Seminar over ontwikkelingshulp na 2010
16 Apr 2010, 14:18
foto


Hoe ziet de ontwikkelingsrelatie tussen Suriname en Suriname eruit na 2010? Deze vraag staat centraal tijdens het eendaagse seminar “Ontwikkelingsfinanciering Suriname na 2010”. Dit seminar is georganiseerd door het ministerie van Planning en Ontwikkelingssamenwerking (PLOS) en de Vereniging van Economisten in Suriname (VES).

De ontwikkelingsgelden die Suriname toegezegd kreeg door Nederland na de onafhankelijkheid in 1975, zijn zo goed als besteed. Nu is de vraag of deze vorm van ontwikkelingshulp voortgezet moet worden. “We hebben kennis genomen van de verschillende politieke standpunten maar nu zijn we hier om naar de meningen te luisteren uit alle lagen van de bevolking. Meningen van mensen die betrokken zijn bij deze samenwerking”, zegt PLOS-minister Ricardo van Ravenswaay. ”Bij de overeenkomst van 1975 is besloten dat Suriname 15 jaar kreeg om het geld te besteden aan de ontwikkeling van Suriname. Maar we mogen er trots op zijn dat we er niet 15 maar 35 jaren over hebben gedaan om ontwikkelingsprojecten te financieren”, aldus van Ravenswaay.

Inleiders van het seminar delen allemaal de mening dat samenwerking met Nederland voortgezet moet worden, maar dan wel in een ander verband. Zo vindt Anthony Caram, bijzonder hoogleraar Geld Krediet en Bankwezen, dat Nederland zich moet beperken tot het toezeggen van gelden. Suriname zou dan de volledige verantwoordelijkheid moeten krijgen voor de besteding en controle eravn. “Vroeger moest Nederland eerst toestemming geven om een project uit te kunnen voeren. Maar wat mij betreft moet Suriname voortaan zelf de projecten bepalen en toezicht houden op het verloop. Aan het eind van het project verantwoordt Suriname zich vervolgens tegenover Nederland”, stelt Caram.

Jurist Hans Lim A Po, directeur van het FHR Instituut, ging in zijn inleiding in op de ongelijke relatie tussen Suriname en Nederland. “Er bestaat wrijving tussen beide landen. De een zegt dat de ander onafhankelijk is, terwijl de ander die onafhankelijkheid niet als zodanig ervaart.”

Uit het publiek kwam de opmerking dat de generatie van na de onafhankelijkheid niet was voorbereid op de zelfstandige status van het land: “Deze generatie moet gedekoloniseerd worden. Dan hebben we een volk met voldoende kennis en inzicht om het nieuwe pad van zelfstandigheid op te gaan”, stelde econoom Winston Wirth die als toehoorder zijn commentaar gaf.

(Yvanka Ozir)
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May