Marokko: Race tegen de klok om overlevenden te vinden

Reddingswerkers in Marokko hebben hun inspanningen opgevoerd om overlevenden van de verwoestende aardbeving van vrijdag te vinden. Er is bijzondere aandacht voor het bereiken van enkele van de meer afgelegen gebieden van het Atlasgebergte, te midden van berichten over platgewalste dorpen.

De eerste buitenlandse reddingswerkers zijn aangekomen om hulp te bieden, nadat de zwaarste aardbeving ooit in het Noord-Afrikaanse land minstens 2.122 mensen het leven kostte en meer dan 2.400 mensen verwondde, velen ernstig, volgens officiële cijfers die zondag laat werden bijgewerkt.

De aardbeving met een kracht van 6,8 deed zich 72 kilometer ten zuidwesten van het toeristische centrum van Marrakesh voor en vernietigde hele dorpen in de heuvels van het Atlasgebergte.

Zondag werd hetzelfde gebied getroffen door een naschok met een kracht van 4,5.

Het bergdorpje Tafeghaghte, 60 kilometer van Marrakesh, werd bijna volledig verwoest en er staan nog maar heel weinig gebouwen overeind.

Civiele reddingswerkers en leden van de strijdkrachten van Marokko zochten naar overlevenden en de lichamen van de doden. Terwijl één lichaam uit de ruïnes van een huis werd geborgen, lagen er nog vier anderen begraven, zeiden bewoners.

"Iedereen is weg! Mijn hart is gebroken. Ik ben ontroostbaar", riep Zahra Benbrik (62), die zei dat ze 18 familieleden had verloren, terwijl alleen het lichaam van haar broer nog vastzat. "Ik wil dat ze zich haasten en hem eruit halen, zodat ik in alle rust kan rouwen", zei ze.

Veel huizen in afgelegen bergdorpen werden gebouwd van modderstenen.

In het dorp Amizmiz, vlakbij Tafeghaghte, sleepte een graafmachine de zwaarste stukken puin weg, voordat reddingswerkers in het stoffige puin groeven om een lichaam te verwijderen dat onder een deken leek te liggen.

De twee dorpen liggen in de provincie Al-Haouz, de locatie van het epicentrum, waar de autoriteiten 1.351 doden registreerden.

Volgens de Marokkaanse publieke televisie zijn "meer dan 18.000 gezinnen getroffen" door de aardbeving in Al-Haouz.

Lahcen Haddad, een Marokkaanse senator en voormalig minister, beschreef de moeilijkheden bij het bereiken van afgelegen gebieden als volgt: "Soms zijn de wegen die naar de dorpen leiden niet geasfalteerd, dus moet je het leger inschakelen om de bevolking daar te bereiken en dan begin je met reddingsmissies, terwijl je tegelijkertijd enkele gewonden evacueert."

Internationale ondersteuning
Toen het koninkrijk drie dagen van nationale rouw afkondigde en reddingsteams uitzond om onder het puin naar slachtoffers te zoeken, kwam er een stroom van internationale steun en solidariteit op gang.

Het Spaanse ministerie van Defensie zei dat een A400-vliegtuig was opgestegen vanuit Zaragoza met 56 reddingswerkers en vier zoekhonden op weg naar Marrakesh om "te helpen bij het zoeken en redden van overlevenden". Een ander militair vliegtuig steeg op vanaf een basis in Torrejon de Ardoz bij Madrid met dertig reddingswerkers en vier speurhonden, zei een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

"We zullen alles sturen wat nodig is, omdat iedereen weet dat deze eerste uren cruciaal zijn, vooral als er mensen onder het puin liggen begraven", zei minister van Defensie Margarita Robles tegen de Spaanse publieke televisie.

Naast Spanje maakte Marokko zondag bekend dat het hulp had aanvaard van slechts drie andere landen: Groot-Brittannië, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken zei in een verklaring dat het "in dit stadium" gunstig had gereageerd op het aanbod van de vier "om zoek- en reddingsteams te sturen".

Er staat dat slechts vier aanbiedingen om te helpen zijn geaccepteerd omdat "een gebrek aan coördinatie contraproductief zou kunnen zijn".

Ook andere landen hebben hulp aangeboden.

De Franse president Emmanuel Macron zei dat zijn land "alle technische en veiligheidsteams heeft gemobiliseerd om te kunnen ingrijpen wanneer de Marokkaanse autoriteiten dit nuttig achten".

Macron heeft samen met de Indiase premier Narendra Modi en de hoofden van de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds, de Afrikaanse Unie en de Europese Commissie, ook in een gezamenlijke verklaring beloofd 'onze technische en financiële instrumenten en hulp te mobiliseren" om de bevolking van Marokko te helpen.

De Verenigde Staten zei dat het ook zoek- en reddingsteams klaar hadden staan om ingezet te worden, en paus Franciscus sprak zondag zijn voortdurende steun uit voor degenen die door de ramp getroffen zijn.

"Ik dank de reddingswerkers en al diegenen die werken om het lijden van de mensen te verlichten", zei hij vanuit het raam van het Vaticaan boven het Sint-Pietersplein in Rome.

Algerije, dat lange tijd gespannen relaties onderhoudt met buurland Marokko, heeft zijn luchtruim, dat al twee jaar gesloten was, opengesteld voor vluchten die humanitaire hulp vervoeren en de gewonden evacueren.

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu, wiens land in 2020 banden met Marokko aanknoopte, bood aan zoek- en reddingsteams te sturen en verklaarde dat "Israël Marokko in zijn moeilijke tijd zal steunen".

De Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maan-verenigingen heeft ruim 1 miljoen dollar uit haar noodrampenfonds vrijgemaakt om het werk van de Marokkaanse Rode Halve Maan ter plaatse te ondersteunen.

Het Rode Kruis waarschuwde dat het jaren zou kunnen duren om de schade te herstellen. "Het zal geen kwestie van een week of twee zijn… We rekenen op een reactie die maanden, zo niet jaren zal duren", zegt Hossam Elsharkawi, directeur Midden-Oosten en Noord-Afrika.

De aardbeving was de dodelijkste in Marokko sinds een aardbeving in 1960 Agadir verwoestte, waarbij meer dan 12.000 mensen om het leven kwamen.