagavond.


De griffier van de krijgsraad heeft volgens planning bekendgemaakt dat het 8 december strafproces op vrijdag 13 april wordt voortgezet. Dan zal auditeur militair Roy Elgin, namens het Openbaar Ministerie, zijn eis tegen hoofdverdachte Desi Bouterse vorderen. "Het Openbaar Ministerie moet zijn taak vervullen en zal geen beroep kunnen doen op de amnestiewet", zegt de jurist Freddy Kruisland aan Starnieuws.

Ook al zouden het Openbaar Ministerie van de krijgsraad ambtshalve op de hoogte zijn van de amnestiewet, zij zullen als onafhankelijke instanties hun wettelijke plicht moeten vervullen. Het Openbaar Ministerie is belast met de vervolging en kan geen gebruik maken van de amnestiewet. "Pas als de advocaat van de verdachte aan het woord komt, kan hij zich beroepen op de amnestiewet, maar intussen heeft de auditeur militair gerekwireerd", voert Kruisland aan.

Artikel 297
De jurist haalt artikel 297 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering aan om zijn zienswijze te staven. Hierin staat:
1. Nadat de getuigen en de verdachte zijn gehoord kan de vervolgingsambtenaar het woord voeren en legt hij zijn vordering, na voorlezing, aan het Hof over. De vordering omschrijft de straf of de maatregel, indien oplegging daarvan wordt geëist, en vermeldt in dat geval tevens, welk bepaald strafbaar feit zou zijn begaan.

Kruisland merkt op dat 'algemeen belang' in dit stadium van het proces niet geldt. Dit is alleen mogelijk wanneer het strafproces nog niet aangevangen is. Nu zijn we bijna vier en een half jaar verder. De jurist verwijst naar artikel 222 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering.
2. Zolang het onderzoek op de terechtzitting nog niet is aangevangen, kan van verdere vervolging worden afgezien, ook op gronden aan het algemeen belang ontleend.

Toetsing
Kruisland vindt dat de opmerking in De Nationale Assemblee kant noch wal raakt dat de rechter niet bevoegd is de wet te toetsen. "Het is juridische kolder". Het Openbaar Ministerie en de krijgsraad hebben een eigen verantwoordelijkheid en zij zijn onafhankelijk. Zij kunnen geen rekening houden met een amnestiewet, zonder te kijken naar hun grondwettelijke taken. In artikel 69 van de grondwet staat dat "de wetgever, de regering en overige overheidsorganen nemen de bepalingen van de grondwet in acht". Kruisland wijst erop dat het Openbaar Ministerie en de krijgsraad overheidsorganen zijn en een onafhankelijke status hebben.

In artikel 106 van de grondwet staat dat "Binnen de Republiek Suriname geldende voorschriften vinden geen toepassing, wanneer deze toepassing niet verenigbaar zou zijn met een ieder verbindende bepalingen van overeenkomsten, die hetzij voor, hetzij na de totstandkoming van de voorschriften zijn aangegaan". Kruisland wijst erop dat de amnestiewet in strijd is met bepalingen in het 'internationaal verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten' en de American Convention on Human Rights. Suriname is lid van beide internationale verdragen.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May