Denigrerende uitlatingen jegens een politiek leider
De vraag die aan de orde komt is, hoe ver een politicus zonder vrees voor aansprakelijkstelling kan gaan met uitspraken over een politieke tegenstander.
Beledigende uitlatingen hebben een strafrechtelijke en een civielrechtelijke kant. Iemand die zich schuldig maakt aan het strafbare feit van belediging kan een gevangenisstraf of boete opgelegd krijgen. Hiervoor is nodig dat de beledigde partij een klacht indient bij het Openbaar Ministerie (O.M.), daar belediging tot de categorie ‘klachtdelicten’ behoort. De meeste strafbare feiten zijn ambtshalve vervolgbaar d.w.z. dat het O.M. zonder aangifte of klacht tot vervolging mag overgaan. Aangifte betekent het onder de aandacht van de bevoegde autoriteiten brengen dat een strafbaar feit gepleegd is, terwijl het indienen van een klacht noodzakelijk is voor de bevoegdheid van het O.M. om tot vervolging te mogen overgaan, bij de categorie van de zgn klachtdelicten.
In de praktijk komt een strafrechtelijke vervolging wegens belediging weinig voor. In de Surinaamse rechtsgeschiedenis is één van de bekende beledigingszaken, die tegen Grace Ruth Schneiders-Howard, die in 1912 veroordeeld werd tot een gevangenisstraf van twee maanden.
De beledigde partij pleegt in het algemeen in kort geding al dan niet gepaard gaande met een boete en/of een eis tot schadevergoeding te vorderen dat de rechter de wederpartij veroordeelt om de gewraakte uitlatingen te rectificeren. Voor de toewijzing van de eis moet worden vastgesteld dat de gemaakte opmerkingen ten opzichte van de eiser, onrechtmatig zijn. Stein is van mening dat uit de (Nederlandse) rechtspraak blijkt dat een politicus ver kan gaan in het openbaren van zijn opvattingen. “De grenzen van toelaatbare kritiek op een openbaar bestuurder als publieke persoon zijn ruimer dan met betrekking tot een burger als private persoon”, aldus Stein. Dit betekent volgens laatstgenoemde dat een openbaar bestuurder zich heftiger kritiek moet laten welgevallen dan een burger. Het politieke debat behoeft volgens de auteur niet noodzakelijkerwijs in het parlement plaats te vinden, maar ruime uitingsvrijheid en een smalle marge voor de beperking van die vrijheid wordt aanvaard.
De marge betreft met name uitingen over het privé leven van de opponent of haatzaaierij. Die zijn in het politieke debat niet toegestaan, want dat zijn uitlatingen die niet behoren tot het politieke forum. Voor deze in het publieke debat toegekende vrijheid, bestaat volgens Stein een goede grond. Het politieke debat verschaft elke politicus de gelegenheid om de tegen hem uitgesproken aantijgingen te weerleggen. Volgens de auteur is het publiek de arbiter die bij de verkiezing de één in het gelijk en andere in het ongelijk stelt: daar hoeft geen rechter aan te pas te komen. Hiertegen kan de kanttekening gesteld worden dat anders dan de rechter, het publiek niet als een objectieve arbiter beschouwd kan worden. Immers is het publiek gemakkelijk te beïnvloeden door politieke leiders, die hun charismatische aanleg daarvoor aanwenden.
Stein vindt het jammer dat de kantonrechter in de onderhavige zaak de oplossing in een andere richting heeft gezocht. Santokhi voerde als verweer aan dat hij de gewraakte uitspraken zou hebben gedaan in de hoedanigheid van voorzitter van VHP. Dit betekent volgens laatstgenoemde dat de uitlatingen niet aan hem, maar aan de VHP moesten worden toegeschreven. Stein noemt het verweer van de gedaagde onwaarschijnlijk (gekunsteld) en het verbaast hem dat de kantonrechter de vordering op die grond heeft laten stranden.
Hij zou het overtuigender hebben gevonden wanneer de kantonrechter had beslist dat door de rechter grote terughoudendheid moet worden betracht bij de veroordeling van een politicus ter zake van zijn uitspraken.
Over de vraag of de VHP als ‘gevoegde’ partij tot schadevergoeding kon worden veroordeeld, zegt Stein het navolgende: “om een partij in een rechtsgeding te kunnen veroordelen, dient tegen hem een gemotiveerde eis te worden ingesteld, gepaard gaande met een oproeping om als gedaagde aan het proces deel te nemen”. Bij voeging is volgens de auteur van een dergelijke eis en oproeping geen sprake, zodat veroordeling niet mogelijk is. Stein vindt de uitspraak van de kantonrechter op dit punt dan ook geheel terecht.
Hoewel het in casu om een betrekkelijk korte noot gaat, zonder uitvoerige verwijzingen naar literatuur en rechtspraak, mag aangenomen worden dat het van grote betekenis kan zijn voor toekomstige processen over denigrerende uitlatingen met een beledigend karakter in een politieke context gedaan.
Carlo Jadnanansing
Paramaribo, 21 december 2015.
Vandaag
Gisteren
- Column: Borrelpraat no. 897
- Tijdelijke wegafsluitingen om defiléoefeningen
- Tussen olie en oceaan: Suriname op weg naar een blauwe toekomst
- Taptoe valt in de smaak: spektakel en discipline bij 50 jaar Srefidensi
- Krachtige tornado verwoest Braziliaanse stad, zes doden en honderden gewonden
- Vreedzaam eist onderzoek naar gronduitgifte in inheemse gebieden
- De China Import Expo als springplank naar de wereldmarkt
- Rusland over Chinalco: We jagen geen serieuze investeerders weg; president op de hoogte
- Autobestuurder slachtoffer gewapende overval Mawakaboweg
- Bestaat het recht van allodiale eigendom en erfelijk bezit nog?
- Paz beëdigd als president van Bolivia, belooft 'kapitalisme voor iedereen'
- Regen en zon wisselen zich af op deze zondag
- Wat u moet weten over COP30, de VN-klimaatconferentie van dit jaar
- Natio-manager Brian Tevreden in beeld als technisch directeur Ajax
- Simons: Regering niet in gesprek met Chinalco
Eergisteren
- Onafhankelijkheid: Geen revolutie, wel emigratie
- Regering bespreekt nieuw onderwijssysteem met donoren en investeerders
- Leger des Heils maakt met SRD 50.000 goede start bij kerstpottenactie
- Braziliaanse bijen vallen echtpaar aan in weiland
- Finabank boekt halfjaarlijkse winst van SRD 230 miljoen
- Het deviezenstelsel, GLIS-vertragingen en stichtingen binnen vastgoedtransacties
- Caricom betuigt medeleven bij overlijden ex-president Venetiaan
- Simons: Bossen moeten eerlijk worden beloond voor hun bijdrage aan het klimaat
- Geen strafvermindering verdachte seksueel misbruik
- Warm en wisselvalling weer
- COP30: China bevestigt versnelde groene transitie en versterkte klimaatambities
- CBvS versterkt inzet voor financiële inclusie en educatie
- BLTO: stop verdere ontwrichting beroepsonderwijs; ultimatum over Van Sypesteynschool