Column: Fred Kleian, een onverwacht einde in Suriname
28 Nov 2011, 08:00
foto


Fred Kleian is een Indische Nederlander uit Den Haag. Hij is voorzitter van de Stichting Rainbow, een stichting die zich inzet om homoseksualiteit bespreekbaar te maken. Het boek “Verboden liefde, familie en homoseksualiteit in de Surinaamse gemeenschap”, dat ik geschreven heb, is voortgekomen uit discussies die ik met hem heb gehad.
“Mijn moeder is half Javaans. Mijn vader is gemengd, maar pikzwart,” vertelde hij me. Zijn vader werkte bij SHELL in Zuid-Sumatra, Indonesië. In 1956 kwam hij naar Nederland voor de middelbare school opleiding, studeerde bouwkunde en architectuur en kwam uiteindelijk te werken bij de Rijksplanologische Dienst van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Hij was niet lang geleden met pensioen gegaan.

In jaren zeventig trouwde hij met Doris, een vrouw die hij had leren kennen in Berlijn tijdens een studiereis van de Haagse HTS-Bouwkunde. Pas na zijn huwelijk kwam Fred erachter dat hij homoseksuele gevoelens had. Zijn vrouw had er grote moeite mee, maar ze besloot hem te steunen in de ontdekkingstocht van zijn seksuele geaardheid.
Fred: “Ze bracht me naar een homobar in Den Haag. Dat was een vreemde ervaring. Ik had het gevoel dat iedereen me aanstaarde. Ik voelde me als een vrouw die een gezelschap van mannen binnenstapt en waar iedere man haar aangaapte. We zijn niet lang gebleven.”
Fred en Doris waren een getrouwd stel, maar sliepen na de ontdekking van zijn homo-identiteit in aparte kamers. Ze hadden geen kinderen.
Aan de steun van Doris kwam een eind toen Fred een relatie kreeg met Herman.
“Toen begon een moeizame periode van conflicten met Doris,” zegt hij. “Het is na achttien jaar huwelijk geëindigd in een pijnlijke scheiding. We zijn door een diep dal gegaan. Conflicten, emoties, verwarring, verwijten. Het was er allemaal.”

Fred is actief geworden in de homobeweging. In 2002 richtte hij de Stichting Rainbow op: “Ik had met mijn Indische achtergrond gezien dat de manier waarop in de Nederlandse samenleving wordt omgegaan met homoseksualiteit niet werkt bij de allochtone gemeenschappen. In de Nederlandse gemeenschap is de aandacht gericht op het individu. Bij allochtonen staat de familie centraal. Bovendien hadden de Nederlandse homo-organisaties geen oog voor de etnisch-specifieke gevoeligheden van de verschillende etnische groepen.”

In die hoedanigheid kwam ik Fred tegen. We bespraken het idee om een boek schrijven over hoe families in de Surinaamse gemeenschap omgaan met het gegeven dat iemand van wie ze houden – een kind, een ouder, een familielid – homo of lesbisch blijkt te zijn. Dat boek is er uiteindelijk gekomen.
Ik vertelde Fred dat ik in november 2011 naar Suriname zou gaan voor andere zaken, maar graag een boekpresentatie wilde organiseren met onze vertegenwoordiger in Suriname, de NSHI.
Fred was onmiddellijk enthousiast. Hij wilde graag meegaan en het meemaken. Hij zou het combineren met een vakantie in Suriname. Hij zou samen met mij gaan en we zouden samen terugkomen.
Een paar dagen voor zijn vertrek kwamen hij en zijn vriend Herman bij ons op bezoek om de reis voor te bereiden. Ze vroegen honderduit: over het land, wat er te beleven viel, de gewoonten, de boekpresentatie, het binnenland etc.

Op 6 november waren we samen op Schiphol. We kwamen diep in de nacht aan op Zanderij. De boekpresentatie was op dinsdag 8 november in het Lalla Rookh gebouw. We hadden, gezien het onderwerp dat toch nog taboe is in Suriname, niet veel mensen verwacht. Het viel heel erg mee. Harish Monorath hield een vlammend betoog. Fred vertelde over de ervaringen van stichting Rainbow.
Hij was heel blij met de bijeenkomst.
We zouden elkaar op de dag van vertrek op Zanderij ontmoeten.
Op de dag van vertrek werd ik door Herman gebeld. Fred voelde zich niet goed, had hoge koorts, kan amper lopen en is met een taxi met spoed naar het ziekenhuis gebracht.
Ik belde Herman later op. Ze vermoeden een virusinfectie.
Ik vertrok zonder Fred en Herman.

De volgende dag belde ik Herman vanuit Nederland om te vragen hoe het met Fred ging.
“Fred is overleden aan dengue,” vertelde hij terneergeslagen.
Het was een enorme schok voor mij. Zo plotseling!

Ik zou hem in Den Haag nog spreken, luisteren naar zijn verhalen en naar zijn plannen voor de toekomst. En die waren groots.
Ik had nooit gedacht dat ik hem in Suriname zou achterlaten en hij terug zou keren in een kist.
Hoe onverwacht kan de draai zijn die het leven neemt. Het ene moment maak je grote plannen. Het andere moment ben je dood.

Het lichaam van Fred komt komende week aan in Nederland. Ik kan niet op zijn begrafenis aanwezig zijn. Ik ben dan op weg naar Mauritius. Ik zal hem nooit meer zien. Nooit gedacht dat Suriname de plaats zou zijn waar we elkaar voor het laatst ontmoeten. Misschien zien we elkaar weer in een volgend leven.

Sandew Hira
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May