Standpunt regering over wijziging amnestiewet

De regering heeft vandaag op haar website een verklaring gepubliceerd over de aanname en afkondiging van de gewijzigde amnestiewet van 1992. Een amnestieregeling is niet een zuiver juridisch technische aangelegenheid, maar meer een politiek-maatschappelijke kwestie, en dient aldus uitgevoerd te worden in samenhang met waarheidsvinding en verzoening", stelt de regering.

De verklaring luidt als volgt:
"Op 30 september 1987 heeft het Surinaamse volk, bij referendum van meer dan 80%, gestemd voor een nieuwe Grondwet van de Republiek Suriname.

In deze Grondwet zijn onder meer de volgende bepalingen vastgelegd:

Artikel 8 lid 2: "Niemand mag op grond van zijn geboorte, geslacht, ras, taal, godsdienst, afkomst, educatie, politieke overtuiging, economische positie of sociale omstandigheden of enige andere status gediscrimineerd worden."
Artikel 55 lid 1: "De Nationale Assemblee vertegenwoordigt het volk van de Republiek Suriname en brengt de soevereine wil van de natie tot uitdrukking."
Artikel 70: "De wetgevende macht wordt door de Nationale Assemblee en de regering gezamenlijk uitgeoefend."
Artikel 71 lid 1: "De Nationale Assemblee is bevoegd te beslissen over alle wetsontwerpen, die aan haar ter goedkeuring worden voorgelegd."
Artikel 72 lid g: "Onverminderd hetgeen elders in de Grondwet voor regeling bij wet is voorbehouden, dienen de volgende onderwerpen in ieder geval bij wet te worden vastgesteld: (g.) het verlenen van amnestie of abolitie."
Artikel 78: "Ieder lid van de Nationale Assemblee heeft het recht ontwerpen van wet aan de Nationale Assemblee ter behandeling voor te leggen."

Op grond van deze bepalingen hebben enkele leden van de Nationale Assemblee het initiatief genomen een wetsvoorstel in te dienen tot wijziging van de Amnestiewet van 1992 die bepaalt dat allen die strafbare feiten hebben begaan, zoals bij die wet bedoeld, in de periode 1 januari 1985 tot en met 19 augustus 1992, gevrijwaard worden van vervolging. Daar deze wet geen betrekking heeft op de gehele periode strekkende van 1980 tot en met 1987, noch voorzag in het instellen van een waarheidscommissie, heeft zij slechts gedeeltelijk ertoe geleid dat voorwaarden werden gecreëerd ter beteugeling van de toen heersende spanningen binnen onze gemeenschap, en niet geresulteerd in het bereiken van volledige rust en stabiliteit.

Het wetsvoorstel dat na langdurig debat in onze Nationale Assemblee thans is aangenomen beoogt dan ook, indachtig het gelijkheidsbeginsel zoals vastgelegd in Artikel 8 van de Grondwet, het discriminatoire aspect van de Amnestiewet van 1992 weg te werken door de periode van amnestie uit te breiden en te doen gelden van 1 april 1980 tot en met 19 augustus 1992. De wet bepaald ook de instelling van een Waarheids- en Verzoeningscommissie, welke sedert 1998 reeds was aanbevolen door de nationale conferentie "Waarheid en Gerechtigheid: Op Zoek Naar Verzoening in Suriname", georganiseerd met technische assistentie van het Inter-Amerikaanse Instituut voor Mensenrechten (IIHR) en met participatie van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV) en de regering van Suriname.

Amnestie heeft een eigen aard, karakter en betekenis. Een amnestieregeling is daarom niet een zuiver juridisch technische aangelegenheid, maar meer een politiek-maatschappelijke kwestie, en dient aldus uitgevoerd te worden in samenhang met waarheidsvinding en verzoening. Het is van groot belang dat bij het verlenen van amnestie rekening wordt gehouden met de gevoelens welke leven in de maatschappij, in het bijzonder van groepen en personen die daarbij direkt betrokken zijn. Het einddoel is de weg te openen naar algehele verzoening, vrede en harmonie in die samenleving.

De meerderheid van De Nationale Assemblee heeft zich bij het nemen van dit besluit laten leiden door de opgedane ervaring en resultaten van andere landen die de weg van waarheidsvinding en verzoening hebben gevolgd. Als gevolg hiervan is een bijzondere bepaling toegevoegd aan de Amnestiewet van 1992 welke vaststelt, de instelling van een Waarheids- en Verzoeningscommissie die tot taak heeft haar bevindingen en aanbevelingen te rapporteren, na gedegen onderzoek en met inachtneming van alle verplichtingen die voortvloeien uit internationale verdragen waaraan de Republiek Suriname zich heeft gecommitteerd.

De wijziging Amnestiewet 1992 is inmiddels, conform de Surinaamse Grondwet, bekrachtigd en afgekondigd."