Boldewijn: Suriname met recht staatkundig onafhankelijk
25 Nov 2011, 04:00
foto
August Boldewijn


Het woord ‘staatkundig’ dat gebruikt wordt om de onafhankelijkheid van Suriname te benadrukken, is volgens bestuurskundige August Boldewijn volkomen terecht. “En met recht”, zegt hij.

“Staatkundige onafhankelijkheid ligt al in de naam. Het betekent dat je als staat geen hiërarchische verhouding hebt ten opzichte van een ander land. Je hebt zeggenschap over het eigen volk, je eigen landgrenzen en grondgebied. Geen ander land mag en kan zonder jouw toestemming acties ondernemen in een staatkundig onafhankelijk land. Ook kan een militair uit een ander land niet in militaire uitrusting het land zonder toestemming binnenkomen. De Cubaanse ex-president Fidel Castro heeft altijd toestemming moeten krijgen om in zijn legeruniform een vergadering van de Verenigde Naties (VN) bij te wonen of een ander land te bezoeken”, legt Boldewijn uit.

Felle strijd
Voor 1975 was de Nederlandse koningin het staatshoofd van Suriname. De gouverneur was haar vertegenwoordiger en het hoogste gezag in het land. In de periode van het koninkrijk Statuut, waarbij Suriname gedeelde eigen zeggenschap had, was er geen sprake van staatkundige onafhankelijkheid. Defensie en buitenlandse aangelegenheden waren geen verantwoordelijkheid van de Surinaamse regering maar van Nederland.

Toenmalig premier en minister van Algemene Zaken Johan Pengel heeft in 1968 een felle strijd hierom gevoerd en Nederland onder druk gezet. Nederland die in VN Suriname vertegenwoordigde, nam voor het land niet welgevallige standpunten in. Pengel stelde toen in, de dienst Buitenlandse Betrekkingen, wat toen helemaal niet in goede aarde viel bij Nederland.

Soevereiniteit
Boldewijn zegt dat staatskundige onafhankelijkheid niet wil zeggen dat het land economisch onafhankelijk is. “Geen enkel land is economisch onafhankelijk. Je moet handelsbetrekkingen aangaan, je importeert en exporteert en bent afhankelijk van goederen, diensten en investeringen van buiten af. Maar dat heeft te maken met de economie. Ook de parlementariërs André Misikaba (Mega Combinatie/NDP ) en Winston Jessurun (Nieuw Front/DA91) delen deze opvatting.

Boldewijn zegt dat het bezet houden van ‘Tigri’ in het westen van Suriname, door militairen van Guyana, niets afdoet van de staatkundige onafhankelijkheid van het land. “Suriname beschouwt het als zijn grondgebied en kan dat altijd aanvechten om de soevereiniteit te beschermen”.

Een staartje
De kwestie Tigri heeft volgens Boldewijn een staartje waar voormalig kolonisator Nederland een onsmakelijk rol in heeft vervuld. De bestuurskundige zegt dat in 1969 eenieder ervan uitging dat de Nederlandse militaire vertegenwoordiging, Suriname kon geen eigen leger hebben, de landgrenzen zou verdedigen.

Nederland zei echter dat Suriname geen leger heeft en het verdedigen van de grenzen een aangelegenheid was van militaire politie. Die werd er ook naar toe gestuurd maar was niet opgewassen tegen de militairen van Guyana. Volgens Boldewijn heeft Nederland die verantwoordelijk was voor het beschermen van de landgrenzen deze kwestie bewust zo gelaten. Boldewijn legt uit dat tijdens een meeting in die periode in Londen tussen Engeland, Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen er hierover is gesproken. Nederland zou daar hebben aangegeven dat Suriname geen troepenmacht heeft en tegen de bezetting niets kan doen.

Wilfred Leeuwin
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May