Na ‘Panama-papers’: nu Suriname Papers?

De ‘Panama-papers’ heeft wereldwijd veel losgemaakt; dit is maar het begin der weeën voor hen die op de lijsten voorkomen als eigenaar van ettelijke miljoenen euro’s/dollars in belastingparadijzen. Belastingontwijking of belastingontduiking? Feit is dat er ettelijke lieden wereldwijd jaren in staat (geweest) zijn om door van allerlei constructies hun vermogens weg te stoppen, ver van de ogen van de belastingdiensten. Miljoenen documenten moeten nog worden bekeken, geanalyseerd en openbaar gemaakt.

Toen de ‘Panama-papers’ hot item werden, moest ik direct terugdenken aan het onderzoek van The International Consortium of Investigative Journalists. In dit rapport lezen wij dat de HSBC Bank in Zwitserland 60 duizend documenten in bezit heeft, waaruit blijkt dat personen (groepen) uit 30 landen in de Caribbean en Latijns-America samen astronomische bedragen hebben op geheime bankrekeningen in Zwitserland. Deze publicatie in Caribbeannewsnow.com komt van een voormalige HSBC bankmedewerker (klokkenluider) Herve Falciani.

De lijst doornemende viel mijn oog op 'SURINAME' waar 9 cliënten(..) bij elkaar totaal U$ 722,3 miljoen! hebben staan op een geheime rekening.
Volgens deze klokkenluider zijn dit bedragen welke in de periode 2006/2007 bekend zijn.

Bij mij als leek kwamen er allerlei vragen bovenop drijven:
• Wie maakten deel uit van de regering in de periode 2006/2007?
• Wie zijn deze ‘Surinamers’ die bij elkaar dit astronomisch bedrag hebben verzameld?
• Waar is dit geld afkomstig van? Is dit gemeenschapsgeld?
• Is dit geld weggeloodst uit Suriname via allerlei dubieuze constructies?
• Ligt hier een deel van de 3,5 miljard Nederlandse guldens die bij de soevereiniteitsoverdracht aan Suriname in 1975 werd geschonken door Nederland?

Over de 3,5 miljard, toen nog harde Nederlandse guldens, valt veel over te zeggen en te schrijven. De Surinaamse burgers hebben niets van dit geld teruggezien in echte ontwikkelingsprojecten. Veeleer betrof het 2 of 3 megalomane projecten (West-Suriname project) die geen lang leven hadden. De rest van het geld is ergens verdwenen en werden geen vragen meer gesteld in het parlement van toen. Opvallend was wel dat 2 zeer belangrijke onderzoeksinstituten, o.a. de Rekenkamer van Suriname en de CLAD, geen missiven meer kregen om hun werk goed te kunnen doen. Wij weten dat de Rekenkamer van Suriname stiefmoederlijk werd (en wordt) behandeld en zij jaren een president moesten ontberen. Om maar te zwijgen over de CLAD (een prima onderzoeksinstituut in de jaren 70 van de vorige eeuw die bijkans elke maand met onthullingen kwam over financieel wanbeleid bij vooral de zgn. staatsbedrijven. Juist dit onderzoeksinstituut is in de periode zoals genoemd door de klokkenluider (vanaf 1980 - heden) monddood gemaakt.
• Zeer opvallend hetgeen vele vragen oproept wie deze ‘cliënten’ uit Suriname zijn
• Voor een leek als ik rijst de vraag waarom deze 9 personen hun geld niet op een normale wijze op een bank in Suriname konden storten. Waarom een geheime bankrekening in Zwitserland dit astronomisch bedrag parkeren?
• Nog opvallender is dat geen enkel DNA-lid vragen gesteld heeft inzake deze kwestie ( toen het rapport uitkwam). Hebben de heren/dames van de DNA geen weet van dit rapport?
• Bij DNA-leden uit beide kampen heerst er radiostilte ( ..)

Wat deze dames en heren DNA niet doorhebben, is dat zwijgen over deze materie waar het Suriname betreft, tot een vorm van ontwrichting van de democratische besluitvorming kan leiden. Als mijn analyse klopt en het rapport van deze klokkenluider juist blijkt te zijn, dan kunnen wij gerust spreken van financieel-economische criminaliteit. Dit soort criminaliteit werkt ondermijnend voor het democratisch functioneren van een samenleving. In het verlengde van de gevaren die de zgn. georganiseerde criminaliteit met zich meebrengt, ook financieel-economische criminaliteit de verhouding tussen het privaat-ondernemingsschap en het openbaar staatstoezicht ontwricht. Als hierbij sprake is (geweest) van het betalen van smeergelden, lobbyen en het uitoefenen van invloed door hooggeplaatsten in ons land, dan is hier sprake van corruptie op het hoogste niveau.

Corruptie is vanuit bedrijfsmatig oogmerk weliswaar een duur concurrentiemiddel, dat het aanwenden van bepaalde kennis en vaardigheden veronderstelt, maar tezelfdertijd een dat erg discreet en clandestien functioneert. Bij een corrupte transactie is er (bewust) geen individuele slachtoffer. De corrumperende partij en de gecorrumpeerde partij winnen immers beide bij het stilzwijgen van de transactie. Hierdoor wordt het overheidshandelen gevictimiseerd.
Het is duidelijk dat (als er sprake is van corruptie in dit geval) de integriteit van de reguliere democratische besluitvorming wordt aangetast hetgeen zeer ernstig is.
Wij kunnen dus hier spreken van ‘ witteboordencriminaliteit’. Dit fenomeen is niet enkel een groot financieel verlies voor ons land, maar leidt ook tot wantrouwen en doet afbreuk aan sociale waarden en normen en kan leiden tot een grote mate van sociale desorganisatie hetgeen nu al merkbaar is in onze samenleving.

Surinaamse crisis?
Nu lees ik in Starnieuws van 14 april dat het IMF akkoord gaat met een lening van US$ 478 miljoen aan Suriname om de crisis(?) te bestrijden. Er komt wederom een ‘aanpassingsprogramma’ waardoor de hardwerkende medisch specialisten in het AZ hun salaris tegemoet mogen zien; de stakende leerkrachten die al jaren roepen om een betere beloning voor dit o zo belangrijk werk; de landbouwers die ook missiven tegemoet mogen zien zodat de land- en tuinbouwsector weer kunnen floreren. Zo ook andere beroepsgroepen die door deze crisis het water aan de lippen ziet stijgen.

Opvallend is dat zij die zichzelf als ‘alternatief zien’ vergeten zijn, dat in de zeventiger jaren wij ook een zgn Aanpassingsprogramma hadden (toen was Suriname nog een deel van het koninkrijk der Nederlanden en kreeg ons land met toen nog geen 350 duizend inwoners, jaarlijks NF 300-500 miljoen aan ontwikkelingshulpgelden). Anderen met mij vragen zich nog steeds af wat er zoal met dit geld is gedaan(… ). De huidige oppositieleden roepen nu moord en brand, maar het waren juist de partijcombinaties NPS/VHP/PNP/KTPI e.d. die de vrije hand hadden in de besteding van de honderden miljoenen NF ontwikkelingshulp gelden. Zit een deel van dit geld op de HSBC bank in Zwitserland?

Ik zit geen reclame te maken voor de misstanden van deze regering, want er zijn vele zaken die fout zijn gegaan en nog steeds fout gaan, daar er figuren op posten zitten zonder enige weet van zaken en er een zootje van maken.
In mijn optiek is deze regering te log (17 ministers in een land met nog geen 500duizend inwoners is belachelijk: wij kunnen het best af met een kabinet met 6 ministers). Het is een kwestie van bestuurskundig reorganiseren! Maar dit is niet ter zake doende.

Verantwoording DNA
Als DNA zichzelf serieus neemt zou zij nu - analoog aan de Panama-papers’ - eisen dat er een grondig onderzoek komt naar de herkomst van de U$ 722,3 miljoen die in handen zijn van 9 personen, afkomstig uit Suriname.
Het is nu tijd om namen openbaar te maken van deze personen en de CLAD en de Rekenkamer van Suriname (ondersteund door het OM) de ruimte te geven een diepgaand onderzoek te verrichten naar de herkomst van deze gelden.

Als dan blijkt dat het gemeenschapsgeld betreft, dan zal een constructie bedacht moeten worden om deze gelden terug te laten vloeien in Staatskas en de ‘eigenaren‘ van dit geld te vervolgen. Naming and Shaming!!! De zgn crisis in Suriname kan in één klap worden opgelost.

Als het geld betreft, afkomstig van criminele activiteiten in Suriname, dan is het OM aan zet! Maar zolang de leden van de coalitie als mede de oppositie zwijgen als het graf bij deze openbaarmaking heb ik mijn twijfels over de politieke integriteit in Suriname( waar wij de laatste tijd zo vaak over horen).

Het doet mij dan denken aan een uitspraak uit de Bijbel bij monde van Prediker (Koning Salomo):
Prediker 5: 7
“Indien u onderdrukking van de arme en beroving van recht en gerechtigheid in het land ziet, wees dan over dat verschijnsel niet verbijsterd. Want de ene hooggeplaatste houdt de hand boven het hoofd van de andere hooggeplaatste, en nog andere hooggeplaatsten letten op hen..”


Colvin Overdiep