Bromfietser gedeeltelijk verlamd door aanrijding

Perkash M. (56) was niet bereid om de boete van ruim SRD 9.000, geëist door officier van justitie (ovj) Sudesh Sewgobind, te betalen als gevolg van schade die hij bij een aanrijding heeft veroorzaakt. Toch kreeg hij van rechter Roy Elgin een geldboete opgelegd, weliswaar een lagere: hij moet het slachtoffer SRD 8.000 betalen.   

Op 21 april had Perkash M. een bromfietser aangereden, met als gevolg dat het slachtoffer gedeeltelijk verlamd is geraakt. Naast de geldboete, vonniste de rechter hem tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. Bovendien is hem de rijbevoegdheid ontzegd voor een periode van twaalf maanden, waarvan zeven voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar.

Ter terechtzitting vertelde Perkash M. dat hij zich op de Martin Luther Kingweg bevond, richting Paranam, toen hij op een gegeven moment naar links wilde afslaan om te parkeren bij een winkel. Hij zag de bromfietser aankomen, maar schatte dat die ongeveer 25 meters van hem verwijderd was. Bij het afslaan merkte hij te laat een grote kuil op in het wegdek, waardoor hij zich genoodzaakt voelde zodanig te manoeuvreren dat dit resulteerde in de botsing met de bromfietser. De verdachte erkende dat hij een inschattingsfout had gemaakt. Hij vertelde dat hij het slachtoffer heeft bezocht, zijn verontschuldigingen aan hem heeft aangeboden en hem ook een vergoeding van SRD 1.400 heeft gegeven.

Sewgobind kaartte aan dat het slachtoffer niet alleen verlamd is geraakt, maar nu nog steeds in het ziekenhuis ligt en onder behandeling is van de neurochirurg. De medische kosten zijn door de verzekering gedekt, maar hebben reeds het toegestane plafond bereikt. Het bedrag van ruim SRD 9.000 is niet gedekt en de ovj eiste daarom dat Perkash M. dit bedrag moest betalen aan het slachtoffer, onder meer ook voor schade aan de bromfiets. Volgens de verdachte had de bromfiets geen schade opgelopen, maar uit het politierapport blijkt anders. Sewgobind vroeg de rechter om de verdachte niet alleen de geldboete op te leggen, maar ook een celstraf van zes maanden geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar, en ontzegging van zijn rijbevoegdheid voor twaalf maanden. De OvJ had geëist dat het bedrag van SRD 9.000 binnen drie maanden na de uitspraak moest zijn betaald.

Raadsvrouw Sadhna Dulam sprak van een inschattingsfout van haar cliënt toen hij de afslag maakte. Zij stelde dat de bromfietser in feite ook medeschuldig was aan de aanrijding, omdat hij zag dat de auto linksaf wilde afslaan. De bromfietser had wel getoeterd, maar had volgens de advocaat ook kunnen besluiten om te stoppen. Toch nam hij het risico om door te rijden. Zij pleitte voor haar cliënt dat de rechter hem een zodanige straf zou opleggen, dat hij zijn rijbewijs binnen korte tijd terug kon krijgen, omdat hij suikerpatiënt is en niemand heeft die hem naar de dokter kan brengen. De man is voorts een first offender, heeft spijt betuigd, heeft het slachtoffer bezocht en hem ook een vergoeding gegeven als gedeeltelijke dekking van de kosten.