Met een ingediend initiatiefwet, 'Duurzaam natuurbeheer, wil de parlementaire coalitie een fundamentele omslag maken in de manier waarop natuur wordt beschermd en benut. Suriname, met ruim 93 procent bos-bedekking en een van de rijkste biodiversiteit ter wereld, staat voor een cruciale keuze; hoe zijn natuurlijke hulpbronnen te behouden terwijl economische druk en ontbossing toenemen. De nieuwe ingediende wet is een complete herziening van de natuurbeschermingswet van 1954.

Hoewel Suriname internationaal bekendstaat als een zogenoemd High Forest Low Deforestation (veel bos met lage ontbossing) Country, laten recente cijfers zien dat de ontbossing jaarlijks toeneemt tot circa 0,06 procent. Vooral mijnbouw is verantwoordelijk voor het grootste aandeel (73 procent), gevolgd door wegenaanleg en verstedelijking. Die ontwikkelingen hebben niet alleen ecologische gevolgen, maar raken ook rechtstreeks de woon- en leefgebieden van inheemse en tribale volken en zorgen voor toenemende conflicten over landgebruik.

Verouderde wetgeving
Volgens de toelichting op de initiatiefwet    is een van de grootste problemen dat de huidige natuurbeschermingswetgeving dateert uit 1954 en niet meer aansluit bij hedendaagse uitdagingen. Die wet is vooral gericht op strikte conservering en kent weinig transparante procedures, nauwelijks inspraak en geen duidelijke rechtsbescherming voor belanghebbenden.

Daarnaast is het beheer sterk gecentraliseerd en ‘top-down’ georganiseerd, met beperkte capaciteit bij uitvoerende diensten zoals ’s Lands Bosbeheer. Lokale gemeenschappen werden bij de aanwijzing van beschermde gebieden vaak onvoldoende betrokken, terwijl zij juist sterk afhankelijk zijn van deze gebieden voor hun levensonderhoud.

Duurzaam 
De nieuwe wet kiest nadrukkelijk voor duurzaam natuurbeheer in plaats van louter bescherming. Dat betekent dat natuur niet alleen als ecologische waarde wordt gezien, maar ook als economische hulpbron — zij het onder strikte voorwaarden. De uitgangsgedachte is dat wie profiteert van de natuur, ook moet bijdragen aan het behoud ervan.

Daarbij introduceert de wet instrumenten zoals natuurtoerismeconcessies, betaling voor ecosysteemdiensten en de mogelijkheid om ook privégronden als beschermd gebied aan te wijzen. Zo wil de regering groene groei stimuleren en de economie minder afhankelijk maken van olie en goud.


Nationale Milieu Autoriteit
Een sleutelrol in het nieuwe stelsel is weggelegd voor de Nationale Milieu Autoriteit (NMA), die fungeert als uitvoerder en coördinator van het natuurbeheer. De NMA krijgt toezicht op beschermde gebieden, concessies, wetenschappelijk onderzoek en handhaving. Tegelijk blijft samenwerking met andere overheidsdiensten mogelijk, mits de wettelijke waarborgen intact blijven.

Het Milieufonds wordt uitgebreid zodat het ook natuurbeheer financiert. Daarmee kunnen niet alleen overheidsdiensten, maar ook lokale gemeenschappen en particuliere beheerders middelen krijgen voor bescherming en duurzaam gebruik van natuurgebieden.

Inheemse en tribale volken
Een van de meest ingrijpende onderdelen van de wet is de verankering van het FPIC-principe (Free, Prior and Informed Consent). Dat houdt in dat beschermde gebieden, bufferzones of concessies binnen woon- en leefgebieden van inheemse en tribale volken alleen mogelijk zijn met hun uitdrukkelijke toestemming.

De wet erkent bovendien hun traditionele kennis en biedt gemeenschappen de mogelijkheid om zelf voorstellen in te dienen voor beschermde gebieden onder eigen beheer. Daarmee verschuift de rol van deze groepen van ‘betrokkenen’ naar volwaardige partners in natuurbeheer.

Internationaal
De ontwerpwet sluit aan bij internationale richtlijnen van de IUCN en bij biodiversiteitsverdragen waarbij Suriname partij is. Ook introduceert zij een modern handhavingssysteem, met bestuursdwang, boetes en strafrechtelijke sancties bij ernstige overtredingen. Daarnaast krijgen burgers en organisaties expliciet toegang tot bezwaar en beroep tegen besluiten van de NMA, wat de rechtsbescherming en transparantie moet versterken.

Met de Wet Duurzaam Natuurbeheer wil Suriname een inhaalslag maken en zijn internationale reputatie als bosrijk en biodivers land veiligstellen. De wet belooft meer participatie, betere bescherming en een koppeling tussen natuurbehoud en economische ontwikkeling.

Of die belofte wordt waargemaakt, zal echter afhangen van de uitvoering: voldoende capaciteit, politieke wil en daadwerkelijke betrokkenheid van lokale gemeenschappen zullen bepalen of de wet een papieren hervorming blijft of uitgroeit tot een nieuw fundament onder het Surinaamse natuurbeleid.