Moko-ziekte onder controle, geen uitbraak
27 Mar 2018, 00:01
foto
De Moko-ziekte heeft aanzienlijke schade toegebracht aan de bacovenindustrie in Midden-Amerika en de Caribische regio.(Foto: FAO)


“Heel alarmerend” omschrijft Dayanand Dwarka, bondsvoorzitter van de werknemers van het bacovenbedrijf te Nickerie, de situatie in de sector. Landbouw-onderdirecteur Ashwin Ramdin zegt daarentegen: “Er is geen reden tot paniek.” Beiden hebben het over de ontwikkeling van de Moko-ziekte, een bacteriële ziekte die de bacovenplanten aantast en grote schade toebrengt aan de aanplant. In 2015 is bijna 400 hectare van de aanplant van de Food and Agricultural Industries (FAI) verloren gegaan door de ziekte.

Eenieder die rijdt over de ingenieur M.N. Ataoellah weg in Nickerie ziet goed verzorgde bacovenarealen. Het beeld verandert echter na de afslag naar SouthDrain. Naast het Adron-terrein richting SouthDrain zijn vergeelde en verdorde bacovenaanplanten te zien (het zogenoemde Nickerie II areaal). Volgens Dwarka heeft de Moko-ziekte zich in één tot anderhalf jaar alarmerend verspreid. “We maken ons zorgen over de snelheid waarmee de ziekte zich verspreidt,” zegt de vakbondsleider aan Starnieuws.
De verdorde arealen zijn het resultaat van het spuiten met glyfosaat, zegt onderdirecteur Ramdin. “Er is geen uitbraak van de Moko-ziekte,” benadrukt hij.

In 2015 werd de ziekte geconstateerd op Jarikaba. Er is toen met de bedrijfsleiding en met de afdeling Plantenbescherming van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij gewerkt om verspreiding van de ziekte te voorkomen. “Het is ons gelukt de ziekte beheersbaar te houden.” Buiten de arealen van FAI is de ziekte niet aangetroffen, weet Ramdin. “Waar we enigszins een vermoeden hadden, hebben we uit voorzorg hele blokken waar de vermoedelijke planten stonden, aangepakt.” De protocollen die vanaf de ontdekking van de ziekte in 2015 in werking zijn getreden, gelden nog steeds.

Dwarka beklaagt zich dat de autoriteiten geen oor en oog hebben voor de sector. “We worden aan ons lot overgelaten. Ik vind het heel jammer dat de beleidsmakers niets doen.” Hij zegt dat een enorme investering verloren is gegaan doordat de nieuwe aanplant van 2015 nog voor de oogst werd besmet. “We werken met man en macht om de ziekte te beteugelen.” Dwarka wijst erop dat de besmetting niet alleen door mensen, maar ook door dieren plaatsvindt. Het gaat er nu om dat iedereen de voorgeschreven instructies stringent opvolgt.

De onderdirecteur Landbouw zegt dat verdachte en besmette planten met glyfosaat worden bespoten. “Het is goedkoop, het meest voor de hand liggend en effectief.” Hij wijst erop dat Suriname nog geen wetgeving heeft om het gebruik van glyfosaat te verbieden. Ramdin legt uit dat ziekten en plagen van tijd tot tijd de kop opsteken. Ofschoon de regen verspreiding van de ziekte makkelijker maakt, benadrukt hij dat er geen gevaar is. “Als de ziekte er is, dan beperkt die zich tot de arealen van FAI. En met de leiding hebben we geregeld contact. Voor zover ons bekend, is de besmetting beheersbaar gebleven.” De functionaris waarschuwt dat we ervoor moeten waken om paniek te zaaien. “De sector is te gevoelig om daar lichtvaardig mee om te gaan.” FAI is een dochteronderneming van Univeg NV en heeft volgens Ramdin de internationale kennis en kunde in huis om te kunnen omgaan met de ziekte.
Advertenties