Kanhai voert aan dat Nederland precies weet wat er is gebeurd in december 1982. Daarom is het archief voor zestig jaar achter slot en grendel geplaatst. Er wordt geen openheid van zaken gegeven. De advocaat merkt op dat belangrijke getuigenverklaring door de Krijgsraad zijn genegeerd. Hij noemt onder andere de verklaringen van Peter van Haperen, Ivan Graanoogst en Henk Venoaks. Een rapport over een coupvoorbereiding door slachtoffers die overgelegd was, is door de Krijgsraad terzijde gelegd. 

De raadsman zegt niet verrast te zijn door de uitspraak. Hij zegt dat Bouterse op vrije voeten blijft totdat in hoger beroep de zaak zal zijn beslecht. Volgens hem kan een hoger beroep wel tien jaar duren. De gemiddelde wachttijd voor een zaak in behandeling genomen wordt van mensen die gevangen zitten, is zes jaar. Na het verzet tekent Kanhai beroep aan tegen het vonnis, waarmee hij niet verrast is.