Politieke Borrelpraat (PBR) deel 90
25 Mar 2012, 19:35
foto


“Zo jongens, geef me snel een borrel, ik kom net van het Plein.”
“Hier, drink, ben je je leider gaan ondersteunen?”
“Hij is onze nationale leider, onze verlosser!”
‘Jouw nationale leider en messias misschien, niet de mijne.”
“Jouw leider is zeker één van die deBekker en Nekker-figuren die hier alleen maar zijn om de oudkoloniale belangen via religie en diplomatie te verdedigen.”
“Nou, die pastor-adviseur van je Baas hangt toch hetzelfde Testament aan als die deBekker en Nekker en anderen?”
“Heren, laat religie erbuiten, daar komt alleen de Here daarboven uit, wij niet.”
“Goed, Ron zei dus dat hij net van het Plein kwam, was er deze keer weer wide screen?”
“Ehm... nee.”
“Hm..., bezuinigingen; ministers hebben ook een uitreisverbod.”
“Hé, eindelijk. Alleen de ministers die elke dag om kwart voor zeven op kantoor zijn, mogen eens per jaar op dienstreis.”
“Waren de 8.000 aanhangers komen opdagen?”
“Wel, nou ja, ik ben niet gaan tellen, maar ik denk dat het er een beetje minder waren.”
“Ondanks het feit dat de ambtenaren van OW verplicht waren om te gaan?”
“Zeg geen nonsens, niemand kan niemand verplichten. Of je gaat, of je blijft aan het werk. Maar je gaat niet naar huis, dat niet.”
“Maar er was wel tent, stoelen en njang-dringi.”
“Natuurlijk, dat hoort erbij.”
“Op kosten van de belastingbetaler?”
“Ach, gezeur van jou steeds met dat ‘op kosten van de belastingbetaler’. Dat jarenlange schertsproces te Boxel is toch ook op kosten van de belastingbetaler? Waarom vind je dat niet erg?”
“Ik betaal graag om moordenaars achter slot en grendel te zetten.”
“Dan moet je die moordenaars wel met harde bewijzen kunnen aantonen en niet met geroddel zoals: ik zat op het balkon en hoorde vertellen dat Sjaak erbij was en dat Pietje gezegd zou hebben dat Johan gezien zou zijn bij verdachte Billy thuis en dat Siegmien samen met Adelien op zoek zijn gegaan naar het adres van slachtoffer Leendert.”
“Dokt Bamli daarom in P’tata? Het zou een mooie kans voor haar zijn om alles te spuien, onder ede natuurlijk.”
“Bij haar zou het worden:’onder mijn-ede’; dat mek ai dok foe kong getuig.”
“Nonsens, ze dokt niet. Waarom zou ze?”
“Onder ede dingen verklaren is heel wat anders dan diezelfde dingen via de ether rondkwetteren.”
“Je kan het niet hebben dat Bamli keihard de waarheid zei over die moordclub.”
“Nou, dan wat zeg je over die Bloemendaal, een van de groep van 16 die op 25 februari ’80 overnam, die nu zwaar belastende verklaringen tegen zijn ex-comma aflegt? Nu gaan die bewijzen boven water komen.”
“Wie gelooft nou iemand die opeens als een krols parkietje fluit en zelf bekent dat hij gedurende het proces links en rechts geld heeft aangenomen?”
“Hij is inderdaad een beetje in de war, want hij verklaart dat Hawker op weg naar zijn ouders is doodgeschoten. Maar Hawker, ook een van de groep van 16, is helemaal niet op 8 en 9 december gedood, maar op 21 maart, tijdens de coup van Rambocus, en hij was echt niet op weg naar zijn ouders, maar was zwaargewond uit het AZ gesleurd en lag op een brancard met infuus en al in het Fort Zeelandia en daar is hij standrechtelijk na een soort verhoor door een krijgsraad te velde geëxecuteerd.”
“Een gewonde militair executeren is tegen alle internationale wettelijke regelingen die het militair handelen betreffen.”
“En zo een flagrante schending van het militair recht verjaart nooit. De daders zijn nog altijd zelfs internationaal vervolgbaar.”
“Gek nò, dat men hiervan nooit een zaak heeft gemaakt.”
“We hadden het over Ruben Bloemendaal die bekende geld te hebben aangenomen.”
“Ehm.., ai no, dat faja wel. A man taki dat Baas sreef nak’ing wan enveloppe nanga somen’ duizenden Amerkang dalla. Maar na telling bleek er honderd dollar te weinig in te zitten.”
“Hoe komt dat?”
“Mogelijkheid 1: de enveloppe-vuller kon niet tellen.”
“Twee: de enveloppe-vuller heeft een honderdje voor zichzelf gehouden: vulkosten.”
“Drie: De bezorger van de enveloppe heeft een honderdje transportkosten voor zichzelf gehouden.”
“Vier: de ontvanger kon niet goed tellen.”
“Of vijf: de ontvanger nam een honderdje eruit voordat hij begon te tellen en was dat door de aanblik van al dat vervloekt groen vergeten.”
“Moro leuk: a advkati foe Baas lieb ook toe wan moni djie Bloemendaal: 250 srd.”
“Ai boi, wat een groot bedrag! Die verraadt z’n afkomst met die zuinigheid.”
“Plus dat klage n’a Bloemendaal dat ing doe sofoeroe djie Baas, maar dat Baas no saka neks djing.”
“Kies’ing mooi. Hebzuchtig ding.”
“Zomaar nemen jullie aan dat die in-de-warfiguur de waarheid spreekt.”
“Misschien was ‘advkati’ de brenger des enveloppes.”
“Dan maakt mogelijkheid drie grote kans.”
“Weten jullie dat deze Bloemenman op de nacht van de coup sloten van wapenkamers, en op de marinebasis met bovenmenselijke krachten aan zijn zijde, wist open te krijgen? ‘A djeers tak mi bin kies wan winti’, zegt hij zelf daarover in dat boek van Jozef Slagveer.”
“Wrang hè, en die Jozef was nou net degene die als eerste werd geëxecuteerd, volgens mij op de avond van 6 op 7 december.”
“Ja, nadat hij met gezwollen gezicht een verklaring had voorgelezen die door de STVS werd uitgezonden, terwijl je daarop kon zien dat iemand op een typische manier zat te roken naast de cameraman.”
“En daags daarna verklaarde iemand vol bravoure via de tv dat ‘...het persbureau Informa opgehouden had te bestaan.”
“En op de tweede avond werden de overige mensen uit hun bed gelicht; een paar zijn de dans ontsprongen: ene was bezig te verhuizen, en was net in zijn nieuwe woning en die andere was in het buitenland. Zijn vrouw werd wakker door gestommel bij d’r slaapkamershutters; met een metalen ding, waarschijnlijk de loop van een geweer, werden de gordijnen opzijgeschoven en een barse stem vroeg:’Waar is uw man?’ Half slaperig zegt ze:’Hij is in het buitenland.’ En toen gingen ze weg.”
“Tjakkes, zal je maar gebeuren. Maar er was een mooi voorstel van een broer van één van de slachtoffers dat er net als in Zuid-Afrika een Waarheidscommissie moet komen. Wie wordt opgeroepen en daar alles openbaarlijk eerlijk verklaart, krijgt amnestie. Wie niet verschijnt, gaat voor het gerecht.”
“Ai, ik kreeg het artikel ook doorgemaild. Mooi voorstel, maar alvast te laat om het uit te voeren.”
“Het was al jaren terug gedaan, maar de haviken vonden dat te slap: het monster en de zijnen moesten achter slot en grendel. Wraak, wraak, bloedwraak.”
“Rustig mang, je flit hier alles en iedereen onder.”
“En voordat we er eens mee zijn wie er in de voorbereidingscommissie gaat zitten die gaat beslissen wie in de waarheidscommissie gaat zitten, zijn we jaren verder, want we houden er in dit land toch zo van om het met elkaar eens te worden en te zijn.”
“Maat wat ik wel zou willen weten, is wie er in de Bloedraad zaten, laat Bloemendaal die namen noemen.”
“Bloedraad? Bloedraad? Wat was dat.”
“Ja, dat weet je niet; je was toen nog geen tien jaar oud.”
“Er bestond geen Bloedraad; dat is neo-koloniale subversieve anti-proletarische revisionistische propaganda.”
“Ja, ja, jij weer met je holle linkse termen. Er was wel degelijk een Bloedraad; die bestond uit radicale burger-adviseurs van het Militair Gezag en uit toppers van dat gezag en/of uit prominente leden van de groep van 16.”
“En wat moet die Bloedraad volgens jou hebben gedaan?”
“Die heeft de dodenlijst samengesteld, oftewel de lijst van ‘subversieve’ elementen die een ‘gevaar’ voor de revolutie betekenden. De zaak was goed opgejut door het bezoek van Maurice Bishop, minister-president van Grenada die hier begin december olie op het vuur heeft gegooid, met z’n: “If I was commander-in-chief, I would know what to do.”
“Hoe? Wat? Wanneer zou kameraad Bishop dat gezegd hebben?”
“Toen tijdens zijn bezoek aan de Kazerne de stroom werd uitgeschakeld, waarschijnlijk opzettelijk, door actievoerende werknemers van de EBS die waren aangesloten bij de Moederbond, die het bezoek van deze linkse leider boycotte. Hij moet dat aan Bevel hebben gezegd. Hij vond dat die veel te zacht was voor oppositionele krachten.”
“Als dat zo is, heeft die kameraad Bishop nauwelijks een jaar later op z’n eiland z’n pai gehad voor deze ophitsing en bemoeienis in interne aangelegenheden. Hij werd zelf geëxecuteerd in Fort Rupert door opstandige militairen.”
“Maar nu zitten buitenlandse machten ons volk onderling op te jutten, en dat mag, want ze zijn van de westerse kliek.”
“Als je zo tegen ze bent, dan ga achter het voormalige IJzeren Gordijn wonen, maar probeer hier geen IJzeren Gordijnland te maken.”
“Heren, heren, Carl de Kristen heeft gelijk. Er wordt weer eens gepolariseerd in dit land.”
“We gaan aan polarisatie ten onder.”
“Wij willen ons steeds laten ophitsen, óf door links, óf door rechts. En als een van die twee wint, zijn wij weer eens de verliezers, want nooit voeren ze onze belangen uit; alleen maar hun belangen.”
“Inderdaad, en steeds zitten wij hier met de gebakken peren, de doden, de getraumatiseerden, de stijgende koersen, de dalende productie, het onderlinge wantrouwen, terwijl de aanstichters lekker hoog en droog en noord beschermd zitten.”
“Wanneer worden we wijs en worden wij de winnaars?”
“Een retorische vraag, broeder. Net zoals: wanneer houden we op met zuipen?”
“Ik heb wel een antwoord: als de fles leeg is.”
“Maar het is wel opvallend dat er haastig-haastig, snel-snel een amnestiewet wordt ingediend, sinds die verwarde Bloemendaal van de hoge toren begon te blazen.”
“Een timing die riekt naar paniekvoetbal.”
“Net zoals het snel-snel optrommelen van wat aanhang om de interne vrees een beetje weg te werken.”
“Dat deed de ouwe politiek ook; zie zijne Brrraaka-basja van Groeng Erf, zijne Papa Perdjaja Te Loer en zijne Shanti-ham-toke-tjaila.”
“Zo een wetswijziging had je meteen, daags na je aantreden moeten laten doen. Dan had je volle bak op het plein gehad, want nu is je aanhang danig geslonken na al die beleidsmatige miskleunen.”
“Dat blijkt ook uit die opiniepeiling van die studenten; Tante Jen staat aan top.”
“Ik zeg je: onze coming first woman president.”
“Het gaat niet om woman of man; het gaat om: ben je geschikt fo die job.”
“Dan wordt ze the first geschikte pres sinds de respectabele wijlen Johan Ferrier.”
“De verruiming van de Amnestiewet betekent de vernietiging van de rechtstaat Suriname.”
“Je bedoelt: het achter slot en grendel zetten van Baas en de zijnen gaat dan niet meer door, en betekent dat dan de vernietiging van de rechtstaat?”
“Dus jullie hangen de rechtstaat op aan de veroordeling van één man?”
“”Wie bedoel je met ‘jullie? ‘Jullie’ met naam, graag.”
“Jullie aanhangers van de rechtse koloniale en kapitalistische en imperialistische westerse belangen.”
“Oh, oh, daar gaan we weer met die holle linkse termen.”
“Maar la we eerlijk zijn, toen Ronald von Lipton met z’n cluppie die amnestiewet door het parlement joeg, was er geen vuiltje aan de lucht; een deel van de oorlogsmisdadigers ging toen vrijuit. Dat deel dat met een binnenlandse strijd de macht van het toen gevestigd gezag wilde overnemen, met op de achtergrond de financierders, de zetbazen in Holland. Dat deel dat de westerse belangen diende, mocht wel vrijuit gaan voor bankroof, ontvoering, mishandeling, marteling, verkrachting, verbranden van verdedigers van onze souvereiniteit, vernieling van overheidsbezittingen en ga zo voort.”
“Dat was wat anders dan het van hun bed lichten van onschuldige burgers en het martelen en executeren van hen.”
“Ja, oh ja, wat en hoe anders was dat dan?”
“Tjeezis, wat ben je op dreef vandaag; je bent daar op dat plein flink opgetjuund.”
“Tide, tamara, w’e @%^$* go moro fara.”
“A revo e go, nanga trangaaaah.”
“Is niet goed, het is: A revo e go, langa-langaaaah.”
“Jan de Koning, Suriname is geen pot met honing.”
“Hé, ik was toen student, dat hebben ze ons toen laten schreeuwen op dat pleintje van het nu afgebrande monumentale gebouw van Algemene Zaken.”
“Ja, allernaast het nu intussen ook afgebrande gebouw van de Staten van Suriname.”
“”Ja, aan d’overkant van het ook afgebrande gebouw van de Kantongerechten, intussen door den ex-koloniale meester herbouwd.”
“Zien jullie, zien jullie: daarvoor hadden ‘ze’ wel geld beschikbaar, om daar waar gestraft moet worden volgens hun wetsysteem, weer op te bouwen. Maar om fabrieken, volkswoningen, schepen voor onze export en bruggen te bouwen, nee, daarvoor hebben ze nooit geld gehad. We moesten afhankelijk, aanhankelijk en dom blijven.”
“Nou wil je alles op een gouden schaaltje krijgen, we moeten zelf, met eigen middelen, ons land leren opbouwen.”
“Ik zeg jullie, dit is politieke koehandel op hoog nivo: Jongens ik ga resjufflen... No mang, Basi, no resjuffel now, m’n tories zijn nog zeilende.., die’f mi toe..., die’f mi ook toe,.... Nee, het volk wil ‘nu’ resjuffelen, dan doe ik het nu..... Nee, Basis, begi, begi, doe dat niet.... Okay, maar dan dienen jullie mede dit amnestie-initiatiefvoorstel in, dan zal ik even wachten met resjuffelen... Maar Basis, dies ow tja probleem, nationaal alsook internationaal... No spang, neks no fout, if joe no doe mee, ow tja zware financieel probleem djie joe....Okay, ik weet niet van jou, papa-eh, maar ik doe mee, maar kan er niet een verhoking van de kinderbijslak kome, speciaal fo me mense?... No problem, maar dan zet ik die AZV voorlopig in de ijskast..... Seti, maar dan blijft skatje Alies tok daar?.... Okay, goed dan, maar dan laat je je eis vallen dat Ramon ook moet gaan.... Uiteraard, Alies wek, Ramon ook wek. Alies blijft, Ramon kan ook blijve.... En ik dan?.... Begin jij weer een reisje te nemen naar je roots-land om je vrouw te gaan bezoeken en op Bali je nagels te laten schuren.... En m’n minister Zuster-geld dan? ....Goed, goed, die blijft voorlopig. Jullie kunnen gaan...... Gaan jullie maar, ik doe toch wat ik wil, zie sinds tachtig...”
“Wat een leuk toneeltje, je kan het gaan opvoeren in Thalia.”
“Laat’em dat gaan doen. Je weet toch wat naast dat theater ligt?”
“Ik weet dat m’n glas leeg is.”

Rappa
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May